College 1 H14 boek
Stedenbouwkunde = onderzoek wenselijke en mogelijke ontwikkelingen voor bestaande en
nieuw in te richten gebieden
Stedelijk programma = De bestaansreden van de stad, voldoen aan behoefte inwoners en
bezoekers en bedrijven. Aspecten als wonen, werken, recreatie, onderwijs, leren, mobiliteit enz.
Stad en samenleving in verandering
Opkomst van de functionele (welvaarts)stad
Het artikel The Eggs of Price: An Ovo-Urban Analogy van Frank Jacobs bespreekt het werk van
de architect Cedric Price (1934-2003) en zijn visie op stedelijke ontwikkeling. Price gebruikte drie
soorten eieren om de evolutie van steden te beschrijven: gekookt, gepocheerd en roerei, die elk
een stadia van stadsontwikkeling symboliseren.
1. Gekookt Ei(de historische stad): Dit verwijst naar de vroege steden, die compacte
centra waren met verdedigingsmuren.
1. Militaire ontwerpopgave(stad – stadsmuur – gracht)
2. Ravelijn: verdedigingswerk buiten muren hoofdvestiging
3. Bastion: vijfhoekig, naar buiten stekend deel van een
vestingmuur
4. Courtine: rechte deel van de vestingmuur tussen twee
bastions
5. Steden verdedigen zichzelf door inundaties: opzettelijk
onder water zetten van land als verdediging
Einde: stadsrand opnieuw ontwerpen als landschap architectonisch
Bouw van fabrieken, bedrijven en arbeidswijken buiten de stadskern
2. gebakken Ei(de industriële stad): Met de groei van bevolking en industrie breidden
steden zich uit. De kern bleef het centrum van macht, maar werd omgeven door nieuwe
ringen van woon- en industriële gebieden.
1. Wonen en werken apart / transport: de trein
2. Uitbreiding stad
Einde: Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) Amsterdam ontworpen door Van Eesteren
3. Roerei(de functionele stad): De moderne stad is diffuus en minder gecentreerd, waarbij
mensen zich steeds verder van het stadscentrum vestigen dankzij gemakkelijke
mobiliteit.
, 5 Hoofdkenmerken functionele stad
1. Functiescheiding: stedelijke functies: wonen, werken, verkeer en recreatie
2. Tegengaan van metropoolvorming; bevorderen van stedelijke spreiding, afremmen
grootstedelijke ontwikkeling
3. Samenhang van stedenbouw en volkshuisvesting; greep overheid op
woningproductie, stedenbouw. Groeikernen aangewezen(blokjeskaart)
4. Accent op nationaal wegennetwerk, Afstemming in rijkswegenplan - (A-
wegen) wegen netwerk rondom grote steden zijn overbelast door nationaal
als internationaal verkeer
5. Bewerking en beheersing van natuur en landschap, uitbreiding landbouwgebieden en
verbinding tussen gebieden. Spreiden economische en stedelijke ontwikkeling
Einde: Omvang industrieën als textiel en auto namen af
De toekomst van steden hangt volgens Price af van mobiliteitskosten: de stijgende kosten van
woon-werkverkeer in steden als Londen kunnen leiden tot een trend van "inwaartse mobiliteit",
waarbij mensen terug naar de stad verhuizen. De vraag is of toekomstige steden compacter en
dichter bevolkt zullen worden, of dat hernieuwbare energie verdere uitbreiding zal blijven
ondersteunen.
Kritieken op functionele (welvaarts)stad
Binnenstadsbeleving – kil, sfeerloos, onherbergzaam
Milieu en visserijbewegingen – Oosterschelde niet afgesloten, maar werd stormvloedkering.
Inpoldering van markermeer gebeurde niet
Veranderingen en nieuwe trends
Meer ruimtelijke kwaliteit – duurzame bouw en meer esthetische kwaliteit/ streven langdurige
waardering van bewoners
Eenvoudig aanpasbaar – toekomstige functionaliteit en flexibiliteit
Inpassing van landschap – kiezen ensemble op locatie
Minimale belasting voor milieu
, ACTUELE trends en invloeden op stedenbouw
Wat speelt er?:
3e industriële revolutie / Globalisering en de ‘Next Economy’, invloed van informatie- en
communicatietechnologie. Overheden minder zicht op markt en dus minder invloed/controle.
