Pedagogische medewerker niveau 4.
Examen C
Naam: Charissa
Klas: 18BPWA
OV nr:
Werkplek: Kinderopvang Wiele Wiele Stap
Mentor:
Werkbegeleider: -
Inleiding:
Mijn gekozen thema is: Feest. Dit thema heb ik gekozen omdat onze opvang samen met de
basisscholen en de bso samen werken, samen met de bso en de basisscholen bespreken
wij welke periode wij welke thema gaan doen. Wij werken niet met het VVE-programma
hierdoor zal ik 4 extra activiteiten uitvoeren gericht op UK&PUK (spelende wijs leren).
PW-GPM-P2-K1-W2 Stelt een gespecialiseerd activiteitenprogramma op
Beschrijving van mijn groep:
Ik werk op een peutergroep samen met 2 andere collega’s. Per dag werken wij met 2
pedagogische medewerkers en hebben wij ongeveer 16 kinderen, totaal hebben wij 32
kinderen op de peutergroep. De groep varieert heel erg wij hebben kinderen van net 2 jaar
oud en kinderen van bijna 4 jaar oud die bijna naar de basisschool toe gaan. Hierdoor is er
veel variatie op de groep betreft het ontwikkelingsniveau de peuters die net van de
dreumesgroep afkomen. De kinderen die van de dreumesgroep afkomen beginnen bij ons
vaak met het leren van de fijne motoriek zoals de pincetgreep, de grove motoriek om te
springen, klimmen, rennen, de taalontwikkeling word bij ons erg gestimuleerd bijvoorbeeld
om veel liedjes te zingen, boekjes voor te lezen etc en de zindelijkheid. De kinderen van
3/4jaar oud zijn al redelijk zelfstandig en zijn meer aan het ontdekken wat hun interesses
zijn. Hierdoor zijn de activiteiten die wij aan de kinderen aanbieden ook erg verschillend. Er
zijn wat aandachtspunten binnen de groep waar wij als pedagogisch medewerkers rekening
mee moeten houden.
Dan heb ik het over: Allergieën, we hebben kindjes er tussen zitten die allergisch zijn voor:
pinda, noten en zuivel ook hebben we kinderen die een allergische reactie hebben op de
luiers en billendoekjes dus die hebben hun eigen luiermerk of billendoekjes mee.
Doelgroep analyse:
De activiteiten ga ik uitvoeren op de peutergroep met kinderen van 2 tot 4 jaar. De
activiteiten worden uitgevoerd verdeeld over de hele dag (zie activiteitenplanning). Ik focus
mij op het thema feest. Ik voer verschillende activiteiten uit gericht op feest dat zijn knutsel
activiteiten, muzikale activiteiten en nog meer.
Ik wil me vooral focussen op samen spelen waardoor de kinderen samen leren maar wil ook
me focus leggen op kinderen die zelf moeilijk keuzes kunnen maken en hun hier in helpen en
ondersteunen.
, Mogelijkheden en interesses van onze kinderen? Hun wensen en
ontwikkelingsbehoefte:
- Creativiteit in muziek en knutsel activiteiten.
- Sociale ontwikkeling.
- Persoonlijke ontwikkeling (zelf keuze maken).
- Samenwerkingen. (samen werken met andere kinderen)
- Normen en waarden (elkaar helpen, zicht aan de regels houden).
- Veel beweging, grove motoriek (buitenspelen en gymen).
Observatieplan:
Observatie kind: S.
Leeftijd: 2 jaar en 9 maanden.
Geslacht: Meisje.
Motorische ontwikkeling: Kindje S haar lichamelijke ontwikkeling is goed
ontwikkeld. Ze is graag in beweging.
Cognitieve ontwikkeling: Kindje S kan nog niet goed praten. Ze zegt alleen
woorden zoals ‘die, daar, kijk’.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kindje S heeft niet zoveel vriendjes ze durft niet
zo goed naar de andere kindjes toe te stappen en communiceren met andere
kinderen doet ze ook niet graag, hierbij wilt ze dat een pedagogische medewerker
haar bij helpt.
Aandachtspunten ontwikkelingsfase: Kindje S stimuleren om te gaan praten. En
stimuleren te gaan spelen met andere kinderen en zelf contact proberen te zoeken
met andere kinderen.
