Boek aantekeningen
Chapter 1
introduction
Social problems = Problemen voorkomend in relaties of interacties tussen mensen.
Deze worden Societal problems als ze worden gedeeld door een grote groep en ze een stempel
achterlaten voor de gehele maatschappij. Ook zijn societal problems een vorm van Public Bads
(= Handelingen van individuele actoren die samen leiden tot maatschappelijke problemen (en zit
dus in de aggregation)). Deze staan tegenover de Public goods
Externalities = Wanneer individuele actoren geen rekening houden met hoe hun gedrag invloed
heeft op anderen.
Achtergrond:
De society werd gezien als mensen en de staat als hiërarchie waarin verschillende
machtsposities zijn. Bijvoorbeeld Montesquieu´s theorie over Trias Politica (= Een
overheid verdeelt in 3 delen: Executive, Legislative en Judicial, (uitvoerende, wetgevende,
Boek aantekeningen 1
, rechtelijke) die onafhankelijk van elkaar en in balans moeten zijn zodat er een gelijke
machtsverdeling is en depotism voorkomen wordt).
Perverse consequences/Incentives = Acties zonder kwade intenties, maar die in zijn geheel
toch leidt tot negatieve uitkomsten.
4 condities voor het maken van een maatschappelijk probleem uit een gewoon probleem:
1. Er is een verzameling van individueel-level gedrag dat (onbedoeld) leidt tot een situatie
op maatschappelijk niveau.
2. De situatie op maatschappelijk niveau wordt gezien als ongewenst, vaak tegenstrijdig
met bepaalde waarden.
3. Een grote groep mensen vinden het probleem dringend en als gevolg komt het probleem
op de publieke agenda.
4. Er wordt een beoordeling gemaakt over de benodigdheid van actie van de overheid, wat
kan leiden tot beleidshervorming of collectieve acties.
Het proces waarin wordt bepaald of iets een maatschappelijk probleem is hangt niet alleen af van
de observatie van dit probleem, maar ook of iets in strijd is met de normen. Het probleem is dat
normen verschillen tussen verschillende groepen.
Market failure = De uitkomst dat ontstaat doordat individuele actors interactie hebben met
elkaar zonder limieten is niet gewenst vanuit de maatschappij zijn perspectief.
Collectieve actievoering is echter moeilijk, vanwege o.a. het Free rider problem (= Sommige
actors stoppen met het bijdragen aan het public good, maar profiteren wel van de voordelen).
Short-termism = Wanneer een individu zich meer focust op de korte termijn opbrengsten ten
koste van een land/maatschappij/etc. zijn lange termijn belangen.
Een voorbeeld hiervan is de Political business cycle (= Schommelingen in de economische
prestaties die afhangen van de timing van verkiezingen).
Boek aantekeningen 2
, Social norms = concrete gedragsregels en verwachtingen die voortkomen uit de waarden van
mensen.
Deze kunnen worden gezien als een public good. James Coleman zegt dat het een vorm is
van Social capital (= Een productief middel voor een groep, waarvan elk individu in de
groep profiteert).
In de Universal Declaration of Human Rights staan de algemene mensenrechten van de
united nations (1948).
Er zijn verschillende filosofische en politieke opvattingen over wat de normen in de samenleving
moeten zijn, zoals:
individuele perspectief, waaronder het Categorical imperative van Kant (= Het idee dat
men zich op een bepaalde manier moet gedragen, zodat dit gedrag dient als basis voor de
algemene wetgeving).
State of nature (door Rawls en Nozick) = Staat waarin mensen niet beperkt of beïnvloed
worden door regels of instituties. In deze staat zouden er gevaren zijn waar mensen in
hun eentje niet opgewassen tegen zijn. Daarom zouden mensen een
collectieve provisies die een bepaalde hoeveelheid veiligheid garanderen. In
ruil voor die veiligheid moeten individuen wat rechten en vrijheden inleveren.
De gemeenschap van individuen moeten samen beslissen welke rechten
ingeleverd moeten worden om een werkende maatschappij op te richten
Rawls principes, door zijn ‘Original position’ gedachte experiment ⇒ Hoe zou je willen dat
de
maatschappij eruit zou zien als je geen idee had wat jouw positie in die maatschappij zou zijn
(veil of ignorance)?
Principle of equal liberty⇒ Iedere burger moet een reeks basic vrijheden worden
gegarandeerd, waaronder bescherming tegen geweld, vrijheid van mening en eerlijke
kansen op de arbeidsmarkt.
