College 6
22 oktober 2024
Deel 6
Hoofdstuk H29 t/m H31 An introduction to qualitative research - Uwe Fick (7th edition 2023)
Exclusief: H30 en blz. 500-503
Hoofdstuk 29 Kwaliteit van kwalitatief onderzoek
De vraag hoe kwalitatief onderzoek beoordeeld moet worden is tot op heden niet opgelost. Herhaaldelijk
komt het probleem naar boven dat er getwijfeld wordt aan de legitimiteit. Moet kwalitatief onderzoek op
dezelfde wijze beoordeeld worden als kwantitatief onderzoek? In dit hoofdstuk hier meer over.
Selective plausibilisatie
Een van de kritieken op kwalitatief onderzoek is dat interpretaties en uitkomsten vaak gepresenteerd worden
op basis van uitspraken die van toepassing zijn voor het onderzoek. Dit wordt selectieve plausibilisatie genoemd:
wanneer de onderzoeker alleen die uitspraken (uit bijv. interviews) in het onderzoeksartikel gebruikt die voor
het onderzoek interessant zijn (en de rest negeert).
Het zorgt ervoor dat onduidelijk is wat met data werd gedaan die niet interessant, of zelfs tegenstrijdig,
bevonden werd.
Voorbeeld
“I quote the corresponding passages of my interviews. Of course, I quote only those passages which I believe are most
illustrative”.
Kwaliteit van kwalitatief onderzoek
Er zijn meerdere manieren om de kwaliteit van kwalitatieve onderzoeken te controleren:
Klassieke Bij kwantitatief onderzoek zijn de criteria (1) objectiviteit, (2) betrouwbaarheid en (3) validiteit.
criteria
Helaas zijn deze criteria lastig toe te passen binnen kwalitatief onderzoek:
1. Objectiviteit
Bij kwalitatieve onderzoeken vervalt objectiviteit direct. Kwalitatief onderzoekers zijn
juist van mening dat onderzoek nooit objectief is.
2. Betrouwbaarheid
Iets is zo vrij mogelijk van meetfouten (bijv. door een test en een hertest). Bij
kwalitatief onderzoek is dit erg lastig. Je kunt een observatie of interview niet zomaar
repliceren.
3. Validiteit
Fout van de 1e soort: iets is er niet maar je ziet het wel
Fout van de 2e soort: iets is er wel maar je ziet het niet
Fout van de 3e soort: je meet het verkeerde
In kwalitatief onderzoek kun je lastig stellen of iets er wel/niet is en of je het wel/
niet gezien hebt. Er bestaat geen objectieve waarheid. Dus deze meetcriteria kun
je niet toepassen in kwalitatief onderzoek.
, Klassieke Bij kwalitatief onderzoek zijn de klassieke criteria:
criteria
Procedurele betrouwbaarheid
Bij kwalitatief onderzoek wordt er gewerkt met procedurele betrouwbaarheid. Je brengt zo veel
mogelijk in kaart hoe het onderzoek is verlopen en welke keuzes je hebt gemaakt (en
waarom). Dit doe je door:
- uitgebreide documentatie (memoing).
- observatietraining
- interviewtraining
- re ectie
- interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
- triangulatie
Validiteit
Geven de constructies van de onderzoeker die van de onderzochten goed weer? En is
deze grounding te volgen voor de lezer? Dit doe je door:
1. Member checks
Na een interview maak je een samenvatting hiervan. Deze laat je lezen aan de
geïnterviewde en die vraag je correcties en aanvullingen. Je controleert of je goed
hebt begrepen wat de participant bedoelde.
2. Taal participanten
Je blijft zo dicht mogelijk bij de taal van de participanten.
3. Feitelijke nauwkeurigheid
Je blijft zo dicht mogelijk bij de concrete beschrijving van de data/observaties.
Alternatieve De klassieke criteria passen niet echt bij kwalitatieve onderzoeken. Daarom zijn er alternatieve
criteria criteria speciaal voor kwalitatief onderzoek:
1. Credibility (geloofwaardigheid)
Een onderzoek wordt in sommige gevallen geloofwaardiger wanneer je:
- langdurig(er) onderzoek doet;
- peer debrie ng toepast: andere onderzoekers vragen om feedback op je
onderzoek;
- member checks gebruikt.
2. Trustworhiness
De mate van transparantie van je onderzoek. In welke mate is je onderzoek de
repliceren en te volgen waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt.
3. Auditing
Je vraagt iemand om je gehele onderzoeksproces (incl. alle ruwe data,
verzameling, reductie, analyse, etc.) na te lopen en controleren (of je doet het zelf).
Dit is een zeer bewerkelijke manier om een onderzoek te controleren op diens
kwaliteit.