Behandelingsmethode: Veel activiteiten uitvoeren in een groepje met kinderen om
zo contact te leggen met andere kinderen (eerst beginnen met één kind en een week
later naar een groepje van twee kinderen). Let goed op kind S zodat ze niet haar
eigen grens over gaat en het te veel word. Om te leren praten veel boekjes lezen met
kind S en daarnaast korte liedjes zingen.
Observatie kind: H
Leeftijd: 3 jaar en 2 maanden.
Geslacht: Meisje.
Motorische ontwikkeling: Kind H haar motorische ontwikkeling is goed ontwikkeld.
Ze houd er van om buiten te spelen en dan vooral om te fietsen of te klimmen.
Cognitieve ontwikkeling: Kind H haar cognitieve ontwikkeling is goed ontwikkeld
alleen heeft kind H nog al moeite met de kleuren herkennen. Ze haalt bijv de kleur
blauw en groen door elkaar en de kleur geel en paars.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kind H heeft haar eigen vriendinnengroepje en is
hier ook erg gehecht aan. Wel moet het altijd gaan hoe kind H het wilt anders word ze
boos.
Aandachtspunten ontwikkelingsfase: Kind H helpen om de juiste kleuren te gaan
begrijpen. En kind H te helpen om niet altijd haar zin te willen krijgen.
Behandelingsmethode: Veel activiteiten aanbieden met kleuren bijvoorbeeld een
kleurplaat inkleuren waarbij een pedagogische medewerker de kleuren opnoemt.
(maak de wolken maar blauw met een blauw potlood). Om kind H te leren dat ze niet
altijd haar zin kan krijgen kan je haar tijdens activiteiten bij andere kinderen zetten die
, iets meer tegen gas geven, hierdoor zal kind H een reactie terug ontvangen en zal
het niet altijd gaan zoals ze wilt.
Observatie kind: R
Leeftijd: 2 jaar en 11 maanden.
Geslacht: Jongen
Motorische ontwikkeling: Kind R zijn motorische ontwikkeling is goed ontwikkeld.
Hij vind het leuk om te gymen in de gymzaal en om buiten te voetballen.
Cognitieve ontwikkeling: Kind R zijn cognitieve ontwikkeling is goed ontwikkeld
alleen heeft hij moeite met tellen.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kind R is sociaal en kan bijna met iedereen
spelen. Hij vind het leuk om over de dag met verschillende kinderen gespeeld te
hebben en hierdoor ook met verschillende speelgoed en in verschillende
speelhoeken.
Aandachtspunten ontwikkelingsfase: Kind R heeft een leeftijd dat hij wel tot 10
moet kunnen tellen maar hij red dat nog niet.
Behandelingsmethode: Elke dag op een spelende wijs een activiteit aanbieden
waar tellen op aankomt dit kan tijdens het fruit snijden met bijvoorbeeld vragen zoals:
Hoeveel mandarijnen zijn er?
Verantwoording gebruikte observatiemethode
Ik heb de kinderen van mijn groep geobserveerd met de observatieformulieren van mijn werk
SKDH en met de peuterstap formulieren van SKDH. Als je deze formulieren hebt ingevuld
kom daar uit of de kinderen achter, bij of voor op hun ontwikkelingsgebieden lopen. Door de
formulieren gebruikt te hebben is me opgevallen wat nog de leerdoelen van sommige
kinderen zijn en waar de interesses liggen van de kinderen, hier heb ik mijn activiteiten op
aangesloten.
Ik heb in verschillende situaties de kinderen geobserveerd zodat ik alle
ontwikkelingsgebieden goed kon observeren. En hierdoor de juiste leerdoelen en interesses
van de kinderen kon vaststellen.
Activiteitenprogramma:
Activiteiten Soort activiteit: Pedagogisch Ontwikkelingsgebieden 21e eeuwse Leerdoel:
: e doelen: : vaardigheden
:
Boekje Een boekje Sociale Cognitieve ontwikkeling. Luisteren naar Voorlezen is
lezen voorlezen na het competenties andere. voor ieder kind
fruit eten. Sociale ontwikkeling. goed. Het
Emotionele voorlezen
veiligheid. Creative ontwikkeling. draagt bij aan
de
Persoonlijke taalontwikkelin
competenties. g van de
kinderen, het
prikkelt hun
fantasie. Door
vragen aan de
kinderen te
Examen C
Naam: Charissa
Klas: 18BPWA
OV nr:
Werkplek: Kinderopvang Wiele Wiele Stap
Mentor:
Werkbegeleider: -
Inleiding:
Mijn gekozen thema is: Feest. Dit thema heb ik gekozen omdat onze opvang samen met de
basisscholen en de bso samen werken, samen met de bso en de basisscholen bespreken
wij welke periode wij welke thema gaan doen. Wij werken niet met het VVE-programma
hierdoor zal ik 4 extra activiteiten uitvoeren gericht op UK&PUK (spelende wijs leren).
