Samenvatting CREM
Inhoudsopgave
H1. Organisatiegericht huisvesten..................................................................1
H3. Professioneel huisvesten..........................................................................2
H4. DAS-frame............................................................................................... 5
H5. Vraaganalyse........................................................................................... 6
H6. Aanbodanalyse........................................................................................9
H7. Afstemming vraag en aanbod.................................................................13
H8. Van strategie naar project......................................................................15
H9. Doel van een programma van eisen.........................................................17
H10. Circulair bouwen..................................................................................18
H11. Exploiteren..........................................................................................19
H1. Organisatiegericht huisvesten
1.1. Huisvesting = zorgt voor het dragen voor de fysiek-ruimtelijke
ondersteuning van een bepaalde organisatie door verschillende
huisvestingscomponenten; locaties, gebouwen, interieur,
financieringsvormen, gebruikersprincipes en gebouw gebonden facilitaire
diensten. Dit zijn de knoppen waar de huisvestingsmanager aan kan
draaien om de huisvestingprestaties te optimaliseren.
Huisvesting wordt vaak gezien als een noodzakelijk kwaad omdat het hoge
kosten en complexiteit met zich mee brengt. Een organisatie kan niet
zonder maar ervaart het wel als een last. Echter is huisvesting ook een
strategisch bedrijfsmiddel vanwege de bijdrage die zij kan leveren aan het
uitvoeren van de organisatiestrategie.
Huisvesting kan toegevoegde waarde opleveren voor een organisatie door
de impact die zij heeft op mensen, proces en product, economische en
maatschappelijke parameters.
Huisvesting heef impact op de tevredenheid, gezondheid, veiligheid en
gemak van mensen. De flexibiliteit van de huisvesting kan ook veel
invloed hebben op de mogelijkheden om processen aan te passen of op te
schalen. De economische impact heeft te maken met de kosten en
opbrengsten en de economische waarde die het vastgoed
vertegenwoordigd. De economische waarde is mede afhankelijk van de
maatschappelijke impact van de huisvesting, dit richt zich op de
duurzaamheid en cultuurhistorische waarde.
,Organisatiegerichte huisvesting = de huisvesting wordt continue
afgestemd op de veranderingen in de organisatie. Hierdoor kan een
organisatie waarde toevoegen via huisvesting. Bij Multi tenant gebouwen
waarin meerdere organisaties gevestigd zijn is het belangrijk dat de
huisvesting afgestemd wordt zodat de organisaties prettig afzonderlijk en
samen kunnen werken.
Naast de gebruikerswaarde heeft huisvesting ook een marktwaarde die
samenhangt met de toekomstige huur- of verkoopbaarheid in de
vastgoedmarkt. Het aanbod en prioriteiten van organisaties verschuift. Zo
is er meer vraag naar duurzamer, gezonder, en er wordt meer gebruik
gemaakt van smart-building technologie. Ook wordt het vastgoedaanbod
meer flexibel; kortere huurcontracten en een groeiend aantal co-working
spaces.
Coworking spaces gaat hand in hand met consumerisatie -> hierbij kun je
via online platformen rechtstreeks een geschikte werkplek op een handige
locatie vinden en reserveren.
1.2. Waarde toevoegen via huisvesting is maatwerk. De huisvesting moet
passen bij de organisatie. Hier heb je verschillen in een creatieve,
transparante, maatschappelijk betrokken, of een gastvrije organisatie. De
passende huisvesting kan ook veranderen per levensfase van een
organisatie.
De huisvesting hangt ook af van de financiële status van een organisatie,
de kostenstructuur bepaald hoe groot het effect van veranderingen in de
huisvestingkosten is op de totale kosten van een organisatie. via het
affordabilityratio geven organisatie hun huisvestingskosten weer als een
percentage van hun omzet, zodat het duidelijk is in hoeverre ze zich die
huisvesting kunnen permitteren.
De vastgoedratio is de verhouding tussen de totale boekwaarde van het
vastgoed en de totale activa van een organisatie. deze hangt af van
hoeveel andere activa er nodig zijn in een organisatie (hotel heeft naast
het vastgoed weinig andere activa) en de verhouding tussen huur en
eigendom.
Door de huisvestingprestaties af te stellen op de organisatiestrategie kan
de impact van de huisvesting optimaal bijdragen aan de organisatiedoelen
= allignment. In de meeste gevallen vloeien de huisvestingsbehoeften
voort uit de organisatiestrategie, de huisvesting is dan volgend. Het kan
ook via de resource-based view = de strategie van de organisatie wordt
gebaseerd op de capaciteiten die haar onderscheiden, zoals een uniek
gebouw of een bijzondere locatie. De huisvesting is dan juist leidend.
H3. Professioneel huisvesten
3.1. Huisvestingmanagement richt zich op het optimaliseren van
prestaties die de huisvesting levert. Huisvesting levert functionele,
2 van 19
, esthetische, technische en financieel-economische prestaties. In veel
gevallen zijn de huisvestingsprestaties het resultaat van een samenspel
tussen meerdere huisvestingscomponenten.