Inperking van de creativiteit
Al deze controle(lijstjes) kunnen de creativiteit van een onderzoek teniet doen. Zolang je
maar goed beschrijft wat je doet en waarom, waardoor de kwaliteit goed te volgen is dan
zijn controlelijsten niet nodig.
fl
fi
22 oktober 2024
Deel 6
Hoofdstuk H29 t/m H31 An introduction to qualitative research - Uwe Fick (7th edition 2023)
Exclusief: H30 en blz. 500-503
Hoofdstuk 29 Kwaliteit van kwalitatief onderzoek
De vraag hoe kwalitatief onderzoek beoordeeld moet worden is tot op heden niet opgelost. Herhaaldelijk
komt het probleem naar boven dat er getwijfeld wordt aan de legitimiteit. Moet kwalitatief onderzoek op
dezelfde wijze beoordeeld worden als kwantitatief onderzoek? In dit hoofdstuk hier meer over.
Selective plausibilisatie
Een van de kritieken op kwalitatief onderzoek is dat interpretaties en uitkomsten vaak gepresenteerd worden
op basis van uitspraken die van toepassing zijn voor het onderzoek. Dit wordt selectieve plausibilisatie genoemd:
wanneer de onderzoeker alleen die uitspraken (uit bijv. interviews) in het onderzoeksartikel gebruikt die voor
het onderzoek interessant zijn (en de rest negeert).
Het zorgt ervoor dat onduidelijk is wat met data werd gedaan die niet interessant, of zelfs tegenstrijdig,
bevonden werd.
Voorbeeld
“I quote the corresponding passages of my interviews. Of course, I quote only those passages which I believe are most
illustrative”.
Kwaliteit van kwalitatief onderzoek
Er zijn meerdere manieren om de kwaliteit van kwalitatieve onderzoeken te controleren:
Klassieke Bij kwantitatief onderzoek zijn de criteria (1) objectiviteit, (2) betrouwbaarheid en (3) validiteit.
criteria
Helaas zijn deze criteria lastig toe te passen binnen kwalitatief onderzoek:
1. Objectiviteit
Bij kwalitatieve onderzoeken vervalt objectiviteit direct. Kwalitatief onderzoekers zijn
juist van mening dat onderzoek nooit objectief is.
2. Betrouwbaarheid
Iets is zo vrij mogelijk van meetfouten (bijv. door een test en een hertest). Bij
kwalitatief onderzoek is dit erg lastig. Je kunt een observatie of interview niet zomaar
repliceren.
3. Validiteit
Fout van de 1e soort: iets is er niet maar je ziet het wel
Fout van de 2e soort: iets is er wel maar je ziet het niet
Fout van de 3e soort: je meet het verkeerde
In kwalitatief onderzoek kun je lastig stellen of iets er wel/niet is en of je het wel/
niet gezien hebt. Er bestaat geen objectieve waarheid. Dus deze meetcriteria kun
je niet toepassen in kwalitatief onderzoek.
, Klassieke Bij kwalitatief onderzoek zijn de klassieke criteria:
criteria
Procedurele betrouwbaarheid
Bij kwalitatief onderzoek wordt er gewerkt met procedurele betrouwbaarheid. Je brengt zo veel
mogelijk in kaart hoe het onderzoek is verlopen en welke keuzes je hebt gemaakt (en
waarom). Dit doe je door:
- uitgebreide documentatie (memoing).
- observatietraining
- interviewtraining
- re ectie
- interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
- triangulatie
Validiteit
Geven de constructies van de onderzoeker die van de onderzochten goed weer? En is
deze grounding te volgen voor de lezer? Dit doe je door:
1. Member checks
Na een interview maak je een samenvatting hiervan. Deze laat je lezen aan de
geïnterviewde en die vraag je correcties en aanvullingen. Je controleert of je goed
hebt begrepen wat de participant bedoelde.
2. Taal participanten
Je blijft zo dicht mogelijk bij de taal van de participanten.
3. Feitelijke nauwkeurigheid
Je blijft zo dicht mogelijk bij de concrete beschrijving van de data/observaties.
Alternatieve De klassieke criteria passen niet echt bij kwalitatieve onderzoeken. Daarom zijn er alternatieve
criteria criteria speciaal voor kwalitatief onderzoek:
1. Credibility (geloofwaardigheid)
Een onderzoek wordt in sommige gevallen geloofwaardiger wanneer je:
- langdurig(er) onderzoek doet;
- peer debrie ng toepast: andere onderzoekers vragen om feedback op je
onderzoek;
- member checks gebruikt.
2. Trustworhiness
De mate van transparantie van je onderzoek. In welke mate is je onderzoek de
repliceren en te volgen waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt.
3. Auditing
Je vraagt iemand om je gehele onderzoeksproces (incl. alle ruwe data,
verzameling, reductie, analyse, etc.) na te lopen en controleren (of je doet het zelf).
Dit is een zeer bewerkelijke manier om een onderzoek te controleren op diens
kwaliteit.
Inperking van de creativiteit
Al deze controle(lijstjes) kunnen de creativiteit van een onderzoek teniet doen. Zolang je
maar goed beschrijft wat je doet en waarom, waardoor de kwaliteit goed te volgen is dan
zijn controlelijsten niet nodig.
fl
fi
