Inhoudsopgave
Bijeenkomst 1 .................................................................................................................................................. 2
Procedure: verkenning van de zaak, verdeling partijen ...................................................................................... 2
Bijeenkomst 2 ................................................................................................................................................ 10
Procedure: inleidend processtuk ....................................................................................................................... 10
Partijen en competentie ................................................................................................................................... 11
Bijeenkomst 3 ................................................................................................................................................ 28
Procedure: eventuele incidenten en verwikkelingen ........................................................................................ 28
Verstek, verweer en verwikkelingen ................................................................................................................. 29
Bijeenkomst 4 ................................................................................................................................................ 40
Procedure: verwerend processtuk .................................................................................................................... 40
Bewijs ............................................................................................................................................................... 41
Bijeenkomst 5 ................................................................................................................................................ 48
Procedure: zitting ............................................................................................................................................. 48
Uitspraak en rechtsmiddelen ............................................................................................................................ 49
Bijeenkomst 6 ................................................................................................................................................ 53
Procedure: uitspraak ........................................................................................................................................ 53
Beslag - en executierecht .................................................................................................................................. 54
College’s ......................................................................................................................................................... 59
College 1: .......................................................................................................................................................... 59
College 2 ........................................................................................................................................................... 69
1
,Bijeenkomst 1
Procedure: verkenning van de zaak, verdeling partijen
Je moet dubbel doen.
2
,Voorbereiding van het geding, procesingang, procedure in vogelvlucht, alternatieven
Taken
Taak 1
Ga van onderstaande procedures na hoe deze moeten worden ingeleid, dagvaarding,
verzoekschrift of kort geding dagvaarding, en op grond waarvan (welke wettelijke
bepalingen) dat het geval is:
1. De bank houdt het taxatierapport van je huis achter en beweert nu dat het slechts
€150.000,- waard is, reden waarom je geen hypotheek krijgt voor meer dan
€150.000,-. Je wil dat taxatierapport inzien zodat je daarna een procedure kan
beginnen;
Procedure: verzoekschriftprocedure
Het gaat hier om een voorlopige bewijsverrichting die moet worden verzocht aan de
rechtbank. Dus wettelijke grondslag: Art. 196 jo. 204 Rv.
“Voordat een zaak aanhangig is, of als het geding aanhangig is gemaakt, voordat de
zaak op de rol is ingeschreven, kan de rechter op verzoek van een belanghebbende een
of meer voorlopige bewijsverrichtingen bevelen.” In casu is er nog geen procedure aan
de gang, je wilt eerst bewijs inzien en daarna wil je een procedure starten. In art. 194
Rv staan de algemene regels die dan van toepassing zijn bij de inzage, afschrift of
uittreksel van de gegevens.
Het gaat hier om het verkrijgen van bewijs. Art. 194 e.v. maar we hebben nog 196 jo.
204 verzoekschriftprocedure. Voor de voorwaarden ga je naar art. 194 Rv.
2. De raad van arbitrage van de bouw heeft een belachelijke uitspraak gedaan, je
wil deze vernietigen bij een echte rechter;
Procedure: Dagvaardingprocedure (art. 78 e.v Rv).
Wettelijke grondslag: vordering tot vernietiging art. 1064a lid 1 Rv (staat woordje
vordering in, dus dagvaardingprocedure) Dit moet binnen 3 maanden na de uitspraak
worden aangevraagd art. 1064a lid 2 Rv. 5 vernietigingsgronden staan in art. 1065 Rv.
Tegen een arbitraal eindvonnis dat gezag van gewijsde heeft gekregen, staan nog twee
rechtsmiddelen bij de burgerlijke rechter open, namelijk vernietiging en herroeping. In
beide gevallen gaat het om een soort marginale controle van de burgerlijke rechter op
wat het scheidsgerecht heeft beslist. In bepaalde kwesties, zoals de vraag of het
scheidsgerecht wel bevoegd was, hoort immers de burgerlijke rechter het laatste
woord te hebben. Beide vorderingen moeten worden ingesteld bij het hof. De
vordering tot vernietiging is geregeld in art. 1064a Rv en kan zowel betrekking hebben
op een vonnis met beslissingen ten principale en als op een vonnis houdende
voorlopige voorzieningen. De vordering moet worden ingesteld bij het gerechtshof in
wiens ressort de plaats van arbitrage is gelegen. De termijn is 3 maanden na
verzending van het vonnis of 3 maanden na betekening van het vonnis voorzien
van een exequatur (art. 1064a lid 4 Rv). De vordering schorst de tenuitvoerlegging
niet, zodat voor een eventuele schorsing in art. 1066 Rv een afzonderlijke regeling
wordt getroffen. Het verzoek tot schorsing kan in de dagvaarding tot vernietiging
in de vorm van een incidentele vordering worden opgenomen.