Actuele trends:
Functiemenging – wonen, cultuur en onderwijs en economie in 1
Herwaardering van metropoolvorming – grotere/diverse steden, niet meer! (voordeel: stapeling
functies, nadeel: passende huisvesting duur)
Moderne metropool is netwerk stad(infrastructuur / onmisbaar)
Woningbouwopgave – bevolkingsgroei, betaalbare woningen
Decentralisering en privatisering – minder overheid, meer vrijheid woningcorporaties en
gemeenten
Circulaire economie
Water en bodem sturend – doorslaggevende rol bij inrichting
Duurzame mobiliteit – bereikbare werk en woonomstandigheden
Ruimtelijke kwaliteit – waardevolle leefomgeving
H14- Stad en samenleving in verandering beschrijft de transformatie van steden vanaf de
industriële revolutie tot het heden, en de bijbehorende veranderingen in stedelijke planning.
(Van 1650-nu)
1. Historische Ontwikkeling: Aan het einde van de 19e eeuw ontstonden steden die
primair waren gericht op industriële productie. Gedurende de 20e eeuw werd
stedenbouw beïnvloed door de ideeën van de 'functionele stad', waarin functies zoals
wonen, werken, en recreatie strikt gescheiden werden om efficiëntie en gezondheid te
bevorderen.
2. Verzorgingsstaat en Functiescheiding: Na de Tweede Wereldoorlog speelde de
overheid een centrale rol in stadsontwikkeling. Dit leidde tot steden met gescheiden
functies en nieuwe infrastructuur om stedelijke groei te beheren, zoals het Nederlandse
concept van de ‘groeikernen’ buiten grote steden om suburbanisatie tegen te gaan.
3. Nieuwe Uitdagingen en Kritiek: Vanaf de jaren zestig nam kritiek toe op het kille
karakter van functionele stadsdelen, zoals Rotterdam en de Bijlmermeer. Ook de
opkomst van milieubewegingen en de oliecrisis veroorzaakten aandacht voor
duurzaamheid.
4. Globalisering en Netwerksamenleving: In de 21e eeuw heeft globalisering geleid tot
een netwerksamenleving waarin technologie en mobiliteit de eisen aan steden hebben
veranderd. Steden streven naar een 'Next Economy' die kennis, creativiteit, en
duurzaamheid centraal stelt.
Stedenbouwkunde = onderzoek wenselijke en mogelijke ontwikkelingen voor bestaande en
nieuw in te richten gebieden
Stedelijk programma = De bestaansreden van de stad, voldoen aan behoefte inwoners en
bezoekers en bedrijven. Aspecten als wonen, werken, recreatie, onderwijs, leren, mobiliteit enz.
Stad en samenleving in verandering
Opkomst van de functionele (welvaarts)stad
Het artikel The Eggs of Price: An Ovo-Urban Analogy van Frank Jacobs bespreekt het werk van
de architect Cedric Price (1934-2003) en zijn visie op stedelijke ontwikkeling. Price gebruikte drie
soorten eieren om de evolutie van steden te beschrijven: gekookt, gepocheerd en roerei, die elk
een stadia van stadsontwikkeling symboliseren.
1. Gekookt Ei(de historische stad): Dit verwijst naar de vroege steden, die compacte
centra waren met verdedigingsmuren.
1. Militaire ontwerpopgave(stad – stadsmuur – gracht)
2. Ravelijn: verdedigingswerk buiten muren hoofdvestiging
3. Bastion: vijfhoekig, naar buiten stekend deel van een
vestingmuur
4. Courtine: rechte deel van de vestingmuur tussen twee
bastions
5. Steden verdedigen zichzelf door inundaties: opzettelijk
onder water zetten van land als verdediging
Einde: stadsrand opnieuw ontwerpen als landschap architectonisch
Bouw van fabrieken, bedrijven en arbeidswijken buiten de stadskern
2. gebakken Ei(de industriële stad): Met de groei van bevolking en industrie breidden
steden zich uit. De kern bleef het centrum van macht, maar werd omgeven door nieuwe
ringen van woon- en industriële gebieden.
1. Wonen en werken apart / transport: de trein
2. Uitbreiding stad
Einde: Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) Amsterdam ontworpen door Van Eesteren
3. Roerei(de functionele stad): De moderne stad is diffuus en minder gecentreerd, waarbij
mensen zich steeds verder van het stadscentrum vestigen dankzij gemakkelijke
mobiliteit.
