§ 1. GEZONDHEIDSZORG
Na de capitulatie van Nazi-Duitsland werden oorlogsmisdadigers (ook artsen en juristen) voor de rechter gesleept. Vanwege de gruweldaden
werd in 1945 de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) opgericht. Twee belangrijke uitgangspunten van het WHO Statuut zijn:
Gezondheid is volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek.
Het genieten van de hoogst haalbare gezondheidsstandaard is een van de fundamentele rechten van ieder mens, zonder onderscheid
naar ras, religie, politieke overtuiging, economische of sociale toestand.
In Nederland verwierf het gezondheidsrecht pas in de jaren ’70 en ’80 een plek binnen het nationaal zorgbeleid. In de jaren ’90 werd gestart
met het codificeren van de relevante wet- en regelgeving. In de 21ste eeuw werd de wet- en regelgeving geëvalueerd en herziend.
§ 1.1. RECHTSBEGINSELEN EN GRONDRECHTEN
Relevante nationale rechtsbeginselen zijn het recht op vrijheid, gelijkheid en individuele zelfbeschikking. Daarnaast staan de fundamentele
rechten van de mens die zijn opgesteld op zowel internationaal (IVBPR – IVESCR, IVDV, IVRK en IVRH) als Europees vlak (EU-richtlijnen en
verordeningen, EVRM en ESH).
§ 1.1.1. INDIVIDUELE GRONDRECHTEN
Individuele nationale grondrechten zijn:
Art. 1 GW: Ieder die zich in Nederland bevindt dient in gelijke gevallen behandeld te worden.
Art. 10 GW:
Lid 1: Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
Lid 2: De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van
persoonsgegevens.
Art. 11 GW: Ieder heeft recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.
Art. 15 GW: De vrijheid dient gewaarborgd te worden.
(!) Vaak staat er ‘behoudens of krachtens de wet te stellen beperkingen’. Dit betekent dat het grondrecht niet zonder beperkingen geldt, maar
dat de overheid hier beperkingen aan kan stellen.
§ 1.1.2. SOCIAAL GRONDRECHT
Een sociaal grondrecht is art. 22 GW: De overheid dient maatregelen te treffen ter bevordering van de volksgezondheid. Dit doet de overheid
door aandacht te geven aan:
de beschikbaarheid en bereikbaarheid van zorg;
de financiële toegankelijkheid van zorg; en
de kwaliteit van zorg.
1
, § 1.2. STRUCTUUR NEDERLANDSE GEZONDHEIDSZORG
Zorg in het algemeen kan worden onderverdeeld in:
Eerstelijnszorg: algemene zorg door bijvoorbeeld een huisarts of thuiszorg; en
Tweedelijnszorg: specialistische zorg door bijvoorbeeld een medisch specialist.
Verder bestaat er ‘anderhalvelijnszorg’ wat voorkomt wanneer tweedelijnsexpertise in eerstelijnsfuncties wordt
geïntegreerd.
De gezondheidszorg is onderverdeeld in:
Curatieve zorg behandeling en genezing acute en chronische lichamelijke
aandoeningen
Intramurale zorg ziekenhuizen, revalidatiecentra, medisch specialisten,
verpleegkundigen; en
Sector cure poliklinische zorg, klinische zorg, ambulancehulpverlening en
ziekenvervoer.
Extramurale zorg Huisartsen, tandartsen, verloskundigen, paramedici, etc.
Geneesmiddelenvoorzienin Apotheken
g
Ouderenzorg
Sector care Gehandicaptenzorg
Hulpmiddelen
Intramurale zorg 24-uursopname
GGZ
Extramurale zorg Verblijf in woon-/werkomgeving
Dak- en thuislozenopvang
Maatschappelij
Vrouwenopvang
ke zorg
Crisisopvang
In de zorg komt vaak taakherschikking voor, wat inhoudt dat de uitvoering van voorspelbare en routinematige
medische handelingen die van oudsher door artsen wordt uitgevoerd, nu door andere hiervoor opgeleide
beroepsbeoefenaren wordt uitgevoerd.
