BACHELOR
EXAMEN
FACILITY MANAGEMENT 2019
INHOUD
Kernaspecten
1. Ruimte
2. Technologie
3. Processen
4. Mensen
5. Services
6. Accounting
7. Finance
8. Business law
9. Management Information Systems
10. Economics
11. Marketing
12. Customer excellence
13. Research techniques
14. Strategic management
Reflectie
Trends & Ontwikkelingen
Projectverslagen
,Competenties
KERNASPECTEN
1 Ruimte
1.1 (Meer)jarenonderhoudsplan
Hierin wordt het noodzakelijke onderhoud en het budget over een lange periode (5-10 jaar)
verdeeld.
1.2 Lezen van bouwtekening
Bestek: bestaat uit de technische omschrijving (bouwmaterialen) en verschillende
bouwtekeningen, namelijk:
o Plattegrondtekening
o Installatietekening
o Situatietekening
o Doorsneetekening
o Geveltekening
Kijk naar de schaal van de tekening
Symbolen
Omcirkelde getallen: deze wijzen naar een ander blad met gedetailleerde tekeningen
Afkortingen
1.3 Materialenkennis
1.4 Duurzaamheid
Dat de invloed van de mens geen blijvende schade aanricht aan het milieu, zodat ook
toekomstige generaties er gebruik van kunnen maken.
Hergebruik: het doel gaat verloren en wordt gebruikt voor een gelijkwaardige functie.
1.5 Veiligheid
1.6 Haalbare exploitatie
De terugkerende kosten als gevolg van het in eigendom hebben, in stand houden dan wel
gebruik van onroerend goed. Dit zijn vaste kosten, energiekosten, onderhoudskosten,
administratieve beheerskosten en specifieke bedrijfskosten.
2 Technologie
2.1 Internet of Things
Door nieuwe technologieën ontstaan nieuwe diensten waardoor efficiënt wordt gewerkt.
Bijvoorbeeld: apparaten die iets meten, lantaarnpaal gaat feller branden als je aankomt,
verwarming aanzetten met telefoon.
2
, 3 Processen
3.1 Services
Ander woord voor dienstverlening. Vier basiskenmerken:
Ontastbaar en ontbreken van eigendom
Vergankelijkheid
Heterogeniteit
Interactieve consumptie
3.2 Hospitality
Ook wel gedrag/gastvrijheid. Bijvoorbeeld: oogcontact, aandacht geven, goede service, thuis
voelen zorgen voor het ‘extra koekje bij de koffie’.
3.3 Experience
Ervaring/ondervinding. Dit creëer je door beleving. Zowel levering als ondersteuning zorgt
voor experience en ontstaat uit interactie tussen mensen.
3.4 Organisatiestructuur
De manier waarop taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in een organisatie zijn
verdeeld en onderlinge relaties zijn geregeld. Welke structuur past bij een organisatie hangt
af van de strategie en de omgeving van de organisatie.
3.5 Managen dienstverleningsproces (DVP)
Zorgen dat de klant tevreden naar buiten loopt. Denk aan PDCA. Dit vereist aanpak op vijf
facetten van de dienstverlening, namelijk: organisatie, dienst, consument, dvp en relatie.
3.6 Projectmanagement
Project opdelen in fasen. Bijvoorbeeld door middel van de P6 methode: 1. Opstarten 2.
Inrichten 3. Maken van PVA 4. Uitvoeren 5. Opleveren 6. Afsluiten.
3.7 Netwerkplanning
Methode om ingewikkelde projecten met veel activiteiten te plannen. Hieruit kan een
strokenplanning ontstaan.
3.8 Procesmanagement
Beschrijving door middel van input-output. Basis voor gestandaardiseerde en meetbare
dienstverlening. Bijvoorbeeld door middel van stroomschema’s en service blueprint
schematische weergave.
3.9 Kwaliteitszorgsysteem
Systeem dat wordt gebruikt om een goede kwaliteit van een product of dienst te borgen.
Bijvoorbeeld: ISO of HACCP.
