Leren in Organisaties: Organisatiekunde
Samenvatting inclusief modellen
WEEK 1
Wat is een organisatie?
Welke plek heeft het leren van professionals in organisaties?
Adviseur = iemand die in de positie is om invloed uit te oefenen op een individu, groep of
organisatie maar die geen directe invloed heeft om veranderingen door te voeren
Verschillende niveaus van leren in organisaties:
- Medewerkers
- Teams
- Organisatie
- Organisaties
→ Kan zowel formeel als informeel
Organisatie = organizations are social entities that are goal-directed and designed as
deliberately structured and coordinated activity systems, and are linked to the external
environment (Daft et al., 2020)
Sociale entiteit - organisaties bestaan uit mensen en die interpreteren situaties, zij hebben
ideeën van werken en die kunnen verschillen van de ideeën van de organisatie
Doelgericht - meest effectieve manier om doel te bereiken vinden, niet alle mensen hebben
hetzelfde doel, kan bijv. verschillen per team. Ook sprake van kwesties met macht
Bewust gestructureerd - hoe de organisatie in elkaar zit, laat al zien wat de organisatie doet
en waardeert. Ook altijd een bepaalde werkverdeling, zoals afdelingen
Structuur en coördinatie - opbouw en toezicht, maar praktijk kan anders werken dan op
papier
Niet los van externe omgeving - de mate waarin de organisatie gerelateerd is aan de
omgeving varieert. De omgeving kan de organisatie vormgeven
Stakeholders/partijen = alle groepen die specifiek belang hebben in de organisatie, bijv.
aandeelhouders. Oefenen directe invloed uit, en de organisatie beïnvloedt hen ook
Omgeving = samenleving, oefent indirecte invloed uit, beperkt door organisatie te
beïnvloeden. Bijv. milieu, technologie, demografie , politiek
Grote uitdagingen voor organisaties:
● Globalisering
Internationaal samenwerken, profiteren van specifieke expertise met lage kosten
→ Medewerkers
● Ethisch handelen en sociale verantwoordelijkheid
, Transparant zijn en verantwoordelijkheid nemen
→ Belangenorganisaties
● Responsiviteit
Wendbaar zijn en handelen als de omgeving verandert
→ Medewerkers
● Digitaal werken
Inkoop en verkoop met een druk op de knop, minder tussenpersonen, hiërarchie
→ Afnemers
● Diversiteit
Grotere variëteit aan manieren van werken
→ Demografische factoren
Type organisaties:
Grote multinationals (bijv. McDonalds), kleine (familie)bedrijven, gericht op diensten of
producten (bijv., ziekenhuis), commercieel met winstoogmerk, non-profit publieke sector
Organisaties brengen middelen samen om welvaart te creëren door het produceren van
goederen en diensten die consumenten afnemen en ze brengen innovatie + ze adresseren
continue uitdagingen
Literatuur over organisaties:
Perspectief 1
Er is heel lang gedacht dat een organisatie een gesloten systeem is:
Focus beperkt tot organisatie alleen, weinig aandacht voor afhankelijkheid van en invloed op
omgeving, traditioneel perspectief
Centrale vraag: hoe kan de organisatie effectiever zijn door aanscherpen van de interne
structuur (ipv aan te passen aan een veranderende situatie)? Bijv. nog winstgevender
worden, meer producten verkopen
Perspectief 2
Organisatie als open systeem:
Grenzen tussen organisatie en omgeving zijn doorlaatbaar, organisatieontwerp moet
uitwisseling over deze grens mogelijk maken - anders overleeft de organisatie niet
Om te overleven en bloeien moeten organisaties aanpassen of proberen de omgeving te
controleren
, → Subsystemen (processen) zijn er om organisatie te laten overleven:
- Grensoverschrijding: uitwisseling met externe omgeving
- In stand houding: soepel laten draaien van de organisatie
- Aanpassing: organisatieverandering
- Management: coördineren en richting geven aan grensoverschrijding, in stand
houding en aanpassing
Organisatiestructuur = bepaalt op welke wijze werk / taken / verantwoordelijkheden worden
verdeeld en hoe deze met elkaar samenhangen
→ Vijf basisonderdelen (Mintzberg):
Technische kern / operatie = waar het werk wordt uitgevoerd (primaire processen)
Middenmanagement = toezicht op de werkvloer
Strategische top = topmanagement en persoonlijke staf - toezicht op middenmanagment:
betrokken bij richting geven van organisatie
Technische staf = adviseert over technologische structuur
Ondersteunende staf = ondersteuning aan organisatie (HR, catering bijv.)
Dimensies van organisatieontwerp
- Structurele dimensies
Helpen om centrale kenmerken van organisatie te duiden/ in kaart te brengen
● Formalisering: afhankelijkheid van geschreven documenten - procedures en
protocollen
● Specialisatie: in hoeverre taken onderverdeeld zijn in aparte functie
● Hiërarchie van gezag: in kaart brengen wie aan wie rapporteert + op hoeveel
medewerkers is er een manager
● Centralisatie: het niveau waarop beslissingen genomen worden in kaart brengen
● Professionalisme: de mate waarin medewerkers opgeleid en getraind zijn om het
werk uit te kunnen voeren
Samenvatting inclusief modellen
WEEK 1
Wat is een organisatie?
