THEORIE RIJBEWIJS
Samenvatting
Begrippen
- verkeer = alles op de weg
- weg = alles van gevel tot gevel, van sloot tot sloot enz.
- weggebruikers = alles op de weg
- bestuurders = alles behalve voetgangers, wel een man naast een paard enz.
- voetgangers = skates, skateboards, kinderfietsjes, kinderwagen enz.
ook gehandicaptenvoertuigen als die op het voetpad rijden.
- motorvoertuig = alle voertuigen met een motor behalve bromfietsen, snorfietsen,
gehandicaptenvoertuigen en voertuigen op rails. wel brommobielen.
- motorrijtuig = alle voertuigen met een motor behalve voertuigen op rails
- autobus = elk voertuig met meer dan 9 zitplaatsen
- brommobiel = bromfiets op meer dan twee wielen met een carrosserie. De toegestane
maximumsnelheid is 45 km/h en dit staat ook op een rond bordje op de achterkant.
Ze rijden op de rijbaan maar kunnen dus niet snel genoeg om op de auto(snel)weg te
mogen. Wat betreft gedragsregels zijn brommobielen gelijk gesteld aan
motorvoertuigen.
- militaire colonne = een aantal voertuigen onder leiding van één commandant die te volgende
tekens hebben:1e voertuig: links en rechts een blauwe vlag
rechter koplamp blauw licht
2e enz. voertuig: rechts een blauwe vlag
rechter koplamp blauw licht
laatste voertuig: rechts een groene vlag
rechter koplamp groen licht
- rijbaan = weggedeelte zonder de fietspaden
- rijstrook = één strook van de weg
- bijzondere manoeuvre = wegrijden, achteruit rijden, een inrit ingaan of uitrit uitkomen, van
rijstrook wisselen enz.
Wegen
Op de weg: alle weggebruikers (dus ook
voetgangers enz.)
Op de weg: motorvoertuigen (dus ook landbouw
voertuigen en brommobiel)
Op de weg: auto's, vrachtauto's, motors
, Autoweg Autosnelweg
- -
- geen gescheiden rijbanen (tegenliggers) -gescheiden rijbanen (geen tegenliggers)
- gelijkvloerse kruispunten - geen gelijkvloerse kruispunten (viaducten)
- voor motorvoertuigen die 50 km/h kunnen - voor motorvoertuigen die 60 km/h kunnen
- max. 100 km/h - max. 120 km/h
- Op autowegen en autosnelwegen is het verboden: - stil te staan
- gebruik te maken van de vluchtstrook
of vluchthaven of de berm, behalve in
noodgevallen
- achteruit te rijden
- te keren
- Afrit = Bij een afrit staat het eerste bord op 1200 meter afstand bij een autosnelweg en op 900
meter afstand bij een autoweg. Het tweede bord op 600 m en het derde op 300 m.
Maximumsnelheden
- In een erf wordt altijd stapvoets gereden, dit is ongeveer 15 km/h.
- overige snelheden:
auto motor + aanhang- vrachtauto bromfiets tractor
wagen + bus
binnen bebouwde kom 50 50 50 50 30/45* 25
buiten bebouwde kom 80 80 80 80 40/45* 25
autoweg 100 100 80 80 - -
autosnelweg 120 120 80 80 - -
* = 45 op de rijbaan, 30 of 40 op het fiets/bromfietspad
- brommobiel = altijd 45 km/h
- snorfiets = altijd 25 km/h
- gehandicaptenvoertuig met motor = dezelfde snelheden als bromfietsen
- Bij een snelheidsovertreding van meer dan 30 km/h kunnen beginnende bestuurders hun rijbewijs
kwijtraken. Bij overige bestuurders is dit bij meer dan 50 km/h.
Tegenliggers
- = verkeer vanuit deze richting gaat voor
- = verkeer uit tegenovergestelde richting gaat voor
- Voetgangers hoeven zich niet te houden aan deze borden maar vallen wel onder de bescherming
ervan. Zij mogen dus altijd doorlopen.