, 5 Hoofdkenmerken functionele stad
1. Functiescheiding: stedelijke functies: wonen, werken, verkeer en recreatie
2. Tegengaan van metropoolvorming; bevorderen van stedelijke spreiding, afremmen
grootstedelijke ontwikkeling
3. Samenhang van stedenbouw en volkshuisvesting; greep overheid op
woningproductie, stedenbouw. Groeikernen aangewezen(blokjeskaart)
4. Accent op nationaal wegennetwerk, Afstemming in rijkswegenplan - (A-
wegen) wegen netwerk rondom grote steden zijn overbelast door nationaal
als internationaal verkeer
5. Bewerking en beheersing van natuur en landschap, uitbreiding landbouwgebieden en
verbinding tussen gebieden. Spreiden economische en stedelijke ontwikkeling
Einde: Omvang industrieën als textiel en auto namen af
De toekomst van steden hangt volgens Price af van mobiliteitskosten: de stijgende kosten van
woon-werkverkeer in steden als Londen kunnen leiden tot een trend van "inwaartse mobiliteit",
waarbij mensen terug naar de stad verhuizen. De vraag is of toekomstige steden compacter en
dichter bevolkt zullen worden, of dat hernieuwbare energie verdere uitbreiding zal blijven
ondersteunen.
Kritieken op functionele (welvaarts)stad
Binnenstadsbeleving – kil, sfeerloos, onherbergzaam
Milieu en visserijbewegingen – Oosterschelde niet afgesloten, maar werd stormvloedkering.
Inpoldering van markermeer gebeurde niet
Veranderingen en nieuwe trends
Meer ruimtelijke kwaliteit – duurzame bouw en meer esthetische kwaliteit/ streven langdurige
waardering van bewoners
Eenvoudig aanpasbaar – toekomstige functionaliteit en flexibiliteit
Inpassing van landschap – kiezen ensemble op locatie
Minimale belasting voor milieu
, ACTUELE trends en invloeden op stedenbouw
Wat speelt er?:
3e industriële revolutie / Globalisering en de ‘Next Economy’, invloed van informatie- en
communicatietechnologie. Overheden minder zicht op markt en dus minder invloed/controle.
Actuele trends:
Functiemenging – wonen, cultuur en onderwijs en economie in 1
Herwaardering van metropoolvorming – grotere/diverse steden, niet meer! (voordeel: stapeling
functies, nadeel: passende huisvesting duur)
Moderne metropool is netwerk stad(infrastructuur / onmisbaar)
Woningbouwopgave – bevolkingsgroei, betaalbare woningen
Decentralisering en privatisering – minder overheid, meer vrijheid woningcorporaties en
gemeenten
Circulaire economie
Water en bodem sturend – doorslaggevende rol bij inrichting
Duurzame mobiliteit – bereikbare werk en woonomstandigheden
Ruimtelijke kwaliteit – waardevolle leefomgeving
H14- Stad en samenleving in verandering beschrijft de transformatie van steden vanaf de
industriële revolutie tot het heden, en de bijbehorende veranderingen in stedelijke planning.
(Van 1650-nu)
1. Historische Ontwikkeling: Aan het einde van de 19e eeuw ontstonden steden die
primair waren gericht op industriële productie. Gedurende de 20e eeuw werd
stedenbouw beïnvloed door de ideeën van de 'functionele stad', waarin functies zoals
wonen, werken, en recreatie strikt gescheiden werden om efficiëntie en gezondheid te
bevorderen.
2. Verzorgingsstaat en Functiescheiding: Na de Tweede Wereldoorlog speelde de
overheid een centrale rol in stadsontwikkeling. Dit leidde tot steden met gescheiden
functies en nieuwe infrastructuur om stedelijke groei te beheren, zoals het Nederlandse
concept van de ‘groeikernen’ buiten grote steden om suburbanisatie tegen te gaan.
3. Nieuwe Uitdagingen en Kritiek: Vanaf de jaren zestig nam kritiek toe op het kille
karakter van functionele stadsdelen, zoals Rotterdam en de Bijlmermeer. Ook de
opkomst van milieubewegingen en de oliecrisis veroorzaakten aandacht voor
duurzaamheid.
4. Globalisering en Netwerksamenleving: In de 21e eeuw heeft globalisering geleid tot
een netwerksamenleving waarin technologie en mobiliteit de eisen aan steden hebben
veranderd. Steden streven naar een 'Next Economy' die kennis, creativiteit, en
duurzaamheid centraal stelt.