Difference principle ⇒ Deze bestaat uit 2 subcategorieën:
The fair equality of opportunity principle ⇒ Oneerlijkheden tussen burgers
mogen bestaan, zolang iedereen eerlijke kansen heeft om verschillende posities te
Boek aantekeningen 3
, verkrijgen.
The maximin principle ⇒ en zolang de oneerlijkheden, maar voordelig zijn voor
degenen die het het minst goed hebben.
Nozick’s principes
Nozick zegt dat het het eerlijkst is dat mensen maximale vrijheid hebben. Ze moeten
dan ook Negative liberties krijgen, zoals vrijheid van geweld/spraak, etc. Hij roept
hierbij wel op tot de Non-aggression principle (= Het is immoreel om geweld te
gebruiken tegen een ander).
Ook hebben burgers geen Positive liberties (= Het recht op gezondheidszorg, een huis,
etc. omdat hiervoor andere burgers gedwongen moet worden iets te doen).
Night-watchman state = Het verdedigen van de maatschappij tegen externe
dreigingen.
3 Ideologieën in de samenleving:
Liberalisme ⇒ Nemen voornamelijk het individu centraal en wil dat de staat zo min
mogelijk ingrijpt bij marktuitkomsten die zijn ontstaan door acties van individuen.
Socialisme ⇒ Pleiten voor de bescherming van individuen op sociaal en economisch
gebied, en zijn daarom voor een grotere rol van de staat.
Conservatisme ⇒ Hechten waarde aan pragmatische argumenten, ze verwerpen beiden
rationalisme en universalisme en zetten orde en stabiliteit boven vrijheid en gelijkheid.
Rationalisme = De veronderstelling dat mensen hun weg kunnen beredeneren naar de meest
rechtvaardige sociale instellingen.
Universalisme = De veronderstelling dat het mogelijk is om een blauwdruk voor de
samenleving te ontwerpen ongegrond in concrete bijzonderheden.
→ Er kan hierbinnen nog gekeken worden naar Progressivism, Libertarianism en
Conservatism.
Er zijn 4 hoofdgebieden in de samenleving:
Boek aantekeningen 4
Chapter 1
introduction
Social problems = Problemen voorkomend in relaties of interacties tussen mensen.
Deze worden Societal problems als ze worden gedeeld door een grote groep en ze een stempel
achterlaten voor de gehele maatschappij. Ook zijn societal problems een vorm van Public Bads
(= Handelingen van individuele actoren die samen leiden tot maatschappelijke problemen (en zit
dus in de aggregation)). Deze staan tegenover de Public goods
Externalities = Wanneer individuele actoren geen rekening houden met hoe hun gedrag invloed
heeft op anderen.
Achtergrond:
De society werd gezien als mensen en de staat als hiërarchie waarin verschillende
machtsposities zijn. Bijvoorbeeld Montesquieu´s theorie over Trias Politica (= Een
overheid verdeelt in 3 delen: Executive, Legislative en Judicial, (uitvoerende, wetgevende,
Boek aantekeningen 1
, rechtelijke) die onafhankelijk van elkaar en in balans moeten zijn zodat er een gelijke
machtsverdeling is en depotism voorkomen wordt).
Perverse consequences/Incentives = Acties zonder kwade intenties, maar die in zijn geheel
toch leidt tot negatieve uitkomsten.
4 condities voor het maken van een maatschappelijk probleem uit een gewoon probleem:
1. Er is een verzameling van individueel-level gedrag dat (onbedoeld) leidt tot een situatie
op maatschappelijk niveau.
2. De situatie op maatschappelijk niveau wordt gezien als ongewenst, vaak tegenstrijdig
met bepaalde waarden.
3. Een grote groep mensen vinden het probleem dringend en als gevolg komt het probleem
op de publieke agenda.
4. Er wordt een beoordeling gemaakt over de benodigdheid van actie van de overheid, wat
kan leiden tot beleidshervorming of collectieve acties.
Het proces waarin wordt bepaald of iets een maatschappelijk probleem is hangt niet alleen af van
de observatie van dit probleem, maar ook of iets in strijd is met de normen. Het probleem is dat
normen verschillen tussen verschillende groepen.
Market failure = De uitkomst dat ontstaat doordat individuele actors interactie hebben met
elkaar zonder limieten is niet gewenst vanuit de maatschappij zijn perspectief.
