,Toetsen tentamen:
Leereenheid 1
Wederrechtelijkheid:
1. Wanneer het expliciet genoemd is in de casus of wetsartikel.
2. Wanneer er sprake is van een rechtvaardigingsgrond.
3. Wanneer er sprake is van een casus vergelijkbaar arrest Veearts o.a. waar
wederrechtelijkheid in voorkomt.
Arresten wederrechtelijkheid:
Arrest Veearts: wederrechtelijkheid wordt vaak gebruikt om te beoordelen of een handeling
inbreuk maakt op de wet of rechten van anderen (ongeschreven regels).
- Dus een ongeschreven voorwaarde voor strafrechtelijke aansprakelijkheid =
wederrechtelijkheid.
- Wederrechtelijkheid = in strijd met het objectieve recht (geheel van regels of normen
dat de samenleving ordent).
Arrest Dreigbrief:
1. Wederrechtelijkheid kan worden bewezen indien het handelen van de verdachte
van zodanige aard is dat de verdachte moet hebben geweten/beseft dat hij de
grenzen van de maatschappelijke betamelijkheid overschrijdt.
2. Hieruit blijkt dus dat wederrechtelijkheid geen beperkte betekenis heeft en dat het als
bestanddeel een ruimere invulling kan krijgen.
Dreigbrief was wederrechtelijkheid want ernstig in strijd met maatschappelijke
normen.
Leer van facet wederrechtelijkheid: betekenis van wederrechtelijkheid kan per delict
verschillen (bijv. onbevoegd, in strijd met, onrechtmatig etc.). Het betekent puur dat het een
andere betekenis heeft per in de artikelen.
Objectieve en subjectieve zijde van het delict:
- Objectieve zijde: gedrag / eigenschappen van gedraging / wederrechtelijk.
- Subjectieve zijde: wil / bewustzijn / gemoedstoestand / verwijtbaarheid.
Arresten causaliteitstheorieën algemeen:
Arrest Groninger HIV:
1. Opzet kan worden vastgesteld als de verdachte zich bewust is van de kans en
deze kans aanvaard. Het verzwijgen van HIV i.c.m. seksuele contact kan leiden tot
strafrechtelijke aansprakelijkheid.
2. Het is noodzakelijk dat de dader zich bewust is van de risico’s van zijn handelen.
Arrest Bloedvergiftiging:
1. Voor de vaststelling van causaal verband moet worden gekeken of de dood
redelijkerwijs aan de handeling van de verdachte worden toegerekend.
2. Het bestaan van een onwaarschijnlijke alternatieve oorzaak staat niet in de weg
aan de vaststelling van causaal verband.
1
, 3. De beoordeling van de toerekening is gericht op de vraag of de gevolgen van de
daad in redelijkheid aan de dader kunnen worden toegerekend.
Geval van nalatigheid, medisch personeel kijken naar: Arresten Aortaperforatie, Haarlemse
doodslag 1 en niet behandelde longinfectie (keuze slachtoffer om niet medisch in te grijpen):
Conclusie uit beide: als verdachte geen misdrijf had gepleegd, hoefde het slachtoffer niet
medisch behandeld te worden, dus schuld van de verdachte, niet medisch personeel. HR
gebruikte leer van redelijke toerekening, hier komt uit naar voren (rechtsregels):
1. Causaal verband moet worden beoordeeld a.d.h.v. redelijke toerekening van de
gevolgen van de daad aan de dader.
2. De dood van het slachtoffer kan worden toegerekend aan de verdachte, ook bij
nalatigheid door medische professionals. Het bestaan van andere oorzaken zoals
medisch falen staat niet in de weg aan de redelijke toerekening van de dood van de
verdachte.
3. Daad van de verdachte is directe oorzaak van de operatie en zonder de daad was
het niet nodig geweest.
Let op: hier gaat het om nalatigheid door dokter.
Arrest Hevige emoties II: HR stelt causaal verband van a.d.h.v. leer van redelijke
toerekening.
1. Verdachte had moeten weten dat ouderen heftig reageren op hevige emoties, want
algemene bekendheid. Verdachte had moeten weten dat, bewust risico genomen
op.
Dit arrest gebruiken bij zaken over algemene bekendheid.
Altijd toetsen aan opzet als het in het strafbare feit staat.
Causaliteit: oorzaak / gevolg (causaal verband)
Er zijn meerdere causaliteitstheorieën:
1. Leer van conditio sine qua non verband: elke gedraging die niet weggedacht kan
worden zonder dat het gevolg weg valt, wordt als strafrechtelijk relevante
veroorzaker van een gevolg gezien.
- Voorbeeld: Stel, een persoon (A) geeft iemand anders (B) een duw op de
rand van een brug. B verliest zijn evenwicht, valt in het water en verdrinkt. In
dit geval wordt gekeken of de gedraging van A (de duw) een noodzakelijke
voorwaarde was voor het gevolg (de verdrinking). Als B zonder de duw niet in
het water was gevallen en dus niet was verdronken, dan is de duw een
conditio sine qua non voor de dood van B. Toepassing in het strafrecht: A
wordt gezien als strafrechtelijk relevante veroorzaker van het gevolg, omdat
zijn handeling niet weggedacht kan worden zonder dat ook het gevolg (de
dood van B) wegvalt. Dit betekent niet automatisch dat A schuldig is aan een
strafbaar feit, want er moeten ook andere voorwaarden (zoals schuld of
opzet) worden onderzocht.
- Uit toets: het grootste bezwaar tegen dit verband is dat er bij toepassing van
die theorie een vrijwel onbeperkt aantal gedragingen als strafrechtelijke
relevante veroorzaker van een gevolg wordt gezien (tegenargument).
2. Causa proxima theorie: wordt de strafrechtelijke aansprakelijkheid gezocht, in het
meest rechtstreekse verband tussen de gedraging en het gevolg.
2