, Fietsen, bromfietsen en snorfietsen
- Fietsen en snorfietsen volgen dezelfde regels, tenzij anders bepaald
- verplicht fietspad = = alleen fietsers en snorfietsers
- onverplicht fietspad = = alleen fietsers of trappende snorfietsers met de motor uit
- fiets/bromfietspad = = fietsers, snorfietsers en bromfietsers
- Alleen fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden.
Voorrang
- Volgorde van voorrang: 1. Voorrangsvoertuigen
2. Aanwijzingen van agent oid.
3. Verkeerslichten
4. Verkeerstekens en borden
5. Voorrangsregels
- Hoofdregel: Op een gelijkwaardig kruispunt gaan bestuurders van rechts voor.
- Voetgangers zijn geen bestuurders dus hebben nooit voorrang. Toch moet je ze soms voor laten
gaan:
- bij een zebra
- als je een bijzondere manoeuvre uitvoert
- als een voetganger aankomt uit tegenovergestelde richting bij en
- als je afslaat en de voetganger op dezelfde weg rechtdoor gaat
(zie je een voetganger op kop of kont, stop dan terstond)
Voorrangsregels: - rechts gaat voor
- rechtdoor op dezelfde weg gaat voor (fietsers, voetgangers)
- korte bocht gaat voor lange bocht
- verharde weg gaat voor onverharde weg
- alle personen die zich moeilijk voortbewegen, gaan voor
- bij een bijzondere manoeuvre moet je het overige verkeer voor laten gaan
- trams van links en rechts gaan voor (maar moeten jou op een voorrangs-
kruispunt gewoon voor laten gaan)
- het eerste voertuig van een militaire colonnes houdt zich aan de normale
voorrangsregels maar de colonne hoeft niet onderbroken te worden
- het is niet verboden rouwstoeten ed te onderbreken
Tunnels
- Gevaarlijke stoffen = Categorie I en II. Categorie II heeft geen speciale voorzieningen waardoor er
veel minder stoffen door vervoerd mogen worden.
- Maximale reservevoorraad brandstof in tunnel = 60 liter.
Samenvatting
Begrippen
- verkeer = alles op de weg
- weg = alles van gevel tot gevel, van sloot tot sloot enz.
- weggebruikers = alles op de weg
- bestuurders = alles behalve voetgangers, wel een man naast een paard enz.
- voetgangers = skates, skateboards, kinderfietsjes, kinderwagen enz.
ook gehandicaptenvoertuigen als die op het voetpad rijden.
- motorvoertuig = alle voertuigen met een motor behalve bromfietsen, snorfietsen,
gehandicaptenvoertuigen en voertuigen op rails. wel brommobielen.
- motorrijtuig = alle voertuigen met een motor behalve voertuigen op rails
- autobus = elk voertuig met meer dan 9 zitplaatsen
- brommobiel = bromfiets op meer dan twee wielen met een carrosserie. De toegestane
maximumsnelheid is 45 km/h en dit staat ook op een rond bordje op de achterkant.
Ze rijden op de rijbaan maar kunnen dus niet snel genoeg om op de auto(snel)weg te
mogen. Wat betreft gedragsregels zijn brommobielen gelijk gesteld aan
motorvoertuigen.
- militaire colonne = een aantal voertuigen onder leiding van één commandant die te volgende
tekens hebben:1e voertuig: links en rechts een blauwe vlag
rechter koplamp blauw licht
2e enz. voertuig: rechts een blauwe vlag
rechter koplamp blauw licht
laatste voertuig: rechts een groene vlag
rechter koplamp groen licht
- rijbaan = weggedeelte zonder de fietspaden
- rijstrook = één strook van de weg
- bijzondere manoeuvre = wegrijden, achteruit rijden, een inrit ingaan of uitrit uitkomen, van
rijstrook wisselen enz.
Wegen
Op de weg: alle weggebruikers (dus ook
voetgangers enz.)
