Medicijnwerkstuk.
Naam: Ellen Smits
Groepscode: 03GZO2B
Mentor: Liane Wils
,Voorwoord.
Voor mijn opleiding Verzorgende IG moet ik een medicijnwerkstuk maken, zodat ik medicijnen mag
gaan delen. In dit werkstuk werk ik de opdrachten uit die ik heb gekregen, zodat ik straks genoeg
informatie beschik om hierna “veilig” en met vertrouwen de medicijnen van een bewoner kan
geven. Ik wil leren wat de werking van verschillende medicijnen zijn. Ook wil ik leren wat eventuele
bijwerkingen zijn. Hiernaast wil ik leren wat voor soort medicijnen er zijn. Ik wil ook de toediening
leren en de rest omtrent de medicijnen. Natuurlijk kan je niet alles in de theorie leren, daarom wil ik
ook in de praktijk hier aan bezig zijn met medicijnen en eventueel uitleg van collega's, zodat ik de
protocollen ook leer van de toediening van de medicijnen.
Inhoud
,Voorwoord.............................................................................................................................................2
Dranken..............................................................................................................................................4
Zetpil...................................................................................................................................................4
Houdbaarheid.....................................................................................................................................5
Toedieningswegen..............................................................................................................................5
Hoofdwerking, nevenwerking, bijwerking en contra- indicatie..........................................................6
Reboundeffecten, uitsluipen van therapie en het afmaken van kuren...............................................6
Op kunnen zoeken van medicatie.......................................................................................................8
Risico bepalen...................................................................................................................................10
Deel 2 opdracht medicatie...................................................................................................................11
HST 3: Deel 2, Het medicijn werkstuk...................................................................................................12
Deel 3 praktijk specifieke opdrachten..................................................................................................17
Bewoner 1.02...................................................................................................................................17
Bewoner 4.02...................................................................................................................................20
Bewoner 5.02...................................................................................................................................27
Bewoner 6.02...................................................................................................................................33
Bewoner 7.02...................................................................................................................................37
Deel 3 de praktijkgerichte vragen.........................................................................................................40
Uitwerking HST 2: Deel 1, theorie opdrachten.
Tabletten.
Wat kunnen de redenen zijn om de buitenkant van tabletten te voorzien van
een speciaal ‘jasje ’ook wel coating genoemd?
• Bescherming tegen het maagsap. Zodat de tablet de maag kan passeren zonder
uit elkaar te vallen of de maagwand kan beschadigen.
• Bescherming tegen licht.
• Sommige mensen kunnen niet “korrelige” tabletten slikken en verslikken zich.
Door de coating hebben ze hier geen last van, omdat het niet oplost in de mond.
Zet per soort tablet hoe de inname en werking is.
Gewone tablet: Een voorbeeld hiervan is paracetamol.
Inname: Je legt het tablet in het midden van je tong en neemt een slok water. Je buigt je
, hoofd naar voren en slikt het tablet door. Het tablet slik je in zijn geheel door of laat deze
oplossing indien mogelijk in het water. Als het tablet opgelost wordt in water wordt er
aangeraden om hierna nog een glas water te nemen om alles van het medicijn binnen te
krijgen per os.
Werking: De paracetamol werkt na een half uur tot 1,5 uur en houdt vier tot zes uur aan.
In de maag afgebroken en naar de darmen. Vervolgens via poortader naar lever.
Retard tabletten: Er is een vertraagde werking in het lichaam.
Inname: De inname gaat met (een glas) water.
Werking: Het tablet werkt na 20 minuten. En werkt 6 tot 11 uur.
Bruistabletten: Het tablet laat je oplossen in water tot deze volledig uiteen is gevallen.
Inname: Je neemt dit glas met het tablet en water in en neemt hierna nog een glas water,
zodat de rest van het medicijn alsnog ingenomen wordt.
Werking: Gemiddeld werkt de bruistablet in 15 minuten en werkt 4 tot 6 uur.
Zuigtabletten: Dit tablet moet je zolang mogelijk in de mond houden. De werking is
lokaal en werkt in de mond- en keelholte. De opname gaat via de slijmvliezen in de
mond- en keelholte. Je mag een zuigtablet niet met water innemen, maar hierna mag je
wel naspoelen met water.