Huisvestingprestaties = objectief
meetbare eigenschappen van de
huisvesting.
Toegevoegde waarde = organisatie
gerelateerd en ontstaat als en voor
zover de huisvestingprestaties
bijdragen aan het realiseren van
organisatiedoelen.
Gebruikerservaring =
persoonsgebonden, positieve
gebruikerservaring ontstaat als de
huisvestingsprestaties bijdragen aal
het vervullen van de
gebruikersbehoeften met betrekking
tot fysiek, functioneel en psychologisch comfort.
Naast organisatiegericht en mensgericht huisvesten is maatschappelijk
verantwoord huisvesten ook van belang. De maatschappelijke impact kan
bijdragen aan de toegevoegde waarde van een organisatie en een
positieve invloed hebben op de individuele gebruikers, afhankelijk van het
belang dat zij eraan hebben.
Hierbij moet wel gekeken worden naar de volledige levenscyclus en alle
effecten van de huisvesting beslissingen, zoals de beperkingen bij
milieuvriendelijke elementen etc.
De 4 hoofdprocessen binnen huisvestingmanagement, waarmee er
gestuurd kan worden op de huisvestingprestaties:
1. Strategie ontwikkelen (richten): vertalen van de organisatiestrategie
naar een huisvestingstrategie.
2. Muteren (verrichten): implementeren van de huisvestingstrategie in
projecten of programma’s.
3. Exploiteren: monitoren en bijsturen van de exploitatie (gebruik
huisvesting) in lijn met de huisvestingstrategie.
4. Huisvestingsmanagement organiseren (inrichten): ontwerpen en
professionaliseren van de organisatie die de huisvesting managet.
De vier hoofdprocessen moeten in samenhang worden gemanaged met
een evenwichtige verdeling van aandacht, anders ontstaan er problemen:
Te sterke focus op strategievorming = veel woorden, weinig daden.
Te sterke focus op mutaties = projecten worden goed uitgevoerd
maar de vraag is of het wel de goede projecten.
Te sterke focus op exploitatie = huidige klant wordt bediend als een
koning maar er wordt niet geanticipeerd op de klantbehoeften van
overmorgen.
Te sterke focus op de organisatie van huisvestingmanagement = de
huisvestingorganisatie ontwikkelt zich sterk maar dat kost zo veel
tijd en energie dat het ten koste gaat van de primaire taken.
3 van 19
Inhoudsopgave
H1. Organisatiegericht huisvesten..................................................................1
H3. Professioneel huisvesten..........................................................................2
H4. DAS-frame............................................................................................... 5
H5. Vraaganalyse........................................................................................... 6
H6. Aanbodanalyse........................................................................................9
H7. Afstemming vraag en aanbod.................................................................13
H8. Van strategie naar project......................................................................15
H9. Doel van een programma van eisen.........................................................17
H10. Circulair bouwen..................................................................................18
H11. Exploiteren..........................................................................................19
H1. Organisatiegericht huisvesten
1.1. Huisvesting = zorgt voor het dragen voor de fysiek-ruimtelijke
ondersteuning van een bepaalde organisatie door verschillende
huisvestingscomponenten; locaties, gebouwen, interieur,
financieringsvormen, gebruikersprincipes en gebouw gebonden facilitaire
diensten. Dit zijn de knoppen waar de huisvestingsmanager aan kan
draaien om de huisvestingprestaties te optimaliseren.
Huisvesting wordt vaak gezien als een noodzakelijk kwaad omdat het hoge
kosten en complexiteit met zich mee brengt. Een organisatie kan niet
zonder maar ervaart het wel als een last. Echter is huisvesting ook een
strategisch bedrijfsmiddel vanwege de bijdrage die zij kan leveren aan het
uitvoeren van de organisatiestrategie.
Huisvesting kan toegevoegde waarde opleveren voor een organisatie door
de impact die zij heeft op mensen, proces en product, economische en
maatschappelijke parameters.
Huisvesting heef impact op de tevredenheid, gezondheid, veiligheid en
gemak van mensen. De flexibiliteit van de huisvesting kan ook veel
invloed hebben op de mogelijkheden om processen aan te passen of op te
schalen. De economische impact heeft te maken met de kosten en
opbrengsten en de economische waarde die het vastgoed
vertegenwoordigd. De economische waarde is mede afhankelijk van de
maatschappelijke impact van de huisvesting, dit richt zich op de
duurzaamheid en cultuurhistorische waarde.
,Organisatiegerichte huisvesting = de huisvesting wordt continue
afgestemd op de veranderingen in de organisatie. Hierdoor kan een
organisatie waarde toevoegen via huisvesting. Bij Multi tenant gebouwen
waarin meerdere organisaties gevestigd zijn is het belangrijk dat de
huisvesting afgestemd wordt zodat de organisaties prettig afzonderlijk en
samen kunnen werken.