3
, De 5 vernietigingsgronden zijn te vinden in art. 1065 lid 1 Rv en worden doorgaans
aangeduid met de desbetreffende letter (a-grond ect.). De opsomming is limitatief. De
leden 2 t/m 6 geven uitzonderingen op die vernietigingsgronden, doorgaans
gerelateerd aan het onbenut laten van de mogelijkheid om in het kader van de arbitrale
procedure of het vervolg daarvan op het desbetreffende argument al een beroep te
doen. Het is dus niet mogelijk om tijdens de arbitrage af te wachten of het allemaal
goed uitpakt om eerst achteraf een vordering tot vernietiging neer te leggen bij de
burgerlijke rechter als het wat tegen blijkt te zitten. Intussen geldt voor de
uitzonderingen van de leden 2 t/m 4 dat de rechter deze niet ambtshalve hoeft te
toetsen. De desbetreffende gronden raken niet de openbare orde en er zal derhalve een
beroep op de uitzonderingen moeten worden gedaan.
a. De a-grond ziet op het geval dat de overeenkomst tot arbitrage niet geldig is dan
wel er geen overeenkomst tot arbitrage is (art. 1065 lid 2 jo. 1052 lid 2 Rv).
b. De b-grond betreft de samenstelling van het scheidsgerecht. Wie daar zelf aan
mee heeft gewerkt kan zich daar niet over beklagen en anders kan een vordering
tot vernietiging alleen maar worden ingesteld als in de arbitrale procedure zelf,
tijdig, maar tevergeefs, op dit punt bezwaar is gemaakt (art. 1065 lid 3 Rv jo. 1052
lid 3 Rv).
c. De c-grond betreft de klacht dat het scheidsgerecht zich niet aan de opdracht
heeft gehouden. Dit betreft zowel het geval dat het scheidsgerecht heeft
verzuimd te beslissen over een geschilpunt dat aan de arbitrage was
onderworpen, het geval dat ietas anders is toegewezen dan gevorderd, het geval
dat iets is toegewezen buiten de vordering als get geval dat de voor de arbitrage
overeengekomen regels niet in acht zijn genomen. Ook hier geldt dat al tijdens de
arbitrale procedure op dit punt bezwaar moet zijn gemaakt, indien dat kogelijk
was (art. 1065 lid 4 Rv).
d. De d-grond betreft zowel (bien etonnes de se trouver ensemble) het niet (door de
meerderheid van de arbiters) ondertekend zijn van het arbitrale vonnis als het
ontbreken van gronden. Ondertekening is een essentiele eis en niet voldoening
daaraan moet tot nietigheid leiden.
e. De e-grond ten slotte maakt de mogelijk vernietiging te vorderen als het
arbitrale vonnis qua inhoud of wijze van totstandkoming in strijd is met de
openbare orde. Van strijd met de openbare orde is slechts sprake indien de
inhoud of uitvoering van het arbitrale vonnis strijd oplevert met dwingend recht
van een zo fundamenteel karakter dat de naleving ervan niet door beperkingen
van procesrechtelijke aard mag worden verhinderd. De e-grond omvat voorts
het geval dat zo fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden dat van een
eerlijke en onpartijdige behandeling niet kan worden gesproken. De ernst van
de schending moet daarbij in aanmerking worden genomen, maar strijd met het
beginsel van hoor en wederhoor hoort steeds tot vernietiging te leiden (arrest HR
IMS/Modsaf II).
