Samenvatting Hoofdstuk 2 - Verwerken
van Data (Wiskunde A, havo, 11e editie)
1. Soorten gegevens (data)
In de dataverwerking worden verschillende soorten gegevens onderscheiden, die
cruciaal zijn voor het statistisch onderzoek. Deze zijn onder te verdelen in
kwalitatieve en kwantitatieve gegevens.
Kwalitatieve gegevens: Dit zijn gegevens die niet in getallen zijn uitgedrukt
en vaak beschrijvende kenmerken bevatten. Voorbeelden hiervan zijn
haarkleur, merk schoenen, of de voorkeur voor een bepaald type muziek.
Kwantitatieve gegevens: Deze gegevens zijn wel numeriek en kunnen
verder worden onderverdeeld in discreet en continu:
o Discreet: Dit verwijst naar losse, afzonderlijke waarden. Een voorbeeld
hiervan is het aantal kinderen in een gezin.
o Continu: Dit type gegevens kan elke waarde binnen een bepaald
interval aannemen, zoals lengte of gewicht.
2. Frequentie en diagrammen
Frequentie speelt een belangrijke rol bij het begrijpen van data. Het helpt ons te zien
hoe vaak een bepaalde waarde voorkomt.
Frequentie: Het aantal keer dat een waarde voorkomt in een dataset.
Relatieve frequentie: Dit is het percentage van het totaal dat door een
bepaalde waarde vertegenwoordigd wordt.
Diagrammen: Om data visueel voor te stellen, worden verschillende soorten
diagrammen gebruikt:
o Staafdiagram: Dit diagram laat verschillende categorieën zien met
bijbehorende frequenties.
o Histogram: Dit toont meetgegevens en de staven raken elkaar, wat het
continue karakter van de data benadrukt.
o Cirkeldiagram: Dit type diagram geeft een procentuele verdeling weer
en wordt gebruikt om proporties van een geheel te visualiseren.
o Lijndiagram: Dit is bedoeld om veranderingen in gegevens over de tijd
te tonen, ideaal voor het weergeven van trends.
van Data (Wiskunde A, havo, 11e editie)
1. Soorten gegevens (data)
In de dataverwerking worden verschillende soorten gegevens onderscheiden, die
cruciaal zijn voor het statistisch onderzoek. Deze zijn onder te verdelen in
kwalitatieve en kwantitatieve gegevens.
Kwalitatieve gegevens: Dit zijn gegevens die niet in getallen zijn uitgedrukt
en vaak beschrijvende kenmerken bevatten. Voorbeelden hiervan zijn
haarkleur, merk schoenen, of de voorkeur voor een bepaald type muziek.
Kwantitatieve gegevens: Deze gegevens zijn wel numeriek en kunnen
verder worden onderverdeeld in discreet en continu:
o Discreet: Dit verwijst naar losse, afzonderlijke waarden. Een voorbeeld
hiervan is het aantal kinderen in een gezin.
o Continu: Dit type gegevens kan elke waarde binnen een bepaald
interval aannemen, zoals lengte of gewicht.
2. Frequentie en diagrammen
Frequentie speelt een belangrijke rol bij het begrijpen van data. Het helpt ons te zien
hoe vaak een bepaalde waarde voorkomt.
Frequentie: Het aantal keer dat een waarde voorkomt in een dataset.
Relatieve frequentie: Dit is het percentage van het totaal dat door een
bepaalde waarde vertegenwoordigd wordt.
Diagrammen: Om data visueel voor te stellen, worden verschillende soorten
diagrammen gebruikt:
o Staafdiagram: Dit diagram laat verschillende categorieën zien met
bijbehorende frequenties.
o Histogram: Dit toont meetgegevens en de staven raken elkaar, wat het
continue karakter van de data benadrukt.
o Cirkeldiagram: Dit type diagram geeft een procentuele verdeling weer
en wordt gebruikt om proporties van een geheel te visualiseren.
o Lijndiagram: Dit is bedoeld om veranderingen in gegevens over de tijd
te tonen, ideaal voor het weergeven van trends.