Personen & familierecht
Jaar 1, UvA.
Week 1:
Bronnen van het PFR:
- Internationaal recht
Verdragen en jurisprudentie
- Europees recht (EU)
Verordeningen, richtlijnen en jurisprudentie
- Nationaal familierecht
Wetgeving, lagere regelgeving en jurisprudentie
Kernonderdelen bij PFR
- Personenrecht (rechtssubject, recht op naam, woonplaats, burgerlijke stand)
- Familierecht (horizontaal; partners, verticaal; ouders-kind)
- Relatievermogensrecht (kosten van de huishouding, bestuur en handelingsbevoegdheid,
gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden, keuzestelsels)
- Doorwerking internationale verdragen: fundamentele rechten art. 94 GW (EVRM, IVRK,
Handvest/VN Vrouwenverdrag, gehandicaptenverdrag etc.
Handelingsbevoegd: de bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten van specifieke rechtshandelingen.
Handelingsbekwaamheid: de mogelijkheid tot zelfstandig verrichten van rechtshandelingen in het
algemeen.
Handelingsonbevoegd: je bent onbekwaam tot het verrichten van bepaalde rechtshandelingen. BV:
onder curatele gestelde (art. 1:381 lid 2 BW), minderjarigen (art. 1:234 BW).
Beheersonbevoegd: art. onbevoegd om alle handelingen
Relaties in het familierecht
Formele relatie; als het begin en einde van een relatie door de wet wordt geregeld, dan spreken we
van formele relaties. De regels betreffende de ontbinding van formele relaties dienen als bescherming
en rechtszekerheid en de positie van eventuele zwakkere partners en kinderen.
Verwantschap: art. 1:3 BW
Dit artikel geeft twee graden verwantschap weer:
- Bloedverwantschap (lid 1): als personen juridisch van elkaar afstammen of als personen een
gemeenschappelijke stamvader hebben.
o (Let op) biologische band niet vereist (art. 1:3 lid 1 BW tweede volzin)
o Van belang in het erfrecht en wanneer het gaat om de bescherming van
meerderjarigen (art. 1:379, 1:432 en 1:451 BW)
o Bloedverwanten worden geteld in graden: (art. 1:3 lid 1 BW)
▪ Zijlinie (broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten) een broer en zus zijn
tweedegraads, neef en oom derdegraads in de zijlijn.
▪ Opwaartse-linie (rechte lijn; ouders en grootouders) een kind en moeder zijn
eerstegraads bloedverwant.
, ▪ Neerwaartse-linie (rechte lijn; kinderen en kleinkinderen) een kleinkind en
oma zijn tweedegraads bloedverwanten.
- Aanverwantschap: huwelijk of geregistreerd partnerschap → (art. 1:3 lid 2 BW)
o Let op: aanverwantschap eindigt niet door eindigen van huwelijk of geregistreerd
partnerschap (art. 1:3 lid 3 BW)
Naamrecht: namen in Nederland bestaan uit voornamen en achternamen, die dienen als identificatie
en informatie over familie of oorsprong.
Voornamen: ouders hebben vrije keuze om hun kind een voornaam of voornamen te geven, zolang die
naam niet ongepast is en niet overeenkomst met een bestaande achternaam (tenzij deze gebruikelijke
voornamen zijn) → art. 1:4 lid 1/2 BW.
Achternamen: → art. 1:5 BW
- Lid 1: ongehuwde relaties, kind behoud achternaam moeder als vader niet erkend. Bij
erkenning keuze voor naam.
- Lid 2:
o Erkenning van een kind door de vader: kind behoud achternaam moeder, tenzij
gezamenlijke beslissing van combinatie of achternaam vader.
o Huwelijk of geregistreerd partnerschap: ouders kunnen kiezen om de geslachtsnaam
aan te passen.
o Gerechtelijke vaststelling vaderschap: behoud het kind in beginsel de achternaam van
de moeder.
- Lid 3:
o Adoptie door een heteroseksueel gehuwd paar: standaard geslachtsnaam van vader,
tenzij aangegeven dat geslachtsnaam moeder krijgt of combinatie.
o Adoptie door niet-gehuwde adoptanten of een gehuwd paar van hetzelfde geslacht:
behoud oorspronkelijke geslachtsnaam tenzij anders afgesproken.
o X
- Lid 4: gehuwde ouders
- Lid 5:
- Lid 6:
- Lid 8:
- Lid 10:
- Lid 11-13:
Wijzigen van geslachtsnaam
Mogelijkheden voor wijziging:
- Door erkenning, adoptie of gerechtelijke vaststelling.