3. De buurvrouw heeft 3 van je mooie rododendrons omgekapt, je wil
schadevergoeding;
4
Bijeenkomst 1 .................................................................................................................................................. 2
Procedure: verkenning van de zaak, verdeling partijen ...................................................................................... 2
Bijeenkomst 2 ................................................................................................................................................ 10
Procedure: inleidend processtuk ....................................................................................................................... 10
Partijen en competentie ................................................................................................................................... 11
Bijeenkomst 3 ................................................................................................................................................ 28
Procedure: eventuele incidenten en verwikkelingen ........................................................................................ 28
Verstek, verweer en verwikkelingen ................................................................................................................. 29
Bijeenkomst 4 ................................................................................................................................................ 40
Procedure: verwerend processtuk .................................................................................................................... 40
Bewijs ............................................................................................................................................................... 41
Bijeenkomst 5 ................................................................................................................................................ 48
Procedure: zitting ............................................................................................................................................. 48
Uitspraak en rechtsmiddelen ............................................................................................................................ 49
Bijeenkomst 6 ................................................................................................................................................ 53
Procedure: uitspraak ........................................................................................................................................ 53
Beslag - en executierecht .................................................................................................................................. 54
College’s ......................................................................................................................................................... 59
College 1: .......................................................................................................................................................... 59
College 2 ........................................................................................................................................................... 69
1
,Bijeenkomst 1
Procedure: verkenning van de zaak, verdeling partijen
Je moet dubbel doen.
2
,Voorbereiding van het geding, procesingang, procedure in vogelvlucht, alternatieven
Taken
Taak 1
Ga van onderstaande procedures na hoe deze moeten worden ingeleid, dagvaarding,
verzoekschrift of kort geding dagvaarding, en op grond waarvan (welke wettelijke
bepalingen) dat het geval is:
1. De bank houdt het taxatierapport van je huis achter en beweert nu dat het slechts
€150.000,- waard is, reden waarom je geen hypotheek krijgt voor meer dan
€150.000,-. Je wil dat taxatierapport inzien zodat je daarna een procedure kan
beginnen;
Procedure: verzoekschriftprocedure
Het gaat hier om een voorlopige bewijsverrichting die moet worden verzocht aan de
rechtbank. Dus wettelijke grondslag: Art. 196 jo. 204 Rv.
“Voordat een zaak aanhangig is, of als het geding aanhangig is gemaakt, voordat de
zaak op de rol is ingeschreven, kan de rechter op verzoek van een belanghebbende een
of meer voorlopige bewijsverrichtingen bevelen.” In casu is er nog geen procedure aan
de gang, je wilt eerst bewijs inzien en daarna wil je een procedure starten. In art. 194
Rv staan de algemene regels die dan van toepassing zijn bij de inzage, afschrift of
uittreksel van de gegevens.
Het gaat hier om het verkrijgen van bewijs. Art. 194 e.v. maar we hebben nog 196 jo.
204 verzoekschriftprocedure. Voor de voorwaarden ga je naar art. 194 Rv.
2. De raad van arbitrage van de bouw heeft een belachelijke uitspraak gedaan, je
wil deze vernietigen bij een echte rechter;
Procedure: Dagvaardingprocedure (art. 78 e.v Rv).
Wettelijke grondslag: vordering tot vernietiging art. 1064a lid 1 Rv (staat woordje
vordering in, dus dagvaardingprocedure) Dit moet binnen 3 maanden na de uitspraak
worden aangevraagd art. 1064a lid 2 Rv. 5 vernietigingsgronden staan in art. 1065 Rv.
Tegen een arbitraal eindvonnis dat gezag van gewijsde heeft gekregen, staan nog twee
rechtsmiddelen bij de burgerlijke rechter open, namelijk vernietiging en herroeping. In
beide gevallen gaat het om een soort marginale controle van de burgerlijke rechter op
wat het scheidsgerecht heeft beslist. In bepaalde kwesties, zoals de vraag of het
scheidsgerecht wel bevoegd was, hoort immers de burgerlijke rechter het laatste
woord te hebben. Beide vorderingen moeten worden ingesteld bij het hof. De
vordering tot vernietiging is geregeld in art. 1064a Rv en kan zowel betrekking hebben
op een vonnis met beslissingen ten principale en als op een vonnis houdende
voorlopige voorzieningen. De vordering moet worden ingesteld bij het gerechtshof in
wiens ressort de plaats van arbitrage is gelegen. De termijn is 3 maanden na
verzending van het vonnis of 3 maanden na betekening van het vonnis voorzien
van een exequatur (art. 1064a lid 4 Rv). De vordering schorst de tenuitvoerlegging
niet, zodat voor een eventuele schorsing in art. 1066 Rv een afzonderlijke regeling
wordt getroffen. Het verzoek tot schorsing kan in de dagvaarding tot vernietiging
in de vorm van een incidentele vordering worden opgenomen.
