MTV2 – Morfogenese
Aantal, positie, vorm en grootte van gebitselementen hangt af van de functie.
De functie van het gebit; incisieven hebben als functie afbijten en snijden. Met de
cuspidaten wordt de prooi vastgehouden. Daarnaast kunnen cuspidaten extra functies
hebben bij dieren, zoals bijvoorbeeld verdedigen, aanvallen, wroeten of injecteren van gif.
Te veel, te weinig of geen tanden; van afwijkingen wordt geleerd hoe de normale
ontwikkeling verloopt.
- Wanneer een incisief op de verkeerde plaats doorbreekt, heet dit ectopisch.
- Er wordt gesproken over boventallig, wanneer te veel tanden groeien.
- Elementen kunnen een verkeerde vorm hebben. Dit is dan een kegel.
- Aaneengroei zijn samengegroeide elementen. Wanneer een element aan twee
kanten is vergroeid, is dit aaneengroei tweezijdig.
- Agenesie is het niet aangelegd worden van tanden. Dit komt veel voor bij de
verstandskiezen en de laterale incisieven in de bovenkaak.
- Het ontbreken van 1-6 elementen wordt hypodontie genoemd.
- Bij oligodontie ontbreken meer dan 6 elementen.
- Alle elementen ontbreken bij anodontie.
- Wanneer meer dan 32 elementen in de aanwezig zijn, is dit polydontie.
Waarom worden elementen soms niet aangelegd?
- Gen manipulatie om invloed van signaalstoffen en eiwitten te bestuderen.
Wat bepaalt dat elementen worden aangelegd op de goede plaats, in juiste aantallen en in
de juiste vorm?
- D.m.v. celdeling wordt de grootte van het element bepaald.
- Het zijn gespecialiseerde cellen die differentiatie kunnen uitvoeren.
- Weefsels worden gevormd door middel van communicatie.
Epitheel is een dekweefsel, wat zich aan de buitenkant van het lichaam bevindt met een
afsluitende functie. Glazuur wordt gemaakt door ameloblasten uit het epitheel. Glazuur is
een product van epitheel en ameloblsaten.
Mesenchym is een embryonaal bindweefsel dat onderhoudsbindweefsel vormt, zoals bot,
dentine, cement en collageen vezels. Dentine wordt gemaakt door odontoblasten vanuit het
mesenchym. Epitheel van de binnenkant.
Stadia van tandontwikkeling
1. Knopstadium
2. Kapstadium
3. Klokstadium
4. Kroonvorming – amelogenese en
dentinogenes
5. Eruptie en wortelvorming.
Aantal, positie, vorm en grootte van gebitselementen hangt af van de functie.
De functie van het gebit; incisieven hebben als functie afbijten en snijden. Met de
cuspidaten wordt de prooi vastgehouden. Daarnaast kunnen cuspidaten extra functies
hebben bij dieren, zoals bijvoorbeeld verdedigen, aanvallen, wroeten of injecteren van gif.
Te veel, te weinig of geen tanden; van afwijkingen wordt geleerd hoe de normale
ontwikkeling verloopt.
- Wanneer een incisief op de verkeerde plaats doorbreekt, heet dit ectopisch.
- Er wordt gesproken over boventallig, wanneer te veel tanden groeien.
- Elementen kunnen een verkeerde vorm hebben. Dit is dan een kegel.
- Aaneengroei zijn samengegroeide elementen. Wanneer een element aan twee
kanten is vergroeid, is dit aaneengroei tweezijdig.
- Agenesie is het niet aangelegd worden van tanden. Dit komt veel voor bij de
verstandskiezen en de laterale incisieven in de bovenkaak.
- Het ontbreken van 1-6 elementen wordt hypodontie genoemd.
- Bij oligodontie ontbreken meer dan 6 elementen.
- Alle elementen ontbreken bij anodontie.
- Wanneer meer dan 32 elementen in de aanwezig zijn, is dit polydontie.
Waarom worden elementen soms niet aangelegd?
- Gen manipulatie om invloed van signaalstoffen en eiwitten te bestuderen.
Wat bepaalt dat elementen worden aangelegd op de goede plaats, in juiste aantallen en in
de juiste vorm?
- D.m.v. celdeling wordt de grootte van het element bepaald.
- Het zijn gespecialiseerde cellen die differentiatie kunnen uitvoeren.
- Weefsels worden gevormd door middel van communicatie.
Epitheel is een dekweefsel, wat zich aan de buitenkant van het lichaam bevindt met een
afsluitende functie. Glazuur wordt gemaakt door ameloblasten uit het epitheel. Glazuur is
een product van epitheel en ameloblsaten.
Mesenchym is een embryonaal bindweefsel dat onderhoudsbindweefsel vormt, zoals bot,
dentine, cement en collageen vezels. Dentine wordt gemaakt door odontoblasten vanuit het
mesenchym. Epitheel van de binnenkant.
Stadia van tandontwikkeling
1. Knopstadium
2. Kapstadium
3. Klokstadium
4. Kroonvorming – amelogenese en
dentinogenes
5. Eruptie en wortelvorming.