Samenvatting management 1
Hoofdvragen die in deze lessenreeks worden beantwoord zijn:
1. Wat is een (klantgerichte) organisatie en welke functie heeft
een organisatie in de samenleving?
Een organisatie is een groep mensen met een doel. (Doel gedreven
werkeenheid) De organisatie is een gevolg van de wensen van een klant.
Organisatie gesplitst in twee onderdelen:
- Onderneming (privaat= iemand eigenaar van het bedrijf)
Winst is belangrijk, want ze willen continuïteit.
- Bedrijf (publiek= in de handen van de gewone mens, bijv. provincies en
gemeentes(GVB, CBS, Rijkswaterstaat)
Winst niet belangrijkste, maar subsidie (=continuïteit).
Beide hebben klanten loyaliteit nodig, dus tevreden klanten.
2. Wat is management en welke uitgangspunten worden er
voor management gehanteerd?
Management is een functie die tot doel heeft handelingen in de organisatie
in gang te zetten, voor te bereiden en te beheersen, met het oog op te
bereiken doelen.
PRIMAIR PROCES: Inkoop (input), Productie (transformatie), Verkoop
(marketing)
Formele communicatie (over de voortgang van de uitvoering en de mate
waarin de doelen worden gehaald) vindt plaats langs de gezagslijnen
(bottum up, top down)
Iedere organisatie stelt doelen (WAT VOOR DOELEN?)
Doelen worden behaald door middel van een plan van aanpak (beleid)
Het management zorgt dat alle aandacht gericht blijft op het realiseren
van de doelen. Doelen en beleid zijn complementair.
3. welke methoden hanteert het management om een
organisatie te kunnen managen?
Er wordt gebruik gemaakt van leiderschapsstijlen en verschillend
organisatie beleid.
Beleid is het stellen van doelen,
methode van aanpak, middelen en een
tijdpad waarmee de continuïteit van de
organisatie wordt nagestreefd! De klant
behoort centraal te staan in het beleid!
Hiërarchie van beleid
1. Strategisch beleid (1-3jaar)
2. Tactisch beleid (jaarplan)
3. Operationeel beleid (maand/weekplan)
Plannen is het zodanig beschrijven en coördineren van de activiteiten dat
deze leiden tot het realiseren van de doelstelling(en).
Arbeidsverdeling is het verdelen van de werkzaamheden in deeltaken die
worden toegewezen aan een persoon.
, Leerdoelen:
- De twee meest elementaire uitdagingen van management
benoemen en herkennen in verschillende ‘uitingen van gedrag’
in de organisatie
De twee meest elementaire uitdagingen zijn effectiviteit (doelen behalen) en
efficiëntie (optimaal gebruik maken zonder verlies van tijd of geld). Als de
doelen namelijk zo efficiënt mogelijk behaald worden, is er continuïteit.
- Aangeven wat een organisatie is en hoe een organisatie is
opgebouwd uit verschillende niveaus
- een organisatie kan worden gedefinieerd als een concreet
samenwerkingsverband
- de organisatie is een levend organisme
- een organisatie is een instrument voor het bereiken van (de) doelen (let
op: winst is geen doel, hooguit een middel!)
- een organisatie wordt veelal weergegeven in verschillende niveaus d.m.v.
een organogram
- organisaties hebben een steile of een platte structuur. Steil is een veelheid
aan niveaus (echelons). Of een organisatie steil is wordt bepaald door de
spanwijdte van de leiding (aantal ondergeschikten per leidinggevende)
• Lijnorganisatie
Opgebouwd uit niveaus. Boven iedere werknemer staat een meerdere of
manager. Afdelingen zitten logisch bij elkaar. Organigram is als een
driehoek.
• Lijn- staforganisatie
Zelfde als lijnorganisatie, alleen zijn er stafafdelingen. Dit
zijn afdelingen waar gespecialiseerde mensen zitten,
maar zij staan buiten de organisatie. De staf staat de
directie bij, door te adviseren en te ondersteunen.
• Projectorganisatie
Als er een ingewikkeld project moet worden
uitgevoerd, kan de onderneming een groep van specialisten bij elkaar
voegen (de projectgroep). Dit is een tijdelijk samenwerkingsverband, van
verschillende specialisten die samen een doel moeten realiseren.
• Matrixorganisatie
Een organisatie waarbij de deelnemers aan meerdere personen
rapporteren. Vaak doen alle medewerkers het zelfde werk in één afdeling.
• Business-unit organisatie
Onderdeel van een bedrijf dat in het algemeen gegroepeerd is rondom een
bepaalde activiteit, productgroep of technologie.