3
, De 5 vernietigingsgronden zijn te vinden in art. 1065 lid 1 Rv en worden doorgaans
aangeduid met de desbetreffende letter (a-grond ect.). De opsomming is limitatief. De
leden 2 t/m 6 geven uitzonderingen op die vernietigingsgronden, doorgaans
gerelateerd aan het onbenut laten van de mogelijkheid om in het kader van de arbitrale
procedure of het vervolg daarvan op het desbetreffende argument al een beroep te
doen. Het is dus niet mogelijk om tijdens de arbitrage af te wachten of het allemaal
goed uitpakt om eerst achteraf een vordering tot vernietiging neer te leggen bij de
burgerlijke rechter als het wat tegen blijkt te zitten. Intussen geldt voor de
uitzonderingen van de leden 2 t/m 4 dat de rechter deze niet ambtshalve hoeft te
toetsen. De desbetreffende gronden raken niet de openbare orde en er zal derhalve een
beroep op de uitzonderingen moeten worden gedaan.
a. De a-grond ziet op het geval dat de overeenkomst tot arbitrage niet geldig is dan
wel er geen overeenkomst tot arbitrage is (art. 1065 lid 2 jo. 1052 lid 2 Rv).
b. De b-grond betreft de samenstelling van het scheidsgerecht. Wie daar zelf aan
mee heeft gewerkt kan zich daar niet over beklagen en anders kan een vordering
tot vernietiging alleen maar worden ingesteld als in de arbitrale procedure zelf,
tijdig, maar tevergeefs, op dit punt bezwaar is gemaakt (art. 1065 lid 3 Rv jo. 1052
lid 3 Rv).
c. De c-grond betreft de klacht dat het scheidsgerecht zich niet aan de opdracht
heeft gehouden. Dit betreft zowel het geval dat het scheidsgerecht heeft
verzuimd te beslissen over een geschilpunt dat aan de arbitrage was
onderworpen, het geval dat ietas anders is toegewezen dan gevorderd, het geval
dat iets is toegewezen buiten de vordering als get geval dat de voor de arbitrage
overeengekomen regels niet in acht zijn genomen. Ook hier geldt dat al tijdens de
arbitrale procedure op dit punt bezwaar moet zijn gemaakt, indien dat kogelijk
was (art. 1065 lid 4 Rv).
d. De d-grond betreft zowel (bien etonnes de se trouver ensemble) het niet (door de
meerderheid van de arbiters) ondertekend zijn van het arbitrale vonnis als het
ontbreken van gronden. Ondertekening is een essentiele eis en niet voldoening
daaraan moet tot nietigheid leiden.
e. De e-grond ten slotte maakt de mogelijk vernietiging te vorderen als het
arbitrale vonnis qua inhoud of wijze van totstandkoming in strijd is met de
openbare orde. Van strijd met de openbare orde is slechts sprake indien de
inhoud of uitvoering van het arbitrale vonnis strijd oplevert met dwingend recht
van een zo fundamenteel karakter dat de naleving ervan niet door beperkingen
van procesrechtelijke aard mag worden verhinderd. De e-grond omvat voorts
het geval dat zo fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden dat van een
eerlijke en onpartijdige behandeling niet kan worden gesproken. De ernst van
de schending moet daarbij in aanmerking worden genomen, maar strijd met het
beginsel van hoor en wederhoor hoort steeds tot vernietiging te leiden (arrest HR
IMS/Modsaf II).
3. De buurvrouw heeft 3 van je mooie rododendrons omgekapt, je wil
schadevergoeding;
4