3.10 Capaciteitsmanagement
De capaciteit en de vraag moeten overeenstemmen:
Vraagvoorspelling
3
EXAMEN
FACILITY MANAGEMENT 2019
INHOUD
Kernaspecten
1. Ruimte
2. Technologie
3. Processen
4. Mensen
5. Services
6. Accounting
7. Finance
8. Business law
9. Management Information Systems
10. Economics
11. Marketing
12. Customer excellence
13. Research techniques
14. Strategic management
Reflectie
Trends & Ontwikkelingen
Projectverslagen
,Competenties
KERNASPECTEN
1 Ruimte
1.1 (Meer)jarenonderhoudsplan
Hierin wordt het noodzakelijke onderhoud en het budget over een lange periode (5-10 jaar)
verdeeld.
1.2 Lezen van bouwtekening
Bestek: bestaat uit de technische omschrijving (bouwmaterialen) en verschillende
bouwtekeningen, namelijk:
o Plattegrondtekening
o Installatietekening
o Situatietekening
o Doorsneetekening
o Geveltekening
Kijk naar de schaal van de tekening
Symbolen
Omcirkelde getallen: deze wijzen naar een ander blad met gedetailleerde tekeningen
Afkortingen
1.3 Materialenkennis
1.4 Duurzaamheid
Dat de invloed van de mens geen blijvende schade aanricht aan het milieu, zodat ook
toekomstige generaties er gebruik van kunnen maken.
Hergebruik: het doel gaat verloren en wordt gebruikt voor een gelijkwaardige functie.
1.5 Veiligheid
1.6 Haalbare exploitatie
De terugkerende kosten als gevolg van het in eigendom hebben, in stand houden dan wel
gebruik van onroerend goed. Dit zijn vaste kosten, energiekosten, onderhoudskosten,
administratieve beheerskosten en specifieke bedrijfskosten.
2 Technologie
2.1 Internet of Things
Door nieuwe technologieën ontstaan nieuwe diensten waardoor efficiënt wordt gewerkt.
Bijvoorbeeld: apparaten die iets meten, lantaarnpaal gaat feller branden als je aankomt,
verwarming aanzetten met telefoon.
2
, 3 Processen
3.1 Services
Ander woord voor dienstverlening. Vier basiskenmerken:
Ontastbaar en ontbreken van eigendom
Vergankelijkheid
Heterogeniteit
Interactieve consumptie
3.2 Hospitality
Ook wel gedrag/gastvrijheid. Bijvoorbeeld: oogcontact, aandacht geven, goede service, thuis
voelen zorgen voor het ‘extra koekje bij de koffie’.
3.3 Experience
Ervaring/ondervinding. Dit creëer je door beleving. Zowel levering als ondersteuning zorgt
voor experience en ontstaat uit interactie tussen mensen.
3.4 Organisatiestructuur
De manier waarop taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in een organisatie zijn
verdeeld en onderlinge relaties zijn geregeld. Welke structuur past bij een organisatie hangt
af van de strategie en de omgeving van de organisatie.
3.5 Managen dienstverleningsproces (DVP)
Zorgen dat de klant tevreden naar buiten loopt. Denk aan PDCA. Dit vereist aanpak op vijf
facetten van de dienstverlening, namelijk: organisatie, dienst, consument, dvp en relatie.
3.6 Projectmanagement
Project opdelen in fasen. Bijvoorbeeld door middel van de P6 methode: 1. Opstarten 2.
Inrichten 3. Maken van PVA 4. Uitvoeren 5. Opleveren 6. Afsluiten.
3.7 Netwerkplanning
Methode om ingewikkelde projecten met veel activiteiten te plannen. Hieruit kan een
strokenplanning ontstaan.
3.8 Procesmanagement
Beschrijving door middel van input-output. Basis voor gestandaardiseerde en meetbare
dienstverlening. Bijvoorbeeld door middel van stroomschema’s en service blueprint
schematische weergave.
3.9 Kwaliteitszorgsysteem
Systeem dat wordt gebruikt om een goede kwaliteit van een product of dienst te borgen.
Bijvoorbeeld: ISO of HACCP.
3.10 Capaciteitsmanagement
De capaciteit en de vraag moeten overeenstemmen:
Vraagvoorspelling
3
