Blok 2.2 – Hart en Long
,INHOUDSOPGAVE
KNGF-richtlijn ‘COPD/Chronisch obstructieve longziekten’ ............................................................. 2
Inleiding ................................................................................................................................................ 2
Verwijzing en rechtstreekse toegankelijkheid ...................................................................................... 2
Diagnose .............................................................................................................................................. 4
Aanbevelingen voor de behandeling .................................................................................................... 6
KNGF-richtlijn ‘Hartrevalidatie’ ........................................................................................................... 12
Coronairlijden ..................................................................................................................................... 12
Chronisch hartfalen ............................................................................................................................ 27
KNGF-richtlijn ‘Symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden’ .......................................................... 38
Inleiding .............................................................................................................................................. 38
Diagnostisch proces ........................................................................................................................... 38
Therapeutisch proces ......................................................................................................................... 41
,KNGF-RICHTLIJN ‘COPD/CHRONISCH OBSTRUCTIEVE LONGZIEKTEN’
INLEIDING
Chronisch obstructief longlijden is een vermijdbare en behandelbare aandoening met
significante extrapulmonale effecten die kunnen bijdragen tot de ernst van de aandoening bij
individuele patiënten. De pulmonale component wordt gekenmerkt door luchtwegobstructie die
niet volledig reversibel is.
De luchtwegobstructie is progressief en geassocieerd met een abnormale
inflammatoire respons van de longen op schadelijke partikels of gassen.
Symptomen zijn: kortademigheid, hoesten, piepen, sputumproductie en herhaaldelijke
infecties.
Systemische gevolgen zijn: deconditionering, spierzwakte, gewichtsverlies en
ondervoeding.
De fysieke activiteit in het dagelijks leven is significant verminderd vergeleken met die
van gezonde ouderen.
Psychosociale problemen zijn: depressie, angst en sociaal isolement.
EPIDEMIOLOGIE
De prevalentie van COPD stijgt gradueel met de leeftijd. Ten gevolge van de vergrijzing
van de bevolking zal de prevalentie van COPD naar alle waarschijnlijkheid blijven
stijgen.
De prevalentie van de diagnose van COPD is iets afgenomen bij mannen, terwijl bij
vrouwen een stijging is vastgesteld. Dit komt waarschijnlijk door het stijgend aantal
vrouwelijke rokers.
COPD komt meer voor bij mensen uit de lagere sociale klasse.
PROGNOSE
De voorspellende factoren voor mortaliteit bij COPD zijn: leeftijd, FEV 1, roken, hypoxemie,
chronische mucushypersecretie, kortademigheid, afgenomen inspanningscapaciteit, een
afname van dagelijkse fysieke activiteiten, afgenomen spiermassa en spierkracht, lage BMI
en excessief gewichtsverlies.
Roken, chronische mucushypersecretie en een laag dagelijks activiteitenniveau zijn factoren
die leiden tot een grotere jaarlijkse achteruitgang van de FEV 1. Patiënten met meer
uitgesproken spierzwakte en een grotere ventilatoire reserve zijn mogelijk betere kandidaten
voor een trainingsprogramma. Training kan ook een positieve invloed hebben op comorbiditeit
die vaak voorkomt bij COPD, zoals cardiovasculaire aandoeningen, diabetes, osteoporose en
perifeer vaatlijden.
VERWIJZING EN RECHTSTREEKSE TOEGANKELIJKHEID
In geval van ‘direct toegang fysiotherapie’ moet de fysiotherapeut nagaan welk GOLD-stadium
en welke MRC-score de patiënt heeft.
Bij patiënten met stadium GOLD I en GOLD II zonder functionele beperkingen (MRC <
2), die verder medicamenteus goed zijn ingesteld kan de diagnostiek om eventuele
behandeling worden ingezet.
De patiënt heeft GOLD-stadium II met functionele beperkingen (MRC 2) of GOLD-
stadium III of IV, of wanneer het GOLD-stadium niet bekend is, of de conclusie na
screening is ‘niet-pluis’, wordt contact opgenomen met de huisarts of specialist.
Patiënten met een mild tot matige aandoening (GOLD 1 en 2) en lichte achteruitgang van de
inspanningsactiviteit (MRC-dyspneu < 2) kunnen worden betrokken bij regelmatige
sportactiviteiten. Patiënten met een meer gevorderd stadium van de ziekte (GOLD 3 en 4)
, moeten worden gezien door de longarts. Patiënten met een milde aandoening die echter
ernstig verminderde functionele capaciteit (MRC 2) of verhoogd risico op cardiovasculaire
aandoeningen laten zien, moeten een inspanningsevaluatie ondergaan om de afgenomen
inspanningscapaciteit verder te analyseren en om de veiligheid tijdens training te waarborgen.
Medical Research Council dyspneu schaal
Graad Beschrijving
1 Ik ben nooit kortademig, tenzij bij extreme inspanning.
2 Ik ben kortademig als ik bergop moet lopen.
3 Ik kan leeftijdsgenoten op vlak terrein niet volgen.
4 Ik word kortademig van 100 meter wandelen.
5 Ik ben te kortademig om het huis te verlaten.