- Via rechter
o Bij het toe of afwijzen van een geslachtsnaamwijziging vindt een afweging plaats van
de omstandigheden van een geval, waarbij het belang van een kind centraal staat.
- Besluit geslachtsnaamwijziging → art. 1:7 BW
Minderjarigen:
Minderjarigen zijn personen die de leeftijd van achttien jaren niet hebben bereikt (art. 1:233 BW;
uitzonderingen in art. 1:253ha BW). Zodra iemand meerderjarig is veranderd de rechtspositie van deze
persoon. De handelingsonbekwaamheid verdwijnt en het gezag dat over minderjarige wordt
uitgeoefend.
- Art. 1:234 jo. 3:32 BW tenzij wet anders bepaald;
o Arbeidsovereenkomst door kind van 16/17 jaar (art. 7:612 lid 1 BW)
o Opstellen uiterste wil (art. 4:55 BW)
, o Kiezen eigen achternaam (art. 1:5 lid 7 BW)
o Erkenning door kind van 16/17 jaar (art. 1:204 lid 1 onder b BW)
o Geneeskundige behandelingsovereenkomst door kind van 16/17 jaar (art. 7:447 lid 1
BW)
o Gebruikelijke rechtshandelingen art. 1:234 lid 3 BW)
Rechten van minderjarigen vanaf 12 jaar
- Hoorrecht: minderjarigen hebben het recht om zijn mening kenbaar te maken (art. 809 RV)
- Informele rechtsingang: (artikelen 1:251a lid 4 en art. 1:377g BW)
Meerderjarigenbescherming
Iedereen van 18 jaar en ouder is handelingsbekwaam. Soms is echter iemand niet in staat om zijn
eigen belangen behoorlijk te behartigen.
- Curatele, vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen → gevolg
handelingsonbekwaam
- Onderbewindstelling, vermogensrechtelijke belgangen → gevolg onbevoegdheid minderjarige
- Mentorschap, niet-vermogensrechtelijke belangen (art. 1:453 BW)→ gevolg onbevoegdheid
minderjarige
Jaar 1, UvA.
Week 1:
Bronnen van het PFR:
- Internationaal recht
Verdragen en jurisprudentie
- Europees recht (EU)
Verordeningen, richtlijnen en jurisprudentie
- Nationaal familierecht
Wetgeving, lagere regelgeving en jurisprudentie
Kernonderdelen bij PFR
- Personenrecht (rechtssubject, recht op naam, woonplaats, burgerlijke stand)
- Familierecht (horizontaal; partners, verticaal; ouders-kind)
- Relatievermogensrecht (kosten van de huishouding, bestuur en handelingsbevoegdheid,
gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden, keuzestelsels)
- Doorwerking internationale verdragen: fundamentele rechten art. 94 GW (EVRM, IVRK,
Handvest/VN Vrouwenverdrag, gehandicaptenverdrag etc.
Handelingsbevoegd: de bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten van specifieke rechtshandelingen.
Handelingsbekwaamheid: de mogelijkheid tot zelfstandig verrichten van rechtshandelingen in het
algemeen.
Handelingsonbevoegd: je bent onbekwaam tot het verrichten van bepaalde rechtshandelingen. BV:
onder curatele gestelde (art. 1:381 lid 2 BW), minderjarigen (art. 1:234 BW).
Beheersonbevoegd: art. onbevoegd om alle handelingen
Relaties in het familierecht
Formele relatie; als het begin en einde van een relatie door de wet wordt geregeld, dan spreken we
van formele relaties. De regels betreffende de ontbinding van formele relaties dienen als bescherming
en rechtszekerheid en de positie van eventuele zwakkere partners en kinderen.
Verwantschap: art. 1:3 BW
Dit artikel geeft twee graden verwantschap weer:
- Bloedverwantschap (lid 1): als personen juridisch van elkaar afstammen of als personen een
gemeenschappelijke stamvader hebben.
o (Let op) biologische band niet vereist (art. 1:3 lid 1 BW tweede volzin)
o Van belang in het erfrecht en wanneer het gaat om de bescherming van
meerderjarigen (art. 1:379, 1:432 en 1:451 BW)
o Bloedverwanten worden geteld in graden: (art. 1:3 lid 1 BW)
▪ Zijlinie (broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten) een broer en zus zijn
tweedegraads, neef en oom derdegraads in de zijlijn.
