Wat is Psychodiagnostiek? --> Het kennen van de ziel
Psyche --> Ziel, Dia --> Door, Gnosis --> Kennen
Diagnostiek gaat over het voorspellen van menselijk gedrag.
Waarom is Psychodiagnostiek belangrijk?
Belangrijke beslissingen worden zo gebaseerd op de uitkomsten van
objectief onderzoek met professionele instrumenten (en niet op willekeur).
De Gouden drie --> Een psychodiagnost onderscheidt zich van een leek
door gebruik van wetenschappelijke instrumenten te verdelen in drie
categorieën.
Hoofdstuk 1: Diagnostiek: Inschatten van mensen
1.1 Besliskunde
Predictieve validiteit --> Uitspraak doen over hoe goed jij als
voorspeller functioneert.
Op basis van twee beoordelingsmomenten worden er in de besliskunde
vier soorten beslissingen onderscheiden:
VP (Valid Positive) --> De voorspelling
was positief en bleek ook waar te zijn.
FP (False Positive) --> De voorspelling
was positief, maar bleek niet te kloppen.
VN (Valid Negative) --> De
voorspelling was negatief en bleek ook
waar te zijn.
FN (False Negative) --> De
voorspelling was negatief, maar bleek niet te kloppen (dus uiteindelijk is
het positief).
,1.2 Correlaties
Correlatiecoëfficiënt --> Getal tussen de 0 en 1.00 dat de sterkte van
de relatie tussen twee variabelen aangeeft.
1.3 Fouten in ons beoordelingsvermogen
Beoordelingsfouten bij het maken van beslissingen:
1. Verstandige fouten
- Helpen ons problemen te voorkomen (wegrennen voor een
mogelijke prooi, wat uiteindelijk niet zo was). Er zijn veel FN en FP’s
dit creëert een aftestgrens.
- Dit is lastig te beslissen bij iemand schuldig verklaren voor een
misdaad.
2. Overschatten van specifieke kansen
3. Beschikbaarheidsheuristiek
- Onderzoekers ontdekten dat we gebeurtenissen (occurances)
zwaarder laten wegen dan dingen die niet gebeurd zijn (non-
occurances).
- Dingen waarover we snel voorbeelden uit ons geheugen kunnen
opdiepen, denken we ook dat ze vaker voorkomen -->
Beschikbaarheidsheuristiek. Belangrijke informatie laten we
onevenredig zwaar meewegen in onze oordeelsvorming.
4. Regressie naar het gemiddelde
- Natuurlijke variatie in herhaalde gegevens kan laten lijken op echte
verandering (je voelt je een stuk gezonder, zonder dat je dit
daadwerkelijk bent).
- Extreme scores vallen meer op en wegen zwaarder mee.
5. Eerste en laatste indruk
- Primacy- en recency-effect --> Je onthoudt het begin en het einde
van bijvoorbeeld een gesprek het beste.
6. Voorbarige reductie van cognitieve dissonantie
- Cognitieve dissonantiereductietheorie --> Mensen worden op
een zeer krachtige manier gedreven door een streven ideeën
onderling en ideeën en hun acties met elkaar in overeenstemming
te houden. We hebben moeite met botsende cognities.
Horn- en Halo-effecten:
, - Halo-effect --> Als we op basis van een aantal positieve zaken die
we van iemand hebben gezien aannemen dat hij ook op andere
vlakken bijzonder presteert.
- Horn-effect --> Als we op basis van een aantal negatieve zaken die
we van iemand hebben gezien aannemen dat hij ook op andere
vlakken niet goed presteert/betrouwbaar is.
1.4 Remedies tegen beoordelingsfouten
Contrary evindence --> Als jij je mening hebt gevormd, je bewust gaat
zoeken naar aanwijzingen tegen jouw mening. Als je aanvankelijke
mening klopte heet dit falsificatie.
Multi-rater-methode --> Methode om eenzijdigheid in je
meningsvorming tegen te gaan. Meerdere personen inschakelen om tot
een eindoordeel te komen.
Hoofdstuk 1: Interculturele psychodiagnostiek: zes vuistregels
1.2 Theoretisch kader: vertekening
Er zijn drie vormen van vertekening die betrekking kunnen hebben op het
construct, de meetmethode en afzonderlijke items.
1. Construct --> De trek of vaardigheid die een test bedoelt te meten.
Het construct kan al crossculturele verschillen vertonen. Zo
interpreteren verschillende culturen bijvoorbeeld de symptomen van
depressiviteit anders.
2. Methode bias --> Heeft te maken met de methodische apsecten
van interculturele diagnostiek.
- Problemen kunnen voortkomen uit specifieke eigenschappen van de
culturele achtergrond van de persoon.
- Verwachtingspatronen van allochtonen ten aanzien van een
autochtone diagnosticus of ene diagnosticus uit de eigen cultuur
kan uiteenlopen.
- Verschillen in communicatiepatronen tussen etnische groepen
kunnen gemakkelijk voor methodebias zorgen.
3. Vertekening op de items --> Vragen kunnen anders
geinterpreteerd worden door verschillende culturen.
1.3 Interculturele diagnostiek in Nederland in de afgelopen vijftig jaar
Geschiedenis van de Interculturele Diagnostiek:
- ‘60 --> Weinig behoefte aan en interesse in interculturele
diagnostiek.