Hoorcollege week 6 Vennootschaps- en rechtspersonenrecht – Besluiten en aantasting van
besluiten
Wat is een besluit?
• Een beslissing van een orgaan van een rechtspersoon gericht op een rechtsgevolg
• En waaraan dat rechtsgevolg (om die reden) is verbonden
• Een besluit is dus een rechtshandeling van de rechtspersoon
Vervolg (1)
• ‘Rechtsgevolg’, d.w.z.: door de beslissing treedt een wijziging op in het interne recht en/of in
de rechtsbetrekkingen met anderen
– nauw bij de rechtspersoon betrokkenen (leden, aandeelhouders, bestuurders etc.);
of
– derden
• Bijvoorbeeld besluit tot statutenwijziging, uitgifte van aandelen, vaststelling contributie,
benoeming bestuurders, toelating leden etc.
Vervolg (2)
• Geen rechtsgevolg = wel beslissing, maar geen besluit. Je kunt dan dus niet naar de rechter
om besluit aan te tasten, want het is geen besluit.
• Bijvoorbeeld
– Verwerping van het voorstel
– ‘politieke’ uitspraken
Wat is ook al weer een orgaan?
• (i) een gremium binnen de rechtspersoon dat
• (ii) op grond van de wet of statuten
• (iii) zelfstandig bevoegd is tot het nemen van beslissingen.
– Vb. Het bestuur, de algemene vergadering, de raad van commissarissen
Twee typen besluiten
• Besluiten genomen in vergadering
• Besluiten genomen buiten vergadering
Verschillende regels voor de geldigheid.
Besluiten in vergadering
• Essentiële voorwaarden:
, – Geldig bijeengeroepen (art. 2:41, 109, 219 BW) bijeenroeping is de formele
handeling waardoor orgaan geautoriseerd wordt om een beslissing te nemen voor de
rechtspersoon. Als dat niet gebeurd, kan geen geldig besluit genomen worden.
Bestuur (hele bestuur, dus niet alleen de voorzitter) in principe bevoegd tot
bijeenroeping, maar je kan bevoegdheid ook aan anderen toekennen.
– De meerderheid van de leden van het orgaan moet vóór het voorstel hebben
gestemd
• gewone of gekwalificeerde meerderheden zijn mogelijk
• Niet aan voldaan? => Geen (non-existent) besluit
Besluiten buiten vergadering (1)
• Wet regelt dit alleen t.a.v. leden en aandeelhouders:
– Art. 2:40 lid 2 (vereniging)
• Eenstemmigheid van alle leden/afgevaardigden
• Voorkennis bestuur, bestuur moet ervan weten, mochten ze het niet willen
kunnen ze dan alsnog een ALV bijeenroepen.
Besluiten buiten vergadering (2)
– Art. 2:128 (NV)
• Statuten moeten het toelaten (en …), anders kan het niet
• Algemene stemmen, geen tegenstemmers
• Schriftelijk uitgebracht
(raadgevende stem bestuurders/commissarissen is ongeschreven regel: HR Janssen Pers. De wet
vermeld het alleen voor besluiten in vergadering genomen, maar geldt ook voor besluiten buiten
vergadering.)
– Art. 2:238 (BV)
• Alle vergadergerechtigden (alle aandeelhouders in principe) zijn akkoord met
besluitvorming buiten vergadering
• Stemmen schriftelijk uitgebracht/uitslag schriftelijk vastgelegd, ze hoeven
niet allemaal in te stemmen met het voorstel, dus soepeler. Geen
algemeenheid van stemmen nodig, gewone meerderheid. Verschil met NV!
• Bestuurders/commissarissen zijn in de gelegenheid gesteld vooraf advies te
geven
Vereiste meerderheid/terminologie
• Gewone/absolute/volstrekte meerderheid (art. 2:120, 230 BW)
– de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen (bijv. 31 van de 60 uitgebrachte
stemmen)
besluiten
Wat is een besluit?
• Een beslissing van een orgaan van een rechtspersoon gericht op een rechtsgevolg
• En waaraan dat rechtsgevolg (om die reden) is verbonden
• Een besluit is dus een rechtshandeling van de rechtspersoon
Vervolg (1)
• ‘Rechtsgevolg’, d.w.z.: door de beslissing treedt een wijziging op in het interne recht en/of in
de rechtsbetrekkingen met anderen
– nauw bij de rechtspersoon betrokkenen (leden, aandeelhouders, bestuurders etc.);
of
– derden
• Bijvoorbeeld besluit tot statutenwijziging, uitgifte van aandelen, vaststelling contributie,
benoeming bestuurders, toelating leden etc.
Vervolg (2)
• Geen rechtsgevolg = wel beslissing, maar geen besluit. Je kunt dan dus niet naar de rechter
om besluit aan te tasten, want het is geen besluit.
• Bijvoorbeeld
– Verwerping van het voorstel
– ‘politieke’ uitspraken
Wat is ook al weer een orgaan?
• (i) een gremium binnen de rechtspersoon dat
• (ii) op grond van de wet of statuten
• (iii) zelfstandig bevoegd is tot het nemen van beslissingen.
– Vb. Het bestuur, de algemene vergadering, de raad van commissarissen
Twee typen besluiten
• Besluiten genomen in vergadering
• Besluiten genomen buiten vergadering
Verschillende regels voor de geldigheid.
Besluiten in vergadering
• Essentiële voorwaarden:
, – Geldig bijeengeroepen (art. 2:41, 109, 219 BW) bijeenroeping is de formele
handeling waardoor orgaan geautoriseerd wordt om een beslissing te nemen voor de
rechtspersoon. Als dat niet gebeurd, kan geen geldig besluit genomen worden.
Bestuur (hele bestuur, dus niet alleen de voorzitter) in principe bevoegd tot
bijeenroeping, maar je kan bevoegdheid ook aan anderen toekennen.
– De meerderheid van de leden van het orgaan moet vóór het voorstel hebben
gestemd
• gewone of gekwalificeerde meerderheden zijn mogelijk
• Niet aan voldaan? => Geen (non-existent) besluit
Besluiten buiten vergadering (1)
• Wet regelt dit alleen t.a.v. leden en aandeelhouders:
– Art. 2:40 lid 2 (vereniging)
• Eenstemmigheid van alle leden/afgevaardigden
• Voorkennis bestuur, bestuur moet ervan weten, mochten ze het niet willen
kunnen ze dan alsnog een ALV bijeenroepen.
Besluiten buiten vergadering (2)
– Art. 2:128 (NV)
• Statuten moeten het toelaten (en …), anders kan het niet
• Algemene stemmen, geen tegenstemmers
• Schriftelijk uitgebracht
(raadgevende stem bestuurders/commissarissen is ongeschreven regel: HR Janssen Pers. De wet
vermeld het alleen voor besluiten in vergadering genomen, maar geldt ook voor besluiten buiten
vergadering.)
– Art. 2:238 (BV)
• Alle vergadergerechtigden (alle aandeelhouders in principe) zijn akkoord met
besluitvorming buiten vergadering
• Stemmen schriftelijk uitgebracht/uitslag schriftelijk vastgelegd, ze hoeven
niet allemaal in te stemmen met het voorstel, dus soepeler. Geen
algemeenheid van stemmen nodig, gewone meerderheid. Verschil met NV!
• Bestuurders/commissarissen zijn in de gelegenheid gesteld vooraf advies te
geven
Vereiste meerderheid/terminologie
• Gewone/absolute/volstrekte meerderheid (art. 2:120, 230 BW)
– de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen (bijv. 31 van de 60 uitgebrachte
stemmen)