Socioculturele theorie en andere
contextuele perspectieven
Lev Vygotsky
Lev Vygotsky was een Russische psycholoog. Hij zag waarde in het gebruiken van
tools in de maatschappij, zowel fysieke (computers, gereedschap, etc.) als
mentale (taal, strategieën, etc.). Zijn ideeën werden echter vrij laat overgebracht
naar de westerse wereld, omdat
In tegenstelling tot Piaget en andere psychologen, die beschreven welke
vaardigheden een kind kon, keek Vygotsky naar wat een kind kon met behulp van
een volwassene. Hij keek dus ook veel naar de invloed van de omgeving. Een
kind moet dingen zelf uitproberen, maar het is ook belangrijk als de ontdekkingen
uit voorgaande generaties worden overgebracht
Kernideeën:
Sommige cognitieve processen zijn terug te zien bij verschillende dieren
(lagere cognitieve functies, basis manieren voor hoe je reageert op de
omgeving), andere zijn uniek voor mensen (hogere cognitieve functies
(logisch redeneren, geheugen, etc.). Lagere cognitieve functies zijn
aangeboren, de ontwikkeling van hogere cognitieve functies hangt af van
de omgeving
Door zowel informele gesprekken als formeel lesgeven, leren volwassenen
kinderen de manieren waarop hun cultuur de wereld interpreteert en erop
reageert. Ze leren hen de betekenis van dingen en ervaringen. Ook leren
kinderen zo welke stimuli wel en niet belangrijk zijn
Iedere cultuur geeft zijn eigen fysieke en cognitieve tools door die het
dagelijks leven effectiever en efficiënter maakt. Kinderen uit verschillende
culturen bezitten dus ook verschillende tools, afhankelijk van wat nodig is
in hun cultuur
Gedachtes en taal worden steeds meer onderling afhankelijk van elkaar
naarmate kinderen ouder worden: kinderen spreken steeds vaker hun
gedachtes uit en wanneer kinderen praten, hebben ze daar steeds meer
gedachtes over. Private speech ontstaat dan ook langzaam (hardop tegen
jezelf praten). Dit speelt een belangrijke rol in de cognitieve ontwikkeling,
omdat ze hun eigen gedragingen leren sturen. Zeker bij ingewikkelde
taken doen kinderen dit vaker. Uiteindelijk wordt dit inner speech (in jezelf
praten)
Hogere mentale processen ontwikkelen zich door sociale interactie. Deze
sociale activiteiten worden langzaam mentale activiteiten (woordgebruik,
vaardigheden, etc.). Dit wordt internalisering genoemd. Dit kan zowel door
sociale interactie met volwassenen als met leeftijdsgenoten ontstaan.
Discussie met leeftijdsgenoten zorgt ervoor dat kinderen leren dat er meer
standpunten en perspectieven zijn, waardoor ze uiteindelijk leren om zelf
al deze perspectieven af te wegen
, Kinderen gebruiken de culturele tools niet letterlijk hetzelfde, maar vormen
deze zo dat ze hun eigen behoeftes en doelen kunnen voltooien. Dit wordt
appropriation genoemd (het internaliseren en het aanpassen van culturele
tools) en is dus een constructief element
Kinderen kunnen ingewikkeldere taken voltooien wanneer ze hulp krijgen
van mensen die verder ontwikkeld zijn dan zij. Een kind heeft zijn eigen
ontwikkelingslevel en zijn potentiële ontwikkelingslevel, dat wat hij
maximaal kan bereiken met hulp van anderen. Het verschil hiertussen
wordt de zone of proximal development (ZPD) genoemd en dit kan worden
bereikt door kinderen uitdagende taken uit te laten voeren. Kinderen leren
weinig van taken die ze al zelfstandig kunnen uitvoeren. Ze leren juist van
taken die ze nét niet zelfstandig kunnen en die dus binnen hun ZPD liggen.
Onmogelijke taken hebben om die reden geen zin
Spelen zorgt ervoor dat kinderen hun cognitie uitbreiden. Met rollenspellen
oefenen ze bijvoorbeeld al veel volwassen functies (juf, ober, kok, etc.)
Vygotsky heeft net als Piaget ontwikkelingsstadia omschreven, maar hield deze
uiterst vaag en ook de ontwikkelingsprocessen die per stadium doorlopen
werden, bleven vaag. Daarom is het moeilijker geweest om zijn theorieën
wetenschappelijk te onderzoeken. Toch zijn er een aantal aspecten die vandaag
de dag nog steeds als waardevol worden beschouwd:
Sociale constructie van de betekenis van dingen
Ouders en andere volwassenen helpen kinderen bij het leren begrijpen van
de wereld door discussie of een gezamenlijke ervaring (mediated learning
experience). Het kind wordt zo gestimuleerd om er zelf over na te denken
Ook met leeftijdsgenoten leren kinderen samen de wereld te begrijpen
(sociale constructivisme) door te overleggen en samen te werken
Scaffolding
Bij scaffolding laat het model eerst zien hoe je de taak uit moet voeren.
Vervolgens biedt hij begeleiding, door de taak bijvoorbeeld in stappen op
te delen. De begeleiding neemt steeds verder af, totdat het kind het zelf
kan. Dit is iets wat je kan toepassen bij iedere leerling, van iedere leeftijd
en op ieder niveau
Deelname in volwassen activiteiten
Veel kinderen doen al mee aan volwassen activiteiten, waarbij ze in de
gaten worden gehouden en begeleid worden (guided
participation/legitimate peripheral participation). Het zorgt ervoor dat
kinderen leren binnen hun ZPD. Zelfs voor volwassenen is het nuttig om
deel te nemen aan nieuwe activiteiten. Er kan dan zelfs sprake zijn van een
community of practice, waarbij een hele gemeenschap/groep met dezelfde
interesses en doelen elkaar helpt bij het aanleren van nieuwe dingen,
bijvoorbeeld in een bedrijf. Nieuwelingen kunnen op deze manier een
steeds centralere rol aannemen die ook weer dingen aan anderen kan
leren. Een school is eigenlijk ook een soort community of practice
Tutoren
Een tutor/mentor is iemand die voor langere tijd iemand ondersteunt bij
specifieke taken. Hij helpt met structuur en begeleiding gedurende het