PW-GPM-P2-K1-W2 Stelt een gespecialiseerd activiteitenprogramma op
Beschrijving van mijn groep:
Ik werk op een peutergroep samen met 2 andere collega’s. Per dag werken wij met 2
pedagogische medewerkers en hebben wij ongeveer 16 kinderen, totaal hebben wij 32
kinderen op de peutergroep. De groep varieert heel erg wij hebben kinderen van net 2 jaar
oud en kinderen van bijna 4 jaar oud die bijna naar de basisschool toe gaan. Hierdoor is er
veel variatie op de groep betreft het ontwikkelingsniveau de peuters die net van de
dreumesgroep afkomen. De kinderen die van de dreumesgroep afkomen beginnen bij ons
vaak met het leren van de fijne motoriek zoals de pincetgreep, de grove motoriek om te
springen, klimmen, rennen, de taalontwikkeling word bij ons erg gestimuleerd bijvoorbeeld
om veel liedjes te zingen, boekjes voor te lezen etc en de zindelijkheid. De kinderen van
3/4jaar oud zijn al redelijk zelfstandig en zijn meer aan het ontdekken wat hun interesses
zijn. Hierdoor zijn de activiteiten die wij aan de kinderen aanbieden ook erg verschillend. Er
zijn wat aandachtspunten binnen de groep waar wij als pedagogisch medewerkers rekening
mee moeten houden.
Dan heb ik het over: Allergieën, we hebben kindjes er tussen zitten die allergisch zijn voor:
pinda, noten en zuivel ook hebben we kinderen die een allergische reactie hebben op de
luiers en billendoekjes dus die hebben hun eigen luiermerk of billendoekjes mee.
Doelgroep analyse:
De activiteiten ga ik uitvoeren op de peutergroep met kinderen van 2 tot 4 jaar. De
activiteiten worden uitgevoerd verdeeld over de hele dag (zie activiteitenplanning). Ik focus
mij op het thema feest. Ik voer verschillende activiteiten uit gericht op feest dat zijn knutsel
activiteiten, muzikale activiteiten en nog meer.
Ik wil me vooral focussen op samen spelen waardoor de kinderen samen leren maar wil ook
me focus leggen op kinderen die zelf moeilijk keuzes kunnen maken en hun hier in helpen en
ondersteunen.
, Mogelijkheden en interesses van onze kinderen? Hun wensen en
ontwikkelingsbehoefte:
- Creativiteit in muziek en knutsel activiteiten.
- Sociale ontwikkeling.
- Persoonlijke ontwikkeling (zelf keuze maken).
- Samenwerkingen. (samen werken met andere kinderen)
- Normen en waarden (elkaar helpen, zicht aan de regels houden).
- Veel beweging, grove motoriek (buitenspelen en gymen).
Observatieplan:
Observatie kind: S.
Leeftijd: 2 jaar en 9 maanden.
Geslacht: Meisje.
Motorische ontwikkeling: Kindje S haar lichamelijke ontwikkeling is goed
ontwikkeld. Ze is graag in beweging.
Cognitieve ontwikkeling: Kindje S kan nog niet goed praten. Ze zegt alleen
woorden zoals ‘die, daar, kijk’.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kindje S heeft niet zoveel vriendjes ze durft niet
zo goed naar de andere kindjes toe te stappen en communiceren met andere
kinderen doet ze ook niet graag, hierbij wilt ze dat een pedagogische medewerker
haar bij helpt.
Aandachtspunten ontwikkelingsfase: Kindje S stimuleren om te gaan praten. En
stimuleren te gaan spelen met andere kinderen en zelf contact proberen te zoeken
met andere kinderen.