Collectieve actievoering is echter moeilijk, vanwege o.a. het Free rider problem (= Sommige
actors stoppen met het bijdragen aan het public good, maar profiteren wel van de voordelen).
Short-termism = Wanneer een individu zich meer focust op de korte termijn opbrengsten ten
koste van een land/maatschappij/etc. zijn lange termijn belangen.
Een voorbeeld hiervan is de Political business cycle (= Schommelingen in de economische
prestaties die afhangen van de timing van verkiezingen).
Boek aantekeningen 2
, Social norms = concrete gedragsregels en verwachtingen die voortkomen uit de waarden van
mensen.
Deze kunnen worden gezien als een public good. James Coleman zegt dat het een vorm is
van Social capital (= Een productief middel voor een groep, waarvan elk individu in de
groep profiteert).
In de Universal Declaration of Human Rights staan de algemene mensenrechten van de
united nations (1948).
Er zijn verschillende filosofische en politieke opvattingen over wat de normen in de samenleving
moeten zijn, zoals:
individuele perspectief, waaronder het Categorical imperative van Kant (= Het idee dat
men zich op een bepaalde manier moet gedragen, zodat dit gedrag dient als basis voor de
algemene wetgeving).
State of nature (door Rawls en Nozick) = Staat waarin mensen niet beperkt of beïnvloed
worden door regels of instituties. In deze staat zouden er gevaren zijn waar mensen in
hun eentje niet opgewassen tegen zijn. Daarom zouden mensen een
collectieve provisies die een bepaalde hoeveelheid veiligheid garanderen. In
ruil voor die veiligheid moeten individuen wat rechten en vrijheden inleveren.
De gemeenschap van individuen moeten samen beslissen welke rechten
ingeleverd moeten worden om een werkende maatschappij op te richten
Rawls principes, door zijn ‘Original position’ gedachte experiment ⇒ Hoe zou je willen dat
de
maatschappij eruit zou zien als je geen idee had wat jouw positie in die maatschappij zou zijn
(veil of ignorance)?
Principle of equal liberty⇒ Iedere burger moet een reeks basic vrijheden worden
gegarandeerd, waaronder bescherming tegen geweld, vrijheid van mening en eerlijke
kansen op de arbeidsmarkt.
Difference principle ⇒ Deze bestaat uit 2 subcategorieën:
The fair equality of opportunity principle ⇒ Oneerlijkheden tussen burgers
mogen bestaan, zolang iedereen eerlijke kansen heeft om verschillende posities te
Boek aantekeningen 3
, verkrijgen.
The maximin principle ⇒ en zolang de oneerlijkheden, maar voordelig zijn voor
degenen die het het minst goed hebben.
Nozick’s principes
Nozick zegt dat het het eerlijkst is dat mensen maximale vrijheid hebben. Ze moeten
dan ook Negative liberties krijgen, zoals vrijheid van geweld/spraak, etc. Hij roept
hierbij wel op tot de Non-aggression principle (= Het is immoreel om geweld te
gebruiken tegen een ander).
Ook hebben burgers geen Positive liberties (= Het recht op gezondheidszorg, een huis,
etc. omdat hiervoor andere burgers gedwongen moet worden iets te doen).
Night-watchman state = Het verdedigen van de maatschappij tegen externe
dreigingen.
3 Ideologieën in de samenleving:
Liberalisme ⇒ Nemen voornamelijk het individu centraal en wil dat de staat zo min
mogelijk ingrijpt bij marktuitkomsten die zijn ontstaan door acties van individuen.
Socialisme ⇒ Pleiten voor de bescherming van individuen op sociaal en economisch
gebied, en zijn daarom voor een grotere rol van de staat.
Conservatisme ⇒ Hechten waarde aan pragmatische argumenten, ze verwerpen beiden
rationalisme en universalisme en zetten orde en stabiliteit boven vrijheid en gelijkheid.
Rationalisme = De veronderstelling dat mensen hun weg kunnen beredeneren naar de meest
rechtvaardige sociale instellingen.
Universalisme = De veronderstelling dat het mogelijk is om een blauwdruk voor de
samenleving te ontwerpen ongegrond in concrete bijzonderheden.
→ Er kan hierbinnen nog gekeken worden naar Progressivism, Libertarianism en
Conservatism.
Er zijn 4 hoofdgebieden in de samenleving:
Boek aantekeningen 4
