Samenvatting Praktisch Verbintenissenrecht/BR1

Verbintenissenrecht aantekeningen
Schema privaatrecht




Het vermogensrecht
 Vermogen
o Het geheel van op geld waardeerbare rechten en plichten die iemand heeft
 Vermogensrecht
o Alle op een bepaald tijdstip geldende rechtsregels m.b.t. de subjectieve rechten en
plichten die onderdeel van een vermogen kunnen vormen
 Objectief
o Alle rechten bij elkaar
 Subjectief
o Mijn recht




Hoofdrolspelers/rechtssubjecten in het verbintenissenrecht
 Natuurlijke personen:
o Mensen van vlees en bloed
 Rechtspersonen
o Bijv. BV, NV, stichting, vereniging, gemeentes, Nederlandse Staat

,De verbintenis
 Definitie: een rechtsrelatie tussen 2 personen, waarbij de ene partij verplicht is om een
prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft
o Voorbeeld:
 Rechtsverhouding uit arbeidsovereenkomst

Gewone feiten en rechtsfeiten




Feiten
 Rechtsfeit
o Een feit met een rechtsgevolg
 Norma wordt geboren
 Lucia koopt een fiets
 Gewoon feit
o Een feit zonder rechtsgevolg
 Het gras is groen
 Mieke loopt naar school
Rechtsfeiten
 Blote rechtsfeiten
o Geen handelingen, maar wel rechtsgevolg
 Geboorte, overlijden, tijdsverloop
 Rechtens relevante handelingen
o Handeling met rechtsgevolg
 Sluiten koopovereenkomst, deuk rijden in de auto van de buurman

Rechtens relevante handeling
 Feitelijke handeling
o Handelingen met rechtsgevolg, maar daar niet op is gericht

,  Mieke gooit een bal door de ruit van Ahmed
 Rechtshandeling
o Handeling gericht op een rechtsgevolg (zie art. 3:3 BW)
 Fatima koopt een fiets, Ollie leent een boek van de bibliotheek
 Wilsuiting
o De handelende persoon laat duidelijk blijken dat hij of zij de bedoeling heeft het
rechtsgevolg tot stand te brengen
 Oogmerk
o De bedoeling van de handelende persoon
Rechtshandelingen
 Eenzijdige rechtshandeling
o Een rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door 1 persoon. De medewerking van een
ander persoon is niet nodig
 De erkenning van een kind, het opstellen van een testament
 Persoonsgerichte rechtshandeling
o Deze rechtshandeling is gericht tot een specifieke persoon
 Opzeggen huur, opzeggen arbeidsovereenkomst
 Niet-persoonsgerichte rechtshandeling (ongerichte rechtshandeling)
o Deze rechtshandeling is niet tot een specifieke persoon
 Aangifte doen van de geboorte van je kind of het opmaken van een
testament
 Meerzijdige rechtshandeling
o Voor de totstandkoming van een meerzijdige rechtshandeling moeten tenminste
twee personen samenwerken. Hierbij is wilsuiting van beide partijen nodig
 Alle overeenkomsten (ook schenkingsovereenkomst)

Meerzijdige rechtshandeling
 De eenzijdige overeenkomst
o Slechts voor 1 partij ontstaat een verplichting
 Schenkingsovereenkomst
 De meerzijdige/ wederkerige overeenkomst
o Beide partijen hebben verplichtingen jegens elkaar (art. 6:261 lid 1 BW)
 Huurovereenkomst
 Andere overeenkomsten
o Verplichtingen die zijn ontstaan en geregeld in de wet en niet voortvloeien uit
wilsverklaringen
 Huwelijksovereenkomst
 Verbintenis scheppende overeenkomst (obligatoire overeenkomst)
o Overeenkomst ontstaan er meerdere verbintenissen tussen partijen
 arbeidsovereenkomst

De rechtshandeling
 Rechtshandeling
o Handeling gericht op een rechtsgevolg.
 Wil + verklaring zijn hiervoor noodzakelijk (art. 3:33 BW)