Behandelingsmethode: Veel activiteiten uitvoeren in een groepje met kinderen om
zo contact te leggen met andere kinderen (eerst beginnen met één kind en een week
later naar een groepje van twee kinderen). Let goed op kind S zodat ze niet haar
eigen grens over gaat en het te veel word. Om te leren praten veel boekjes lezen met
kind S en daarnaast korte liedjes zingen.
Observatie kind: H
Leeftijd: 3 jaar en 2 maanden.
Geslacht: Meisje.
Motorische ontwikkeling: Kind H haar motorische ontwikkeling is goed ontwikkeld.
Ze houd er van om buiten te spelen en dan vooral om te fietsen of te klimmen.
Cognitieve ontwikkeling: Kind H haar cognitieve ontwikkeling is goed ontwikkeld
alleen heeft kind H nog al moeite met de kleuren herkennen. Ze haalt bijv de kleur
blauw en groen door elkaar en de kleur geel en paars.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kind H heeft haar eigen vriendinnengroepje en is
hier ook erg gehecht aan. Wel moet het altijd gaan hoe kind H het wilt anders word ze
boos.
Aandachtspunten ontwikkelingsfase: Kind H helpen om de juiste kleuren te gaan
begrijpen. En kind H te helpen om niet altijd haar zin te willen krijgen.
Behandelingsmethode: Veel activiteiten aanbieden met kleuren bijvoorbeeld een
kleurplaat inkleuren waarbij een pedagogische medewerker de kleuren opnoemt.
(maak de wolken maar blauw met een blauw potlood). Om kind H te leren dat ze niet
altijd haar zin kan krijgen kan je haar tijdens activiteiten bij andere kinderen zetten die
, iets meer tegen gas geven, hierdoor zal kind H een reactie terug ontvangen en zal
het niet altijd gaan zoals ze wilt.
Observatie kind: R
Leeftijd: 2 jaar en 11 maanden.
Geslacht: Jongen
Motorische ontwikkeling: Kind R zijn motorische ontwikkeling is goed ontwikkeld.
Hij vind het leuk om te gymen in de gymzaal en om buiten te voetballen.
Cognitieve ontwikkeling: Kind R zijn cognitieve ontwikkeling is goed ontwikkeld
alleen heeft hij moeite met tellen.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kind R is sociaal en kan bijna met iedereen
spelen. Hij vind het leuk om over de dag met verschillende kinderen gespeeld te
hebben en hierdoor ook met verschillende speelgoed en in verschillende
speelhoeken.
Aandachtspunten ontwikkelingsfase: Kind R heeft een leeftijd dat hij wel tot 10
moet kunnen tellen maar hij red dat nog niet.
Behandelingsmethode: Elke dag op een spelende wijs een activiteit aanbieden
waar tellen op aankomt dit kan tijdens het fruit snijden met bijvoorbeeld vragen zoals:
Hoeveel mandarijnen zijn er?
Verantwoording gebruikte observatiemethode
Ik heb de kinderen van mijn groep geobserveerd met de observatieformulieren van mijn werk
SKDH en met de peuterstap formulieren van SKDH. Als je deze formulieren hebt ingevuld
kom daar uit of de kinderen achter, bij of voor op hun ontwikkelingsgebieden lopen. Door de
formulieren gebruikt te hebben is me opgevallen wat nog de leerdoelen van sommige
kinderen zijn en waar de interesses liggen van de kinderen, hier heb ik mijn activiteiten op
aangesloten.
Ik heb in verschillende situaties de kinderen geobserveerd zodat ik alle
ontwikkelingsgebieden goed kon observeren. En hierdoor de juiste leerdoelen en interesses
van de kinderen kon vaststellen.
Activiteitenprogramma:
Activiteiten Soort activiteit: Pedagogisch Ontwikkelingsgebieden 21e eeuwse Leerdoel:
: e doelen: : vaardigheden
:
Boekje Een boekje Sociale Cognitieve ontwikkeling. Luisteren naar Voorlezen is
lezen voorlezen na het competenties andere. voor ieder kind
fruit eten. Sociale ontwikkeling. goed. Het
Emotionele voorlezen
veiligheid. Creative ontwikkeling. draagt bij aan
de
Persoonlijke taalontwikkelin
competenties. g van de
kinderen, het
prikkelt hun
fantasie. Door
vragen aan de
kinderen te