2
Na de capitulatie van Nazi-Duitsland werden oorlogsmisdadigers (ook artsen en juristen) voor de rechter gesleept. Vanwege de gruweldaden
werd in 1945 de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) opgericht. Twee belangrijke uitgangspunten van het WHO Statuut zijn:
Gezondheid is volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek.
Het genieten van de hoogst haalbare gezondheidsstandaard is een van de fundamentele rechten van ieder mens, zonder onderscheid
naar ras, religie, politieke overtuiging, economische of sociale toestand.
In Nederland verwierf het gezondheidsrecht pas in de jaren ’70 en ’80 een plek binnen het nationaal zorgbeleid. In de jaren ’90 werd gestart
met het codificeren van de relevante wet- en regelgeving. In de 21ste eeuw werd de wet- en regelgeving geëvalueerd en herziend.
§ 1.1. RECHTSBEGINSELEN EN GRONDRECHTEN
Relevante nationale rechtsbeginselen zijn het recht op vrijheid, gelijkheid en individuele zelfbeschikking. Daarnaast staan de fundamentele
rechten van de mens die zijn opgesteld op zowel internationaal (IVBPR – IVESCR, IVDV, IVRK en IVRH) als Europees vlak (EU-richtlijnen en
verordeningen, EVRM en ESH).
§ 1.1.1. INDIVIDUELE GRONDRECHTEN
Individuele nationale grondrechten zijn:
Art. 1 GW: Ieder die zich in Nederland bevindt dient in gelijke gevallen behandeld te worden.
Art. 10 GW:
Lid 1: Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
Lid 2: De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van
persoonsgegevens.
Art. 11 GW: Ieder heeft recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.
Art. 15 GW: De vrijheid dient gewaarborgd te worden.
(!) Vaak staat er ‘behoudens of krachtens de wet te stellen beperkingen’. Dit betekent dat het grondrecht niet zonder beperkingen geldt, maar
dat de overheid hier beperkingen aan kan stellen.
§ 1.1.2. SOCIAAL GRONDRECHT
Een sociaal grondrecht is art. 22 GW: De overheid dient maatregelen te treffen ter bevordering van de volksgezondheid. Dit doet de overheid
door aandacht te geven aan:
de beschikbaarheid en bereikbaarheid van zorg;
de financiële toegankelijkheid van zorg; en
de kwaliteit van zorg.
1
, § 1.2. STRUCTUUR NEDERLANDSE GEZONDHEIDSZORG
Zorg in het algemeen kan worden onderverdeeld in:
Eerstelijnszorg: algemene zorg door bijvoorbeeld een huisarts of thuiszorg; en
Tweedelijnszorg: specialistische zorg door bijvoorbeeld een medisch specialist.
Verder bestaat er ‘anderhalvelijnszorg’ wat voorkomt wanneer tweedelijnsexpertise in eerstelijnsfuncties wordt
geïntegreerd.
De gezondheidszorg is onderverdeeld in:
Curatieve zorg behandeling en genezing acute en chronische lichamelijke
aandoeningen
Intramurale zorg ziekenhuizen, revalidatiecentra, medisch specialisten,
verpleegkundigen; en
Sector cure poliklinische zorg, klinische zorg, ambulancehulpverlening en
ziekenvervoer.
Extramurale zorg Huisartsen, tandartsen, verloskundigen, paramedici, etc.
Geneesmiddelenvoorzienin Apotheken
g
Ouderenzorg
Sector care Gehandicaptenzorg
Hulpmiddelen
Intramurale zorg 24-uursopname
GGZ
Extramurale zorg Verblijf in woon-/werkomgeving
Dak- en thuislozenopvang
Maatschappelij
Vrouwenopvang
ke zorg
Crisisopvang
In de zorg komt vaak taakherschikking voor, wat inhoudt dat de uitvoering van voorspelbare en routinematige
medische handelingen die van oudsher door artsen wordt uitgevoerd, nu door andere hiervoor opgeleide
beroepsbeoefenaren wordt uitgevoerd.
2