Fasciën
De fascia cervicalis is een complexe
bindweefselstructuur in de hals die verschillende
spieren, zenuwen en organen omhult en
ondersteunt. Deze fascie bestaat uit meerdere
lagen die een functionele en anatomische
bescherming bieden. De belangrijkste
componenten van de fascia cervicalis bestaan uit
de Fascia Cervicalis, Vagina Carotica en de Fascia
Visceralis
De fascia cervicalis is opgebouwd uit drie lagen
de Lamina Superficialis (oppervlakkige laag)
omsluit de gehele hals en omgeeft belangrijke
spieren zoals de musculus sternocleidomastoideus
en de musculus trapezius. Ze is verbonden met het
os hyoideum en strekt zich uit naar de onderkaak
en het sleutelbeen. Deze laag speelt een rol in de
algemene structuur en bescherming van de hals. De Lamina Pretrachealis (middelste laag) bevindt zich aan de
voorzijde van de hals en omhult de infrahyale spieren. Ze strekt zich uit van het os hyoideum tot aan het manubrium
sterni en ondersteunt de structuren rondom de luchtpijp en slokdarm. Daarnaast vormt deze laag een barrière tegen
infecties die zich via de hals kunnen verspreiden naar de borstkas. De Lamina Prevertebralis (diepe laag) is de diepst
liggende laag en omgeeft de wervelkolom, prevertebrale spieren en de diepe nekspieren. Ze hecht zich aan de
schedelbasis en loopt door naar het mediastinum. De lamina prevertebralis is van groot belang voor de stabiliteit van
de nek en beschermt de wervelkolom.
De vagina carotica is een omhulsel van bindweefsel dat enkele vitale structuren in de hals bevat. Binnen deze fascie
bevinden zich de arteria carotis communis, de vena jugularis interna en de nervus vagus (X). De vagina carotica loopt
van de schedelbasis tot aan de borstkas en speelt een cruciale rol in de bescherming en organisatie van de vasculaire
en neurologische elementen in de hals.
De ingewand fascie, of fascia visceralis, omringt de keelholte, de schildklier, de luchtpijp en de slokdarm. Ze verbindt
met de lamina pretrachealis en speelt een belangrijke rol bij het stabiliseren van de viscerale structuren in de hals.
Dankzij deze fascie kunnen organen zoals de slokdarm en luchtpijp vrij bewegen tijdens functies zoals slikken en
ademhalen.
,Spieren
Oppervlakkige halsspieren
De oppervlakkige halsspieren bevinden zich aan de buitenkant
van de hals en spelen een belangrijke rol bij bewegingen van het
hoofd, de nek en de schouders. Ze zijn ook betrokken bij
gezichtsuitdrukkingen en houding. De drie belangrijkste
oppervlakkige halsspieren zijn de platysma, musculus
sternocleidomastoïdeus en musculus trapezius.
o Platysma
o Musculus sternocleidomastoïdeus
Wanneer slechts één kant van de sternocleidomastoïdeus
samentrekt, draait het hoofd naar de tegenovergestelde kant
en buigt het lichtjes naar dezelfde kant. Bij gelijktijdige
contractie van beide spieren buigt de nek naar voren, wat
bijvoorbeeld gebeurt wanneer iemand het hoofd naar de borst
brengt. De spier helpt ook bij diepe ademhaling door het
heffen van de ribben.
o Musculus trapezius
De musculus trapezius, of monnikskapspier, is een grote, driehoekige spier die zich uitstrekt van de schedelbasis
en de nekwervels tot aan de schouderbladen en de bovenkant van de rug. De trapezius kan worden onderverdeeld
in drie delen, die elk verschillende functies hebben:
Bovenste vezels: Het optillen van de schouders en het achteroverbuigen van het hoofd.
Middelste vezels: Trekken de schouderbladen naar elkaar toe (retractie).
Onderste vezels: Trekken de schouderbladen naar beneden en helpen bij rotatie.
De trapezius speelt een sleutelrol bij het stabiliseren van de schouders en nek, en wordt vaak gebruikt bij wegingen
zoals schouderophalen, het draaien van het hoofd en het tillen van zware objecten.
Spier Origo Insertie
Platysma - Basis mandubilae - Huid onder het clavicula
- Fascia parotidea - Fascia pectoralis
M. Sternocleidomastoïdeus Caput sternale - Processus Mastoïdeus
Ventrale deel van het strenum - Laterale Linea Nuchalis Superior
Caput claviculare
Sternale gebied van de clavicula
M. Trapezius - Os oocipitsle tussen Linea nuchalis suprema en - Pars decendens: acromial third of the clavicle
Linea nuchalis superior - Pars transversa: Acromion
- Procc. spinosi van de cervicale en thoracale - Pars ascendens: Spina scapulae
wervels
,