▪ Opwaartse-linie (rechte lijn; ouders en grootouders) een kind en moeder zijn
eerstegraads bloedverwant.
, ▪ Neerwaartse-linie (rechte lijn; kinderen en kleinkinderen) een kleinkind en
oma zijn tweedegraads bloedverwanten.
- Aanverwantschap: huwelijk of geregistreerd partnerschap → (art. 1:3 lid 2 BW)
o Let op: aanverwantschap eindigt niet door eindigen van huwelijk of geregistreerd
partnerschap (art. 1:3 lid 3 BW)
Naamrecht: namen in Nederland bestaan uit voornamen en achternamen, die dienen als identificatie
en informatie over familie of oorsprong.
Voornamen: ouders hebben vrije keuze om hun kind een voornaam of voornamen te geven, zolang die
naam niet ongepast is en niet overeenkomst met een bestaande achternaam (tenzij deze gebruikelijke
voornamen zijn) → art. 1:4 lid 1/2 BW.
Achternamen: → art. 1:5 BW
- Lid 1: ongehuwde relaties, kind behoud achternaam moeder als vader niet erkend. Bij
erkenning keuze voor naam.
- Lid 2:
o Erkenning van een kind door de vader: kind behoud achternaam moeder, tenzij
gezamenlijke beslissing van combinatie of achternaam vader.
o Huwelijk of geregistreerd partnerschap: ouders kunnen kiezen om de geslachtsnaam
aan te passen.
o Gerechtelijke vaststelling vaderschap: behoud het kind in beginsel de achternaam van
de moeder.
- Lid 3:
o Adoptie door een heteroseksueel gehuwd paar: standaard geslachtsnaam van vader,
tenzij aangegeven dat geslachtsnaam moeder krijgt of combinatie.
o Adoptie door niet-gehuwde adoptanten of een gehuwd paar van hetzelfde geslacht:
behoud oorspronkelijke geslachtsnaam tenzij anders afgesproken.
o X
- Lid 4: gehuwde ouders
- Lid 5:
- Lid 6:
- Lid 8:
- Lid 10:
- Lid 11-13:
Wijzigen van geslachtsnaam
Mogelijkheden voor wijziging:
- Door erkenning, adoptie of gerechtelijke vaststelling.
- Via rechter
o Bij het toe of afwijzen van een geslachtsnaamwijziging vindt een afweging plaats van
de omstandigheden van een geval, waarbij het belang van een kind centraal staat.
- Besluit geslachtsnaamwijziging → art. 1:7 BW
Minderjarigen:
Minderjarigen zijn personen die de leeftijd van achttien jaren niet hebben bereikt (art. 1:233 BW;
uitzonderingen in art. 1:253ha BW). Zodra iemand meerderjarig is veranderd de rechtspositie van deze
persoon. De handelingsonbekwaamheid verdwijnt en het gezag dat over minderjarige wordt
uitgeoefend.
- Art. 1:234 jo. 3:32 BW tenzij wet anders bepaald;
o Arbeidsovereenkomst door kind van 16/17 jaar (art. 7:612 lid 1 BW)
o Opstellen uiterste wil (art. 4:55 BW)
, o Kiezen eigen achternaam (art. 1:5 lid 7 BW)
o Erkenning door kind van 16/17 jaar (art. 1:204 lid 1 onder b BW)
o Geneeskundige behandelingsovereenkomst door kind van 16/17 jaar (art. 7:447 lid 1
BW)
o Gebruikelijke rechtshandelingen art. 1:234 lid 3 BW)
Rechten van minderjarigen vanaf 12 jaar
- Hoorrecht: minderjarigen hebben het recht om zijn mening kenbaar te maken (art. 809 RV)
- Informele rechtsingang: (artikelen 1:251a lid 4 en art. 1:377g BW)
Meerderjarigenbescherming
Iedereen van 18 jaar en ouder is handelingsbekwaam. Soms is echter iemand niet in staat om zijn
eigen belangen behoorlijk te behartigen.
- Curatele, vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen → gevolg
handelingsonbekwaam
- Onderbewindstelling, vermogensrechtelijke belgangen → gevolg onbevoegdheid minderjarige
- Mentorschap, niet-vermogensrechtelijke belangen (art. 1:453 BW)→ gevolg onbevoegdheid
minderjarige