Verslag Psychodiagnostiek in de klinische psychologie
Student : Cindy Verhaar
Studentnummer : 851144630
Datum : 07/11/2019
Dit rapport is vertrouwelijk, heeft alleen betrekking op de vermelde vraagstelling en een beperkte geldigheidsduur van
één jaar.
,Cliëntgegevens
Naam: A.H.
Geslacht: vrouw
Leeftijd: 32 jaar
Leefsituatie: gehuwd, 2 kinderen (2 en 4 jaar)
Opleiding: Maatschappelijk werk (HBO)
Beroep: Maatschappelijk werker GGZ op de polikliniek
Verwijzer: Huisarts
Datum onderzoek: 12 oktober 2019
Reden van aanmelding
Cliënte wordt door de huisarts aangemeld voor psychologisch onderzoek voor de somatisch geuite
spanningsklachten met als vraag ‘Wat is de verklaring van deze klachten en welke behandeling is
geïndiceerd?‘. Cliënte ervaart sinds circa twee maanden in toenemende mate klachten van pijn in het hoofd en in
de nekregio. Daarnaast spelen er spanningen op zowel werk als in de thuissituatie, wat zich uit in piekeren en
problemen met slapen. Cliënte hoopt dat de bevindingen uit het onderzoek antwoord zullen geven op de vragen:
’Waar komen de klachten vandaan? Hoe zijn de klachten op te lossen?’
Intake
Cliënte is een 32- jarige vrouw die in toenemende mate last van hoofd- en nekpijn ervaart. Door de toename in
de ernst en frequentie van de klachten, is cliënte zich zorgen gaan maken ‘wat is er met mij aan de hand? ’ en
‘gaat het nog wel ooit over?’.
Naast deze lichamelijke klachten ervaart cliënte spanningen in haar werksituatie. Zij werkt 3 dagen per week op
een poli in de GGZ als maatschappelijk werkster. In verband met de huidige wetgeving is zij genoodzaakt een
post-HBO opleiding te doen om haar huidige werk te mogen blijven doen. Tot het behalen van dit diploma, moet
ze haar werkzaamheden verrichten in een andere functie op een andere afdeling. Ze ervaart hier onzekerheid en
gevoelens van minderwaardigheid bij en heeft last van de volgende gedachten ‘straks val ik door de mand’ en ‘ik
doe het niet goed’. Cliënte heeft een sterke neiging alles goed te willen doen, door voorgaande benoemde
, gedachten en gevoelens wordt cliënte aangezet om nog beter haar best doen en meer tijd besteden op haar werk
als ook in haar studie. Dit alles kost haar veel energie wat bij haar resulteert in vermoeidheid.
Cliënte is getrouwd en heeft 2 kinderen (2 en 4 jaar), momenteel wonen zij tijdelijk in een stacaravan op een
camping. Dit is in verband met de verbouwing van hun (koop)huis. Deze woonsituatie geeft spanningen door de
oncomfortabele setting (koude) en meer reistijd van en naar school/werk. Haar echtgenote zou de verbouwing
begeleiden, maar in de praktijk blijkt dat cliënte zich er veel mee bezig houdt. Ze is bang dat de verbouwing niet
goed zal verlopen en heeft moeite met het los te laten. ’s Nachts ligt ze erover te piekeren met gedachten als ‘als
er maar niets fout gaat’, ‘ben ik niets vergeten?’ en ‘komt het nog wel goed met de verbouwing?’. Het slapen
wordt door deze piekergedachten dan ook bemoeilijkt, zowel bij het inslapen- als het doorslapen.
Ze ervaart gevoelens van frustratie, irritatie en kan nu moeilijker met tegenslagen omgaan, wat zich vooral uit in
(wekelijkse) huilbuien. Ze voelt dat het teveel is ‘maar ik moet toch door’. Voorheen was sporten een goede
uitlaatklep en zorgde voor ontspanning, door de pijnklachten gaat dit nu moeilijker. Verder bemerkt ze dat
wanneer de spanningen toenemen dat ze meer gaat eten of Netflix gaat kijken.
Cliënte heeft een sociaal netwerk van met name vriendinnen, met wie ze geregeld afspreekt. Ze ervaart het als
een fijn netwerk, maar heeft moeite om hulp te vragen. Verder heeft ze zelf het idee dat ze tekortschiet als
vriendin zijnde omdat het contact minder frequent is dan voorheen. Het tekortschieten in een bepaalde rol
herkent ze ook in de rol van moeder, rol van echtgenoot en van werkneemster. De gedachten die ze hierover
ervaart zijn ‘ik doe het niet goed genoeg’ en ‘ik ben niet goed genoeg’.
Het gezin van herkomst bestaat uit vader, moeder, drie oudere broers en een jongere zus. Ze omschrijft het als
een warm en liefdevol gezin, waarbij de contacten goed en warm verlopen. Haar ouders hebben haar meegeven
dat hard werken en zelf problemen op kunnen lossen belangrijke waarden zijn in het leven.
Ze omschrijft zichzelf als: sociaal, perfectionistisch, onzeker en sportief. Hierover is ze best tevreden, echter de
eigenschappen perfectionisme en onzekerheid staan haar nu naar eigen zeggen in de weg.
Cliënte heeft deze klachten eerder gehad, na de geboorte van haar oudste zoon. In deze periode had ze net een
andere baan, wat in het begin moeilijk te combineren was met het moederschap. In beide rollen had ze de
gedachten dat ze tekortschoot en het niet goed deed. Uiteindelijk is ze hier zonder professionele hulp weer
uitgekomen. Zelf geeft ze aan dat de huidige klachten waarschijnlijk te maken zou kunnen hebben met een
opeenstapeling van spanningen die nu in haar leven spelen.