Hoofdvragen die in deze lessenreeks worden beantwoord zijn:
1. Wat is een (klantgerichte) organisatie en welke functie heeft
een organisatie in de samenleving?
Een organisatie is een groep mensen met een doel. (Doel gedreven
werkeenheid) De organisatie is een gevolg van de wensen van een klant.
Organisatie gesplitst in twee onderdelen:
- Onderneming (privaat= iemand eigenaar van het bedrijf)
Winst is belangrijk, want ze willen continuïteit.
- Bedrijf (publiek= in de handen van de gewone mens, bijv. provincies en
gemeentes(GVB, CBS, Rijkswaterstaat)
Winst niet belangrijkste, maar subsidie (=continuïteit).
Beide hebben klanten loyaliteit nodig, dus tevreden klanten.
2. Wat is management en welke uitgangspunten worden er
voor management gehanteerd?
Management is een functie die tot doel heeft handelingen in de organisatie
in gang te zetten, voor te bereiden en te beheersen, met het oog op te
bereiken doelen.
PRIMAIR PROCES: Inkoop (input), Productie (transformatie), Verkoop
(marketing)
Formele communicatie (over de voortgang van de uitvoering en de mate
waarin de doelen worden gehaald) vindt plaats langs de gezagslijnen
(bottum up, top down)
Iedere organisatie stelt doelen (WAT VOOR DOELEN?)
Doelen worden behaald door middel van een plan van aanpak (beleid)
Het management zorgt dat alle aandacht gericht blijft op het realiseren
van de doelen. Doelen en beleid zijn complementair.
3. welke methoden hanteert het management om een
organisatie te kunnen managen?
Er wordt gebruik gemaakt van leiderschapsstijlen en verschillend
organisatie beleid.
Beleid is het stellen van doelen,
methode van aanpak, middelen en een
tijdpad waarmee de continuïteit van de
organisatie wordt nagestreefd! De klant
behoort centraal te staan in het beleid!
Hiërarchie van beleid
1. Strategisch beleid (1-3jaar)
2. Tactisch beleid (jaarplan)
3. Operationeel beleid (maand/weekplan)
Plannen is het zodanig beschrijven en coördineren van de activiteiten dat
deze leiden tot het realiseren van de doelstelling(en).
Arbeidsverdeling is het verdelen van de werkzaamheden in deeltaken die
worden toegewezen aan een persoon.
, Leerdoelen:
- De twee meest elementaire uitdagingen van management
benoemen en herkennen in verschillende ‘uitingen van gedrag’
in de organisatie
De twee meest elementaire uitdagingen zijn effectiviteit (doelen behalen) en
efficiëntie (optimaal gebruik maken zonder verlies van tijd of geld). Als de
doelen namelijk zo efficiënt mogelijk behaald worden, is er continuïteit.
- Aangeven wat een organisatie is en hoe een organisatie is
opgebouwd uit verschillende niveaus
- een organisatie kan worden gedefinieerd als een concreet
samenwerkingsverband
- de organisatie is een levend organisme
- een organisatie is een instrument voor het bereiken van (de) doelen (let
op: winst is geen doel, hooguit een middel!)
- een organisatie wordt veelal weergegeven in verschillende niveaus d.m.v.
een organogram
- organisaties hebben een steile of een platte structuur. Steil is een veelheid
aan niveaus (echelons). Of een organisatie steil is wordt bepaald door de
spanwijdte van de leiding (aantal ondergeschikten per leidinggevende)
• Lijnorganisatie
Opgebouwd uit niveaus. Boven iedere werknemer staat een meerdere of
manager. Afdelingen zitten logisch bij elkaar. Organigram is als een
driehoek.
• Lijn- staforganisatie
Zelfde als lijnorganisatie, alleen zijn er stafafdelingen. Dit
zijn afdelingen waar gespecialiseerde mensen zitten,
maar zij staan buiten de organisatie. De staf staat de
directie bij, door te adviseren en te ondersteunen.
• Projectorganisatie
Als er een ingewikkeld project moet worden
uitgevoerd, kan de onderneming een groep van specialisten bij elkaar
voegen (de projectgroep). Dit is een tijdelijk samenwerkingsverband, van
verschillende specialisten die samen een doel moeten realiseren.
• Matrixorganisatie
Een organisatie waarbij de deelnemers aan meerdere personen
rapporteren. Vaak doen alle medewerkers het zelfde werk in één afdeling.
• Business-unit organisatie
Onderdeel van een bedrijf dat in het algemeen gegroepeerd is rondom een
bepaalde activiteit, productgroep of technologie.