Enteric – coated tabletten: Inname via de mond. Gaat naar de plaats waar het
medicijn zijn werking moet doen. Bij de plek waar het medicijn hoort doet de medicijn zijn
werking. Door coating gaat het tablet naar de plek van bestemming en wordt de tablet
niet in de maag verwerkt. Je neemt een enteric- coated tablet in met water.
Werking: Gemiddeld werkt een enteric coated tablet na 40 minuten en werkt 2 tot 4 uur.
Dranken
Schrijf van elke vorm hoe de werkzame stoffen zijn verwerkt.
Heldere oplossingen: De actieve stof is opgelost in een homogene stof
Suspensie: Er zijn twee werkzame stoffen gemengd met elkaar die verstevigen. Voor
gebruik moet je deze dranken schudden, zodat de stoffen goed gemengd zijn.
Emulsie: Er zit een vloeibare actieve stof opgesloten. Deze stoffen zijn niet mengbaar.
Zetpil
De afkorting supp. staat voor.
Op een recept betekend dit zetpil/ suppositorium.
Beschrijf in het kort de samenstelling van hulpstoffen en werkzame stoffen in
de zetpil en hoe de opname van de werkzame stoffen verloopt.
Je brengt de zetpil aan in de anus. Via die weg wordt het opgenomen in de darmen/
darmvliezen. Via de darmvliezen wordt de werkzame stof (domperidon- maleaat)
afgegeven aan het bloed en wordt het verwerkt om zijn werking te doen op de des
betreffende plek. De zetpil slaat de slokdarm en de maag over deze worden niet belast.
Als voorbeeld van een samenstelling van een zetpil:
De samenstelling zinkoxidezetpillen FNA is:
- Zinci oxidum(90) 10 g
- Triglycerida Saturata media (miglyol 812) 20 g
- Adeps solidus 70 g
- FNA Zetpilvorm 2,3 ml
Wat kunnen de redenen zijn om een zetpil toe te dienen.
• Als iemand geen tablet/drankje kan innemen.
Naam: Ellen Smits
Groepscode: 03GZO2B
Mentor: Liane Wils
,Voorwoord.
Voor mijn opleiding Verzorgende IG moet ik een medicijnwerkstuk maken, zodat ik medicijnen mag
gaan delen. In dit werkstuk werk ik de opdrachten uit die ik heb gekregen, zodat ik straks genoeg
informatie beschik om hierna “veilig” en met vertrouwen de medicijnen van een bewoner kan
geven. Ik wil leren wat de werking van verschillende medicijnen zijn. Ook wil ik leren wat eventuele
bijwerkingen zijn. Hiernaast wil ik leren wat voor soort medicijnen er zijn. Ik wil ook de toediening
leren en de rest omtrent de medicijnen. Natuurlijk kan je niet alles in de theorie leren, daarom wil ik
ook in de praktijk hier aan bezig zijn met medicijnen en eventueel uitleg van collega's, zodat ik de
protocollen ook leer van de toediening van de medicijnen.
Inhoud
,Voorwoord.............................................................................................................................................2
Dranken..............................................................................................................................................4
Zetpil...................................................................................................................................................4
Houdbaarheid.....................................................................................................................................5
Toedieningswegen..............................................................................................................................5
Hoofdwerking, nevenwerking, bijwerking en contra- indicatie..........................................................6
Reboundeffecten, uitsluipen van therapie en het afmaken van kuren...............................................6
Op kunnen zoeken van medicatie.......................................................................................................8
Risico bepalen...................................................................................................................................10
Deel 2 opdracht medicatie...................................................................................................................11
HST 3: Deel 2, Het medicijn werkstuk...................................................................................................12
Deel 3 praktijk specifieke opdrachten..................................................................................................17
Bewoner 1.02...................................................................................................................................17
Bewoner 4.02...................................................................................................................................20
Bewoner 5.02...................................................................................................................................27
Bewoner 6.02...................................................................................................................................33
Bewoner 7.02...................................................................................................................................37
Deel 3 de praktijkgerichte vragen.........................................................................................................40
Uitwerking HST 2: Deel 1, theorie opdrachten.