Student : Cindy Verhaar
Studentnummer : 851144630
Datum : 07/11/2019
Dit rapport is vertrouwelijk, heeft alleen betrekking op de vermelde vraagstelling en een beperkte geldigheidsduur van
één jaar.
,Cliëntgegevens
Naam: A.H.
Geslacht: vrouw
Leeftijd: 32 jaar
Leefsituatie: gehuwd, 2 kinderen (2 en 4 jaar)
Opleiding: Maatschappelijk werk (HBO)
Beroep: Maatschappelijk werker GGZ op de polikliniek
Verwijzer: Huisarts
Datum onderzoek: 12 oktober 2019
Reden van aanmelding
Cliënte wordt door de huisarts aangemeld voor psychologisch onderzoek voor de somatisch geuite
spanningsklachten met als vraag ‘Wat is de verklaring van deze klachten en welke behandeling is
geïndiceerd?‘. Cliënte ervaart sinds circa twee maanden in toenemende mate klachten van pijn in het hoofd en in
de nekregio. Daarnaast spelen er spanningen op zowel werk als in de thuissituatie, wat zich uit in piekeren en
problemen met slapen. Cliënte hoopt dat de bevindingen uit het onderzoek antwoord zullen geven op de vragen:
’Waar komen de klachten vandaan? Hoe zijn de klachten op te lossen?’
Intake
Cliënte is een 32- jarige vrouw die in toenemende mate last van hoofd- en nekpijn ervaart. Door de toename in
de ernst en frequentie van de klachten, is cliënte zich zorgen gaan maken ‘wat is er met mij aan de hand? ’ en
‘gaat het nog wel ooit over?’.
Naast deze lichamelijke klachten ervaart cliënte spanningen in haar werksituatie. Zij werkt 3 dagen per week op
een poli in de GGZ als maatschappelijk werkster. In verband met de huidige wetgeving is zij genoodzaakt een
post-HBO opleiding te doen om haar huidige werk te mogen blijven doen. Tot het behalen van dit diploma, moet
ze haar werkzaamheden verrichten in een andere functie op een andere afdeling. Ze ervaart hier onzekerheid en
gevoelens van minderwaardigheid bij en heeft last van de volgende gedachten ‘straks val ik door de mand’ en ‘ik
doe het niet goed’. Cliënte heeft een sterke neiging alles goed te willen doen, door voorgaande benoemde
, gedachten en gevoelens wordt cliënte aangezet om nog beter haar best doen en meer tijd besteden op haar werk
als ook in haar studie. Dit alles kost haar veel energie wat bij haar resulteert in vermoeidheid.
Cliënte is getrouwd en heeft 2 kinderen (2 en 4 jaar), momenteel wonen zij tijdelijk in een stacaravan op een
camping. Dit is in verband met de verbouwing van hun (koop)huis. Deze woonsituatie geeft spanningen door de
oncomfortabele setting (koude) en meer reistijd van en naar school/werk. Haar echtgenote zou de verbouwing
begeleiden, maar in de praktijk blijkt dat cliënte zich er veel mee bezig houdt. Ze is bang dat de verbouwing niet
goed zal verlopen en heeft moeite met het los te laten. ’s Nachts ligt ze erover te piekeren met gedachten als ‘als
er maar niets fout gaat’, ‘ben ik niets vergeten?’ en ‘komt het nog wel goed met de verbouwing?’. Het slapen
wordt door deze piekergedachten dan ook bemoeilijkt, zowel bij het inslapen- als het doorslapen.
Ze ervaart gevoelens van frustratie, irritatie en kan nu moeilijker met tegenslagen omgaan, wat zich vooral uit in
(wekelijkse) huilbuien. Ze voelt dat het teveel is ‘maar ik moet toch door’. Voorheen was sporten een goede
uitlaatklep en zorgde voor ontspanning, door de pijnklachten gaat dit nu moeilijker. Verder bemerkt ze dat
wanneer de spanningen toenemen dat ze meer gaat eten of Netflix gaat kijken.
Cliënte heeft een sociaal netwerk van met name vriendinnen, met wie ze geregeld afspreekt. Ze ervaart het als
een fijn netwerk, maar heeft moeite om hulp te vragen. Verder heeft ze zelf het idee dat ze tekortschiet als
vriendin zijnde omdat het contact minder frequent is dan voorheen. Het tekortschieten in een bepaalde rol
herkent ze ook in de rol van moeder, rol van echtgenoot en van werkneemster. De gedachten die ze hierover
ervaart zijn ‘ik doe het niet goed genoeg’ en ‘ik ben niet goed genoeg’.
Het gezin van herkomst bestaat uit vader, moeder, drie oudere broers en een jongere zus. Ze omschrijft het als
een warm en liefdevol gezin, waarbij de contacten goed en warm verlopen. Haar ouders hebben haar meegeven
dat hard werken en zelf problemen op kunnen lossen belangrijke waarden zijn in het leven.
Ze omschrijft zichzelf als: sociaal, perfectionistisch, onzeker en sportief. Hierover is ze best tevreden, echter de
eigenschappen perfectionisme en onzekerheid staan haar nu naar eigen zeggen in de weg.
Cliënte heeft deze klachten eerder gehad, na de geboorte van haar oudste zoon. In deze periode had ze net een
andere baan, wat in het begin moeilijk te combineren was met het moederschap. In beide rollen had ze de
gedachten dat ze tekortschoot en het niet goed deed. Uiteindelijk is ze hier zonder professionele hulp weer
uitgekomen. Zelf geeft ze aan dat de huidige klachten waarschijnlijk te maken zou kunnen hebben met een
opeenstapeling van spanningen die nu in haar leven spelen.