Welke plek heeft het leren van professionals in organisaties?
Adviseur = iemand die in de positie is om invloed uit te oefenen op een individu, groep of
organisatie maar die geen directe invloed heeft om veranderingen door te voeren
Verschillende niveaus van leren in organisaties:
- Medewerkers
- Teams
- Organisatie
- Organisaties
→ Kan zowel formeel als informeel
Organisatie = organizations are social entities that are goal-directed and designed as
deliberately structured and coordinated activity systems, and are linked to the external
environment (Daft et al., 2020)
Sociale entiteit - organisaties bestaan uit mensen en die interpreteren situaties, zij hebben
ideeën van werken en die kunnen verschillen van de ideeën van de organisatie
Doelgericht - meest effectieve manier om doel te bereiken vinden, niet alle mensen hebben
hetzelfde doel, kan bijv. verschillen per team. Ook sprake van kwesties met macht
Bewust gestructureerd - hoe de organisatie in elkaar zit, laat al zien wat de organisatie doet
en waardeert. Ook altijd een bepaalde werkverdeling, zoals afdelingen
Structuur en coördinatie - opbouw en toezicht, maar praktijk kan anders werken dan op
papier
Niet los van externe omgeving - de mate waarin de organisatie gerelateerd is aan de
omgeving varieert. De omgeving kan de organisatie vormgeven
Stakeholders/partijen = alle groepen die specifiek belang hebben in de organisatie, bijv.
aandeelhouders. Oefenen directe invloed uit, en de organisatie beïnvloedt hen ook
Omgeving = samenleving, oefent indirecte invloed uit, beperkt door organisatie te
beïnvloeden. Bijv. milieu, technologie, demografie , politiek
Grote uitdagingen voor organisaties:
● Globalisering
Internationaal samenwerken, profiteren van specifieke expertise met lage kosten
→ Medewerkers
● Ethisch handelen en sociale verantwoordelijkheid
, Transparant zijn en verantwoordelijkheid nemen
→ Belangenorganisaties
● Responsiviteit
Wendbaar zijn en handelen als de omgeving verandert
→ Medewerkers
● Digitaal werken
Inkoop en verkoop met een druk op de knop, minder tussenpersonen, hiërarchie
→ Afnemers
● Diversiteit
Grotere variëteit aan manieren van werken
→ Demografische factoren
Type organisaties:
Grote multinationals (bijv. McDonalds), kleine (familie)bedrijven, gericht op diensten of
producten (bijv., ziekenhuis), commercieel met winstoogmerk, non-profit publieke sector
Organisaties brengen middelen samen om welvaart te creëren door het produceren van
goederen en diensten die consumenten afnemen en ze brengen innovatie + ze adresseren
continue uitdagingen
Literatuur over organisaties:
Perspectief 1
Er is heel lang gedacht dat een organisatie een gesloten systeem is:
Focus beperkt tot organisatie alleen, weinig aandacht voor afhankelijkheid van en invloed op
omgeving, traditioneel perspectief
Centrale vraag: hoe kan de organisatie effectiever zijn door aanscherpen van de interne
structuur (ipv aan te passen aan een veranderende situatie)? Bijv. nog winstgevender
worden, meer producten verkopen
Perspectief 2
Organisatie als open systeem:
Grenzen tussen organisatie en omgeving zijn doorlaatbaar, organisatieontwerp moet
uitwisseling over deze grens mogelijk maken - anders overleeft de organisatie niet
Om te overleven en bloeien moeten organisaties aanpassen of proberen de omgeving te
controleren
, → Subsystemen (processen) zijn er om organisatie te laten overleven:
- Grensoverschrijding: uitwisseling met externe omgeving
- In stand houding: soepel laten draaien van de organisatie
- Aanpassing: organisatieverandering
- Management: coördineren en richting geven aan grensoverschrijding, in stand
houding en aanpassing
Organisatiestructuur = bepaalt op welke wijze werk / taken / verantwoordelijkheden worden
verdeeld en hoe deze met elkaar samenhangen
→ Vijf basisonderdelen (Mintzberg):
Technische kern / operatie = waar het werk wordt uitgevoerd (primaire processen)
Middenmanagement = toezicht op de werkvloer
Strategische top = topmanagement en persoonlijke staf - toezicht op middenmanagment:
betrokken bij richting geven van organisatie
Technische staf = adviseert over technologische structuur
Ondersteunende staf = ondersteuning aan organisatie (HR, catering bijv.)
Dimensies van organisatieontwerp
- Structurele dimensies
Helpen om centrale kenmerken van organisatie te duiden/ in kaart te brengen
● Formalisering: afhankelijkheid van geschreven documenten - procedures en
protocollen
● Specialisatie: in hoeverre taken onderverdeeld zijn in aparte functie
● Hiërarchie van gezag: in kaart brengen wie aan wie rapporteert + op hoeveel
medewerkers is er een manager
● Centralisatie: het niveau waarop beslissingen genomen worden in kaart brengen
● Professionalisme: de mate waarin medewerkers opgeleid en getraind zijn om het
werk uit te kunnen voeren