Op de weg: motorvoertuigen (dus ook landbouw
voertuigen en brommobiel)
Op de weg: auto's, vrachtauto's, motors
, Autoweg Autosnelweg
- -
- geen gescheiden rijbanen (tegenliggers) -gescheiden rijbanen (geen tegenliggers)
- gelijkvloerse kruispunten - geen gelijkvloerse kruispunten (viaducten)
- voor motorvoertuigen die 50 km/h kunnen - voor motorvoertuigen die 60 km/h kunnen
- max. 100 km/h - max. 120 km/h
- Op autowegen en autosnelwegen is het verboden: - stil te staan
- gebruik te maken van de vluchtstrook
of vluchthaven of de berm, behalve in
noodgevallen
- achteruit te rijden
- te keren
- Afrit = Bij een afrit staat het eerste bord op 1200 meter afstand bij een autosnelweg en op 900
meter afstand bij een autoweg. Het tweede bord op 600 m en het derde op 300 m.
Maximumsnelheden
- In een erf wordt altijd stapvoets gereden, dit is ongeveer 15 km/h.
- overige snelheden:
auto motor + aanhang- vrachtauto bromfiets tractor
wagen + bus
binnen bebouwde kom 50 50 50 50 30/45* 25
buiten bebouwde kom 80 80 80 80 40/45* 25
autoweg 100 100 80 80 - -
autosnelweg 120 120 80 80 - -
* = 45 op de rijbaan, 30 of 40 op het fiets/bromfietspad
- brommobiel = altijd 45 km/h
- snorfiets = altijd 25 km/h
- gehandicaptenvoertuig met motor = dezelfde snelheden als bromfietsen
- Bij een snelheidsovertreding van meer dan 30 km/h kunnen beginnende bestuurders hun rijbewijs
kwijtraken. Bij overige bestuurders is dit bij meer dan 50 km/h.
Tegenliggers
- = verkeer vanuit deze richting gaat voor
- = verkeer uit tegenovergestelde richting gaat voor
- Voetgangers hoeven zich niet te houden aan deze borden maar vallen wel onder de bescherming
ervan. Zij mogen dus altijd doorlopen.
, Fietsen, bromfietsen en snorfietsen
- Fietsen en snorfietsen volgen dezelfde regels, tenzij anders bepaald
- verplicht fietspad = = alleen fietsers en snorfietsers
- onverplicht fietspad = = alleen fietsers of trappende snorfietsers met de motor uit
- fiets/bromfietspad = = fietsers, snorfietsers en bromfietsers
- Alleen fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden.
Voorrang
- Volgorde van voorrang: 1. Voorrangsvoertuigen
2. Aanwijzingen van agent oid.
3. Verkeerslichten
4. Verkeerstekens en borden
5. Voorrangsregels
- Hoofdregel: Op een gelijkwaardig kruispunt gaan bestuurders van rechts voor.
- Voetgangers zijn geen bestuurders dus hebben nooit voorrang. Toch moet je ze soms voor laten
gaan:
- bij een zebra
- als je een bijzondere manoeuvre uitvoert
- als een voetganger aankomt uit tegenovergestelde richting bij en
- als je afslaat en de voetganger op dezelfde weg rechtdoor gaat
(zie je een voetganger op kop of kont, stop dan terstond)
Voorrangsregels: - rechts gaat voor
- rechtdoor op dezelfde weg gaat voor (fietsers, voetgangers)
- korte bocht gaat voor lange bocht
- verharde weg gaat voor onverharde weg
- alle personen die zich moeilijk voortbewegen, gaan voor
- bij een bijzondere manoeuvre moet je het overige verkeer voor laten gaan
- trams van links en rechts gaan voor (maar moeten jou op een voorrangs-
kruispunt gewoon voor laten gaan)
- het eerste voertuig van een militaire colonnes houdt zich aan de normale
voorrangsregels maar de colonne hoeft niet onderbroken te worden
- het is niet verboden rouwstoeten ed te onderbreken
Tunnels
- Gevaarlijke stoffen = Categorie I en II. Categorie II heeft geen speciale voorzieningen waardoor er
veel minder stoffen door vervoerd mogen worden.
- Maximale reservevoorraad brandstof in tunnel = 60 liter.