Naast de gebruikerswaarde heeft huisvesting ook een marktwaarde die
samenhangt met de toekomstige huur- of verkoopbaarheid in de
vastgoedmarkt. Het aanbod en prioriteiten van organisaties verschuift. Zo
is er meer vraag naar duurzamer, gezonder, en er wordt meer gebruik
gemaakt van smart-building technologie. Ook wordt het vastgoedaanbod
meer flexibel; kortere huurcontracten en een groeiend aantal co-working
spaces.
Coworking spaces gaat hand in hand met consumerisatie -> hierbij kun je
via online platformen rechtstreeks een geschikte werkplek op een handige
locatie vinden en reserveren.
1.2. Waarde toevoegen via huisvesting is maatwerk. De huisvesting moet
passen bij de organisatie. Hier heb je verschillen in een creatieve,
transparante, maatschappelijk betrokken, of een gastvrije organisatie. De
passende huisvesting kan ook veranderen per levensfase van een
organisatie.
De huisvesting hangt ook af van de financiële status van een organisatie,
de kostenstructuur bepaald hoe groot het effect van veranderingen in de
huisvestingkosten is op de totale kosten van een organisatie. via het
affordabilityratio geven organisatie hun huisvestingskosten weer als een
percentage van hun omzet, zodat het duidelijk is in hoeverre ze zich die
huisvesting kunnen permitteren.
De vastgoedratio is de verhouding tussen de totale boekwaarde van het
vastgoed en de totale activa van een organisatie. deze hangt af van
hoeveel andere activa er nodig zijn in een organisatie (hotel heeft naast
het vastgoed weinig andere activa) en de verhouding tussen huur en
eigendom.
Door de huisvestingprestaties af te stellen op de organisatiestrategie kan
de impact van de huisvesting optimaal bijdragen aan de organisatiedoelen
= allignment. In de meeste gevallen vloeien de huisvestingsbehoeften
voort uit de organisatiestrategie, de huisvesting is dan volgend. Het kan
ook via de resource-based view = de strategie van de organisatie wordt
gebaseerd op de capaciteiten die haar onderscheiden, zoals een uniek
gebouw of een bijzondere locatie. De huisvesting is dan juist leidend.
H3. Professioneel huisvesten
3.1. Huisvestingmanagement richt zich op het optimaliseren van
prestaties die de huisvesting levert. Huisvesting levert functionele,
2 van 19
, esthetische, technische en financieel-economische prestaties. In veel
gevallen zijn de huisvestingsprestaties het resultaat van een samenspel
tussen meerdere huisvestingscomponenten.
Huisvestingprestaties = objectief
meetbare eigenschappen van de
huisvesting.
Toegevoegde waarde = organisatie
gerelateerd en ontstaat als en voor
zover de huisvestingprestaties
bijdragen aan het realiseren van
organisatiedoelen.
Gebruikerservaring =
persoonsgebonden, positieve
gebruikerservaring ontstaat als de
huisvestingsprestaties bijdragen aal
het vervullen van de
gebruikersbehoeften met betrekking
tot fysiek, functioneel en psychologisch comfort.
Naast organisatiegericht en mensgericht huisvesten is maatschappelijk
verantwoord huisvesten ook van belang. De maatschappelijke impact kan
bijdragen aan de toegevoegde waarde van een organisatie en een
positieve invloed hebben op de individuele gebruikers, afhankelijk van het
belang dat zij eraan hebben.
Hierbij moet wel gekeken worden naar de volledige levenscyclus en alle
effecten van de huisvesting beslissingen, zoals de beperkingen bij
milieuvriendelijke elementen etc.
De 4 hoofdprocessen binnen huisvestingmanagement, waarmee er
gestuurd kan worden op de huisvestingprestaties:
1. Strategie ontwikkelen (richten): vertalen van de organisatiestrategie
naar een huisvestingstrategie.
2. Muteren (verrichten): implementeren van de huisvestingstrategie in
projecten of programma’s.
3. Exploiteren: monitoren en bijsturen van de exploitatie (gebruik
huisvesting) in lijn met de huisvestingstrategie.
4. Huisvestingsmanagement organiseren (inrichten): ontwerpen en
professionaliseren van de organisatie die de huisvesting managet.
De vier hoofdprocessen moeten in samenhang worden gemanaged met
een evenwichtige verdeling van aandacht, anders ontstaan er problemen:
Te sterke focus op strategievorming = veel woorden, weinig daden.
Te sterke focus op mutaties = projecten worden goed uitgevoerd
maar de vraag is of het wel de goede projecten.
Te sterke focus op exploitatie = huidige klant wordt bediend als een
koning maar er wordt niet geanticipeerd op de klantbehoeften van
overmorgen.
Te sterke focus op de organisatie van huisvestingmanagement = de
huisvestingorganisatie ontwikkelt zich sterk maar dat kost zo veel
tijd en energie dat het ten koste gaat van de primaire taken.
3 van 19