Tabletten.
Wat kunnen de redenen zijn om de buitenkant van tabletten te voorzien van
een speciaal ‘jasje ’ook wel coating genoemd?
• Bescherming tegen het maagsap. Zodat de tablet de maag kan passeren zonder
uit elkaar te vallen of de maagwand kan beschadigen.
• Bescherming tegen licht.
• Sommige mensen kunnen niet “korrelige” tabletten slikken en verslikken zich.
Door de coating hebben ze hier geen last van, omdat het niet oplost in de mond.
Zet per soort tablet hoe de inname en werking is.
Gewone tablet: Een voorbeeld hiervan is paracetamol.
Inname: Je legt het tablet in het midden van je tong en neemt een slok water. Je buigt je
, hoofd naar voren en slikt het tablet door. Het tablet slik je in zijn geheel door of laat deze
oplossing indien mogelijk in het water. Als het tablet opgelost wordt in water wordt er
aangeraden om hierna nog een glas water te nemen om alles van het medicijn binnen te
krijgen per os.
Werking: De paracetamol werkt na een half uur tot 1,5 uur en houdt vier tot zes uur aan.
In de maag afgebroken en naar de darmen. Vervolgens via poortader naar lever.
Retard tabletten: Er is een vertraagde werking in het lichaam.
Inname: De inname gaat met (een glas) water.
Werking: Het tablet werkt na 20 minuten. En werkt 6 tot 11 uur.
Bruistabletten: Het tablet laat je oplossen in water tot deze volledig uiteen is gevallen.
Inname: Je neemt dit glas met het tablet en water in en neemt hierna nog een glas water,
zodat de rest van het medicijn alsnog ingenomen wordt.
Werking: Gemiddeld werkt de bruistablet in 15 minuten en werkt 4 tot 6 uur.
Zuigtabletten: Dit tablet moet je zolang mogelijk in de mond houden. De werking is
lokaal en werkt in de mond- en keelholte. De opname gaat via de slijmvliezen in de
mond- en keelholte. Je mag een zuigtablet niet met water innemen, maar hierna mag je
wel naspoelen met water.
Enteric – coated tabletten: Inname via de mond. Gaat naar de plaats waar het
medicijn zijn werking moet doen. Bij de plek waar het medicijn hoort doet de medicijn zijn
werking. Door coating gaat het tablet naar de plek van bestemming en wordt de tablet
niet in de maag verwerkt. Je neemt een enteric- coated tablet in met water.
Werking: Gemiddeld werkt een enteric coated tablet na 40 minuten en werkt 2 tot 4 uur.
Dranken
Schrijf van elke vorm hoe de werkzame stoffen zijn verwerkt.
Heldere oplossingen: De actieve stof is opgelost in een homogene stof
Suspensie: Er zijn twee werkzame stoffen gemengd met elkaar die verstevigen. Voor
gebruik moet je deze dranken schudden, zodat de stoffen goed gemengd zijn.
Emulsie: Er zit een vloeibare actieve stof opgesloten. Deze stoffen zijn niet mengbaar.
Zetpil
De afkorting supp. staat voor.
Op een recept betekend dit zetpil/ suppositorium.
Beschrijf in het kort de samenstelling van hulpstoffen en werkzame stoffen in
de zetpil en hoe de opname van de werkzame stoffen verloopt.
Je brengt de zetpil aan in de anus. Via die weg wordt het opgenomen in de darmen/
darmvliezen. Via de darmvliezen wordt de werkzame stof (domperidon- maleaat)
afgegeven aan het bloed en wordt het verwerkt om zijn werking te doen op de des
betreffende plek. De zetpil slaat de slokdarm en de maag over deze worden niet belast.
Als voorbeeld van een samenstelling van een zetpil:
De samenstelling zinkoxidezetpillen FNA is:
- Zinci oxidum(90) 10 g
- Triglycerida Saturata media (miglyol 812) 20 g
- Adeps solidus 70 g
- FNA Zetpilvorm 2,3 ml
Wat kunnen de redenen zijn om een zetpil toe te dienen.
• Als iemand geen tablet/drankje kan innemen.
