Mega korte samenvatting stappen DC
1. Klachtenanalyse
a. Aanmeldreden
i. Wat ging eraan vooraf
ii. Wie is er betrokken
<12 ouders
12<16 ouders, kind toestemming
>16 kind
iii. Is hulptraject nodig en uitvoerbaar
iv. Vervolg bepalen
b. Soorten klachten (subjectief)
i. Negatieve beleving gedrag
ii. Negatieve beleving gevolgen van gedrag
iii. Interpretatie van de oorzaak van gedrag (dagelijkse
diagnose)
iv. Interpretatie van de beleving
Vanuit client(-opvoeder) en beleving/interpretatie
c. Hulpvragen
i. Verhelderend – KA – hoe verwoorden
ii. Onderkennend – PA – wat aan de hand
iii. Verklarend – VA – waarom/waardoor
iv. Indicerend – IA – hoe helpen
d. Vraagstelling diagnostisch onderzoek (diagnostisch scenario)
2. Probleemanalyse
a. Inventariseren en beschrijven van het probleem in termen van
actuele concrete gedragingen van cliënt-jeugdige
i. Probleemgedrag=disfunctionele reactie in specifieke
situatie
In specifieke situatie X laat persoon reactie Y zien
ii. Let bij probleemgedrag beschrijvingen op:
Concreet, specifieke situatie, actueel, frequentie,
sinds wanneer
iii. Belangrijk:
Multi informant, multimethod, multi situaties,
positief gedrag
b. Ordening en samenvattend benoemen (clustering) van actuele
concrete gedragingen van cliënt-jeugdige
i. Mesoglobaal
ii. Wetenschappelijke term
iii. Geen verklaring van gedrag (alleen beschrijving van)
c. Ernsttaxatie van het probleemgedrag van cliënt-jeugdige
i. Criteria Rutter;
1. Klachtenanalyse
a. Aanmeldreden
i. Wat ging eraan vooraf
ii. Wie is er betrokken
<12 ouders
12<16 ouders, kind toestemming
>16 kind
iii. Is hulptraject nodig en uitvoerbaar
iv. Vervolg bepalen
b. Soorten klachten (subjectief)
i. Negatieve beleving gedrag
ii. Negatieve beleving gevolgen van gedrag
iii. Interpretatie van de oorzaak van gedrag (dagelijkse
diagnose)
iv. Interpretatie van de beleving
Vanuit client(-opvoeder) en beleving/interpretatie
c. Hulpvragen
i. Verhelderend – KA – hoe verwoorden
ii. Onderkennend – PA – wat aan de hand
iii. Verklarend – VA – waarom/waardoor
iv. Indicerend – IA – hoe helpen
d. Vraagstelling diagnostisch onderzoek (diagnostisch scenario)
2. Probleemanalyse
a. Inventariseren en beschrijven van het probleem in termen van
actuele concrete gedragingen van cliënt-jeugdige
i. Probleemgedrag=disfunctionele reactie in specifieke
situatie
In specifieke situatie X laat persoon reactie Y zien
ii. Let bij probleemgedrag beschrijvingen op:
Concreet, specifieke situatie, actueel, frequentie,
sinds wanneer
iii. Belangrijk:
Multi informant, multimethod, multi situaties,
positief gedrag
b. Ordening en samenvattend benoemen (clustering) van actuele
concrete gedragingen van cliënt-jeugdige
i. Mesoglobaal
ii. Wetenschappelijke term
iii. Geen verklaring van gedrag (alleen beschrijving van)
c. Ernsttaxatie van het probleemgedrag van cliënt-jeugdige
i. Criteria Rutter;