1
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 3 Nederlandse overheden...............................................................4
3.1 Rechtstaat, democratie en decentralisatie................................................................4
3.2 Nationaal bestuur...................................................................................................... 5
3.3 Regionaal bestuur..................................................................................................... 6
3.4 Lokaal bestuur.......................................................................................................... 6
Hoofstuk 6 Politiek systeem...........................................................................7
6.1 Systeemmodel.......................................................................................................... 7
6.2 Systeemlogica........................................................................................................... 8
6.3 Systeem en beleidsfasen.......................................................................................... 8
Hoofdstuk 7 Beleid en beleidsfasen................................................................8
7.1 Wat is beleid?............................................................................................................ 8
7.2 Beleidsfasen.............................................................................................................. 9
1 Barrièremodel......................................................................................................... 10
2 Het Stromenmodel van Kingdom............................................................................10
3 Relativiteitsaandachtsmodel...................................................................................11
7.3 Geordende beleidsvorming.....................................................................................11
Hoofdstuk 8 Agendavorming.........................................................................11
8.1 Maatschappelijke problemen..................................................................................11
8.2 Invloed op beleid..................................................................................................... 12
8.3 Instituties van agendavorming................................................................................12
Hoofdstuk 9 Beleidsontwikkeling en beleidsinstrumenten..............................13
9.1 Van probleem naar oplossing..................................................................................13
9.2 Beleidstheorie......................................................................................................... 13
9.3 Doelstelling............................................................................................................. 13
9.4 Beleidsinstrumenten...............................................................................................14
H11............................................................................................................. 16
11.1 Beleidsuitvoering..................................................................................................16
11.2 Beleidseffecten..................................................................................................... 16
11.3 Oog voor beleidseffecten?.....................................................................................16
H12 Beleidsevaluatie en toezicht..................................................................16
12.1 Vroegtijdige evaluatie........................................................................................... 16
12.2 Latere evaluatie.................................................................................................... 17
12.3 Toezicht................................................................................................................. 17
H13............................................................................................................. 17
13.3 Burgerparticipatie................................................................................................. 17
13.4 Marktwerking en publiek-private samenwerking...................................................18
2
, 13.5 Publieke verantwoordelijkheid..............................................................................18
Geschiedenis
Hoe regelen we de inrichting van Nederland goed?
Bestuur en beleid
Besturingsfilosofie
Overheidsmanagement
Staat
Overheden (en hun ‘partners’)
Politiek
Aristoteles (384-322 voor Christus):
Mensen gaan van nature relaties met elkaar aan. Zo krijgen we kinderen en vormen we huishoudens,
maar het gebeurt opnieuw als we samengaan in dorpen, steden en vervolgens een polis of een staat
vormen.
Aristoteles heeft grote invloed gehad op het denken over bestuur en beleid:
Uit een behoefte aan wederzijdse hulp
Om een gemeenschap te vormen die het goede leven nastreeft
Staatsinrichting volgens A.:
Monarchie: bestuur in handen van één persoon.
Aristocratie: regering wordt gevormd door beperkt aantal mensen.
Politeia: regeren is een zaak van vele burgers (burgerheerschappij).
Monarchie & tirannie
o In een monarchie is de macht in handen van één persoon. Wanneer deze monarch
echter autoritair en onderdrukkend regeert, verandert de monarchie in een tirannie.
Aristocratie & oligarchie
o Zowel aristocratie als oligarchie zijn bestuursvormen waarbij een kleine groep de
macht heeft. Aristocratie is gericht op de bevoorrechte elite, terwijl oligarchie meer
een selecte, machtige groep aanduidt.
Burgerheerschappij & ‘democratie’ (populisme)
o Burgerheerschappij betekent directe heerschappij door burgers. In een democratie
kunnen leiders populistisch optreden door het volk naar de mond te praten en de
wetten te negeren, wat kan leiden tot een vervorming van democratische principes.
De politeia vereist betrokken burgerschap, een mate van gelijkheid en persoonlijke kwaliteiten van
bestuurders die het algemeen belang dienen.
Beleidsstukken:
Veiligheidsbeleid (APV)
Sociale zekerheid
Gezondheidszorg
Migratiebeleid (Ter Apel)
Wet Ruimtelijke Ordening
3