100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Complete Samenvatting & Oefentoets: Ongelijkheid, Vraag & Aanbod

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
12
Geüpload op
04-03-2025
Geschreven in
2024/2025

Deze uitgebreide samenvatting en oefentoets helpen leerlingen van 3 tot 6 VWO bij het begrijpen van ongelijkheid in inkomen en vermogen, vraag en aanbod, en elasticiteiten. Het document bevat duidelijke uitleg, belangrijke economische concepten zoals de Gini-coëfficiënt, Lorenzcurve, prijselasticiteit en marktevenwicht, en sluit af met een oefentoets met kennis-, reken- en doordenkvragen. Ideaal ter voorbereiding op toetsen en examens! Hopelijk helpen deze samenvatting en oefentoetsen jouw met het leren, heel veel succes!!

Meer zien Lees minder









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
4

Documentinformatie

Geüpload op
4 maart 2025
Aantal pagina's
12
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Ongelijkheid
H.1 Ongelijkheid in inkomen en vermogen
Convergentie betekent naar elkaar toe groeien, divergentie betekent uit elkaar
groeien. Als de inkomensverdeling of vermogensverdeling minder scheef wordt
spreken we van nivellering, als het schever wordt van denivellering. Het
vermogen van iemand bestaat uit de bezittingen minus de schulden, omdat je
het op een bepaald moment kunt meten is het een voorraadgrootheid. Onder
primaire inkomens valt loon, rente, huur, pacht en winst. De bruto-inkomens zijn
de primaire inkomens en de bruto-uitkeringen. De besteedbare inkomens zijn de
inkomens na de inkomensheffing. Wanneer we rekening houden met inflatie
kijken we naar het reële inkomen, je berekent dit met deze formule:

Indexcijfer reëel inkomen = indexcijfer nominaal inkomen/ CPI x 100

Bij het gestandaardiseerde inkomen wordt ook rekening gehouden met omvang
en samenstelling van het huishouden. Een manier om naar ongelijkheid te kijken
is met de lorenzcurve, hier worden de gecumuleerde percentages van inkomens
vergeleken met de gecumuleerde percentages van de personen met een
inkomen. De informatie van een lorenzcurve kan worden weergegeven in de Gini-
coëfficiënt. Het is de oppervlakte tussen de lorenzcurve en diagonaal gedeeld
door de oppervlakte onder de diagonaal: A/ (A+B).

H.2 Hoe is het gesteld met de ongelijkheid
Mondiale ongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van welvaart, kansen
en macht tussen landen en bevolkingsgroepen wereldwijd. Het verschil tussen
mondiale ongelijkheid en ongelijkheid binnen landen kunnen we benaderen met
de Gini-coëfficiënten. Door de toename van welvaart in India en China is er
wereldwijd minder ongelijkheid. De vermogensverdeling is veel schever dan de
inkomensverdeling. Er is een relatie tussen inkomen en vermogen.

H.3 Oorzaken en gevolgen van (toenemende) ongelijkheid
De arbeidsproductiviteit is de productie per werkende per tijdseenheid en wordt
beïnvloed door scholing. Vraag en aanbod bepalen deels de beloning: minder
aanbod leidt tot een hoger salaris. Ook verantwoordelijkheid, risico en zwaar
werk kunnen de beloning verhogen. Macht speelt een rol bij inkomensverschillen,
en technologische vooruitgang vervangt laagopgeleiden. Globalisering vergroot
de concurrentie voor de onderlaag. Vermogensverschillen en flexwerk leiden ook
tot inkomensverschillen. De overheid probeert de kloof te verkleinen via
minimum- en maximumloon, progressieve belastingen en sociale zekerheid.

