Romeins Recht Werkgroep 1
Boudewijn Kok
11-04-2025
Hoofdstuk 1 – Eigendom en de receptie van
het Romeins recht
1. Inleiding
In deze eerste week staan twee centrale thema’s centraal: het Romeins goederenrecht en de
receptie van het Romeins recht in Europa. We maken kennis met de kernbegrippen uit het
Romeinse privaatrecht: eigendom, zakelijke rechten, en de manier waarop deze rechten
werden overgedragen of verkregen. Tegelijkertijd leren we hoe dit recht eeuwen later weer
werd herontdekt en omgevormd tot de basis van het moderne Europese recht.
2. Persoonlijke versus zakelijke rechten
2.1 Persoonlijke rechten (actiones in personam)
Een persoonlijk recht is een verbintenis tussen twee partijen. De crediteur heeft het recht om
van de debiteur iets te eisen: een prestatie, betaling of levering. Dit recht geldt slechts tussen
hen en is dus relatief.
Voorbeeld: Flora betaalt Glaber om bloemen te mogen plukken in zijn tuin. Zij heeft een
persoonlijk recht: het geldt alleen tegenover Glaber.
2.2 Zakelijke rechten (actiones in rem)
Een zakelijk recht is een recht op een zaak zelf en werkt tegenover iedereen. Als iemand jouw
eigendom schendt, kun je dat recht inroepen ongeacht wie de ander is.
Voorbeeld: Glaber is eigenaar van zijn tuin. Hij kan optreden tegen iedereen die er zonder
toestemming bloemen plukt.
3. Eigendom: het meest omvattende zakelijke recht
3.1 Kenmerken van eigendom
1
, • Universeel karakter: werkt tegenover iedereen, via de revindicatie.
• Absoluut karakter: de eigenaar bepaalt wat er met de zaak gebeurt.
• Niet beperkt in tijd: eigendom vervalt niet door tijdsverloop.
• Eigendom ≠ bezit: bezit is een feit, eigendom is een recht.
Revindicatie: vordering tot teruggave van jouw eigendom, ongeacht wie het bezit.
4. Verkrijging van eigendom
4.1 Opvolging onder algemene titel
De erfgenaam neemt alle rechten en plichten over van de erflater.
“Heres in omne ius mortui succedit.” (D. 29,2,37)
4.2 Opvolging onder bijzondere titel
Bij overdracht van specifieke zaken (bijvoorbeeld koop, schenking, legaat).
4.3 Originaire eigendomsverkrijging
• Occupatio: toe-eigening van een zaak zonder eigenaar (res nullius).
• Thesaurus: schatvinding van een onbeheerde waardevolle zaak.
• Specificatio: nieuwe zaak gemaakt uit het materiaal van een ander.
• Commixtio: vermenging van soortzaken (graan, olie).
• Accessio: bestanddeelvorming/natrekking: de ondergeschikte zaak gaat op in de
hoofdzaak.
5. Numerus clausus: gesloten systeem van zakelijke
rechten
Zakelijke rechten zijn beperkt tot een vastgesteld aantal, zoals:
• Genotsrechten: vruchtgebruik, erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid.
• Zekerheidsrechten: pand en hypotheek.
Nieuwe vormen van zakelijke rechten zijn in het Romeinse recht niet toegestaan.
6. Receptie van het Romeins recht
6.1 Herontdekking en verspreiding
2
Boudewijn Kok
11-04-2025
Hoofdstuk 1 – Eigendom en de receptie van
het Romeins recht
1. Inleiding
In deze eerste week staan twee centrale thema’s centraal: het Romeins goederenrecht en de
receptie van het Romeins recht in Europa. We maken kennis met de kernbegrippen uit het
Romeinse privaatrecht: eigendom, zakelijke rechten, en de manier waarop deze rechten
werden overgedragen of verkregen. Tegelijkertijd leren we hoe dit recht eeuwen later weer
werd herontdekt en omgevormd tot de basis van het moderne Europese recht.
2. Persoonlijke versus zakelijke rechten
2.1 Persoonlijke rechten (actiones in personam)
Een persoonlijk recht is een verbintenis tussen twee partijen. De crediteur heeft het recht om
van de debiteur iets te eisen: een prestatie, betaling of levering. Dit recht geldt slechts tussen
hen en is dus relatief.
Voorbeeld: Flora betaalt Glaber om bloemen te mogen plukken in zijn tuin. Zij heeft een
persoonlijk recht: het geldt alleen tegenover Glaber.
2.2 Zakelijke rechten (actiones in rem)
Een zakelijk recht is een recht op een zaak zelf en werkt tegenover iedereen. Als iemand jouw
eigendom schendt, kun je dat recht inroepen ongeacht wie de ander is.
Voorbeeld: Glaber is eigenaar van zijn tuin. Hij kan optreden tegen iedereen die er zonder
toestemming bloemen plukt.
3. Eigendom: het meest omvattende zakelijke recht
3.1 Kenmerken van eigendom
1
, • Universeel karakter: werkt tegenover iedereen, via de revindicatie.
• Absoluut karakter: de eigenaar bepaalt wat er met de zaak gebeurt.
• Niet beperkt in tijd: eigendom vervalt niet door tijdsverloop.
• Eigendom ≠ bezit: bezit is een feit, eigendom is een recht.
Revindicatie: vordering tot teruggave van jouw eigendom, ongeacht wie het bezit.
4. Verkrijging van eigendom
4.1 Opvolging onder algemene titel
De erfgenaam neemt alle rechten en plichten over van de erflater.
“Heres in omne ius mortui succedit.” (D. 29,2,37)
4.2 Opvolging onder bijzondere titel
Bij overdracht van specifieke zaken (bijvoorbeeld koop, schenking, legaat).
4.3 Originaire eigendomsverkrijging
• Occupatio: toe-eigening van een zaak zonder eigenaar (res nullius).
• Thesaurus: schatvinding van een onbeheerde waardevolle zaak.
• Specificatio: nieuwe zaak gemaakt uit het materiaal van een ander.
• Commixtio: vermenging van soortzaken (graan, olie).
• Accessio: bestanddeelvorming/natrekking: de ondergeschikte zaak gaat op in de
hoofdzaak.
5. Numerus clausus: gesloten systeem van zakelijke
rechten
Zakelijke rechten zijn beperkt tot een vastgesteld aantal, zoals:
• Genotsrechten: vruchtgebruik, erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid.
• Zekerheidsrechten: pand en hypotheek.
Nieuwe vormen van zakelijke rechten zijn in het Romeinse recht niet toegestaan.
6. Receptie van het Romeins recht
6.1 Herontdekking en verspreiding
2