In dit verslag leg ik uit wat een
blaaskatheter en suprapubisch katheter
inhouden. Ook vind je informatie over de
verschillende soorten katheters, indicaties,
complicaties en verpleegkundige zorg.
Blaaskathe
ter en
suprapubis
ch
katheter
Verpleegkundige 2e jaar
,1
,Inhoud
2
, Indicaties voor een blaaskatheter
Het urinewegstelsel bestaat uit beide nieren (renes) met daarbij de urinewegen. Tot de
urinewegen behoren de beide urineleiders (ureteren), de blaas (vesica urinaria) en de
urinebuis (urethra). De nieren regelen de vochtbalans van het lichaam. Met het teveel aan
water worden schadelijke stoffen door de nieren uit het lichaam verwijderd. De gevormde
urine stroomt vanuit het nierbekken naar de urineleider (ureter). Iedere nier heeft één
urineleider. De beide urineleiders monden uit in de blaas. In de blaas wordt de urine
verzameld en als de druk in de blaas hoger wordt ontstaat aandrang om te plassen.
Uiteindelijk verlaat de urine via de urinebuis (urethra) het lichaam. Als een blaas niet goed
geleegd kan worden, is dit zeer schadelijk. Als er na het plassen urine achterblijft (residu) in
de blaas (urineretentie) is dit een goede voedingsbodem voor bacteriën. Deze kunnen zich in
de urine snel vermenigvuldigen en dan ontstaat er een urineweginfectie. Als de blaas niet
spontaan geleegd kan worden, kan deze zover uitrekken dat deze niet meer kan
samentrekken. Er ontstaat dan een vorm van incontinentie waarbij de urine druppelsgewijs
wegloopt. Een katheter maakt een eind aan deze ongezonde situatie. Het woord katheter
betekent slangetje. Als er over een katheter gesproken wordt gaat het vrijwel altijd over een
blaaskatheter, een slangetje om de blaas te legen. Dit kan eenmalig ingebracht worden of
voor langere tijd.
Er zijn drie hoofdredenen om een blaaskatheter in te brengen:
1 Het leegmaken en -houden van de blaas:
.
Bij iemand die niet meer spontaan kan urineren
Bij afwijkingen aan de urinewegen (bijvoorbeeld aangeboren aandoeningen)
Als een zorgvrager te ziek is om van het toilet, po, urinaal of
incontinentiemateriaal gebruik te maken
Bij een operatie of onderzoek dat daarom vraagt
2 Het stellen van een diagnose:
.
Afnemen van urine voor microbiologisch onderzoek
Exacte bepaling van een residu
Bij bepaalde röntgenonderzoeken zoals een cystografie.
3 Om de blaas te spoelen om een therapeutische reden.
.
Een blaaskatheterisatie kan soms voorkomen worden door een bladderscan. Dit is een
echografisch onderzoek waarbij geschat wordt of, en zo ja hoeveel, urine er zich in de blaas
bevindt. Het is dan niet nodig om een blaaskatheter in te brengen om na te gaan of er urine
achterblijft in de blaas. Een bladderscan is niet belastend, niet pijnlijk en kan in een kort
tijdsbestek (enkele seconden) worden verricht.
3
blaaskatheter en suprapubisch katheter
inhouden. Ook vind je informatie over de
verschillende soorten katheters, indicaties,
complicaties en verpleegkundige zorg.
Blaaskathe
ter en
suprapubis
ch
katheter
Verpleegkundige 2e jaar
,1
,Inhoud
2
, Indicaties voor een blaaskatheter
Het urinewegstelsel bestaat uit beide nieren (renes) met daarbij de urinewegen. Tot de
urinewegen behoren de beide urineleiders (ureteren), de blaas (vesica urinaria) en de
urinebuis (urethra). De nieren regelen de vochtbalans van het lichaam. Met het teveel aan
water worden schadelijke stoffen door de nieren uit het lichaam verwijderd. De gevormde
urine stroomt vanuit het nierbekken naar de urineleider (ureter). Iedere nier heeft één
urineleider. De beide urineleiders monden uit in de blaas. In de blaas wordt de urine
verzameld en als de druk in de blaas hoger wordt ontstaat aandrang om te plassen.
Uiteindelijk verlaat de urine via de urinebuis (urethra) het lichaam. Als een blaas niet goed
geleegd kan worden, is dit zeer schadelijk. Als er na het plassen urine achterblijft (residu) in
de blaas (urineretentie) is dit een goede voedingsbodem voor bacteriën. Deze kunnen zich in
de urine snel vermenigvuldigen en dan ontstaat er een urineweginfectie. Als de blaas niet
spontaan geleegd kan worden, kan deze zover uitrekken dat deze niet meer kan
samentrekken. Er ontstaat dan een vorm van incontinentie waarbij de urine druppelsgewijs
wegloopt. Een katheter maakt een eind aan deze ongezonde situatie. Het woord katheter
betekent slangetje. Als er over een katheter gesproken wordt gaat het vrijwel altijd over een
blaaskatheter, een slangetje om de blaas te legen. Dit kan eenmalig ingebracht worden of
voor langere tijd.
Er zijn drie hoofdredenen om een blaaskatheter in te brengen:
1 Het leegmaken en -houden van de blaas:
.
Bij iemand die niet meer spontaan kan urineren
Bij afwijkingen aan de urinewegen (bijvoorbeeld aangeboren aandoeningen)
Als een zorgvrager te ziek is om van het toilet, po, urinaal of
incontinentiemateriaal gebruik te maken
Bij een operatie of onderzoek dat daarom vraagt
2 Het stellen van een diagnose:
.
Afnemen van urine voor microbiologisch onderzoek
Exacte bepaling van een residu
Bij bepaalde röntgenonderzoeken zoals een cystografie.
3 Om de blaas te spoelen om een therapeutische reden.
.
Een blaaskatheterisatie kan soms voorkomen worden door een bladderscan. Dit is een
echografisch onderzoek waarbij geschat wordt of, en zo ja hoeveel, urine er zich in de blaas
bevindt. Het is dan niet nodig om een blaaskatheter in te brengen om na te gaan of er urine
achterblijft in de blaas. Een bladderscan is niet belastend, niet pijnlijk en kan in een kort
tijdsbestek (enkele seconden) worden verricht.
3