Vroeger keken we vooral naar geografische ligging bij inkomensverschillen
tussen landen; nu spelen ook instituties een rol. Overheden handhaven wet- en
regelgeving, en instituties beïnvloeden de economie. Politieke instituties bepalen
de machtsverdeling en kunnen absolutistisch (macht bij een kleine groep) of
pluralistisch (macht breed verdeeld) zijn. Economische instituties kunnen
inclusief (bevorderen groei en gelijke kansen) of extractief (eiden tot ongelijkheid
en macht bij een elite) zijn. Oorzaken door een groot vermogen; erfen, hoge

1

, inkomens, toenemde kapitaalmobiliteit. Door inkomensverschillen hebben
mensen een prikkel om harder te werken. Door toenemende ongelijkheid wordt
de consumptieve besteding lager, meer laagopgeleiden, meer schulden, minder
sociale cohesie (betrokkenheid), meer criminaliteit.

H.4 Tomas Piketty: De ongelijkheid neemt toe
De rol van kapitaal neemt toe, bezit levert weer meer op dan werken, ook het
kapitaalinkomen. In de 20e eeuw daalde de waarde van kaptiaal; door oorlogen,
inflatie en belastingen. Het nationaal inkomen groeide; stijging
arbeidsproductivieit en inflatie. Het arbeids- en kapitaalinkomen vormen samen
het nominaal inkomen. Het kapitaalinkomen als percentage van het nationaal
inkomen noemen we de kapitaalinkomensquote, zelfde met arbeidsinkomen.
Voor de relatie tussen de verhouding kapitaal/ nationaal inkomen en de
kaptiaalinkomensquote:

α = r × β  α= kaptiaalinkomsquote, r= rendement kapitaal, β=
kaptiaal/nationaal inkomen x 100

Het kapitaalinkomen is afhankelijk van de hoeveelheid kapitaal en rendement op
kapitaal. Piketty zegt: de economische groei bepaalt de ontwikkeling van het
kapitaal inkomen, het spaargedrag bepaalt de ontwikkeling van het kapitaal. De
verhouding r en g (economische groei) bepaalt de ontwikkeling van het kapitaal.
Bij r < g, zal de kapitaal/nominaal verhouding lager worden. Dus hoe hoger r en
hoe lager g, hoe hoger β. En hoe hoger β, hoe hoger α. Wanneer het rendement
op kapitaal relatief laag is en de economische groei hoog dan betekent dit dat
werken relatief veel oplevert en vermogen weinig. Volgens Piketty zouden alle
landen samen moeten werken en kapitaal tegen hetzelfde tarief belasten.

Vraag en Aanbod
H.1 De markt
Een individuele vraagfunctie geeft het verband weer tussen de prijs van een
product en de gevraagde hoeveelheid door één consument. Het maximale
bedrag dat de vrager wil betalen is de betalingsbereidheid. In een grafiek kan je
de vraaglijn tekenen: de lijn die het verband weergeeft tussen de prijs van een
product en de gevraagde hoeveelheid. De verkoper wilt de gezamelijke vraag
van alle consumenten weten: collectieve vraagfunctie, hier is ook een collectieve
vraaglijn van te tekenen. Ook bestaat er een individuele aanbodfunctie; die geeft
het verband tussen de prijs en aangeboden hoeveelheid, hierbij is ook een
aanbodlijn; deze lijn geeft de leveringsbereidheid aan. Om de winstmarge te
berekenen, bereken je het verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs. Door
de individuele aanbodlijnen samen te voegen krijgen we de collectieve
aanbodfunctie, hiermee kan ook weer een collectieve aanbodlijn getekend
worden.

Bij homogene goederen gaan we er vanuit dat de goederen in de ogen van de
consument volkomen gelijk zijn. Bij een aanbodoverschot is het aanbod bij een
bepaalde prijs groter dan de vraag en bij een vraagoverschot andersom. Als


2
€5,48
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
NoteSwap

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
NoteSwap
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
6
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
28
Laatst verkocht
10 maanden geleden
NoteSwap

Hey, wat leuk dat je terecht bent gekomen op mijn winkel. Ik upload van alles, denk aan samenvattingen, (oefen)toetsen en Powerpoints. Hopelijk helpen deze jou met het leren voor je toetsen/examens. Ik wens je veel succes met leren en neem gerust een kijkje rond in mijn winkel:)

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen