Rol van een forensisch onderzoeker
Investigator (onderzoeker) Evaluator (beoordelaar)
Observeert Stelt hypothesen op
Speculeert Handelt onpartijdig
Stelt uitleg voor Maakt observaties en evalueert deze aan de
hand van de vooropgestelde hypothesen
Geeft aanwijzingen Helpt anderen met het nemen van beslissingen
Gericht op de misdaad Gericht op de verdachte
Stelt antwoorden op
Gericht op misdrijf en politie Gericht op rechtbank
Welke sporen neem je als onderzoeker mee en zijn relevant voor de bewijsvoering?
Onderzoeker wat is er gebeurd? Wat is dit monster?
Beoordelaar Is het monster afkomstig van deze bron? Het aantreffen van dit spoor is te verklaren
aan de hand van deze activiteit.
Hypotheses
Een hypothese is een scenario dat voor de juridisch besluitvormer van belang kan zijn als mogelijke
verklaring voor bepaalde gebeurtenissen in een strafzaak.
Wanneer wordt gebruik gemaakt van hypothesen?
• Zekerheid geen expliciete formulering hypothesen
o Identificatie – “er is motorbenzine aangetoond”
o Exclusie – “dit is geen motorbenzine”
• Onzekerheid minstens twee hypothesen
Waarom minstens twee hypothesen?
• De rechter moet uiteindelijk beslissen tussen twee scenario’s verdachte is de dader of
niet
• Forensische resultaten kunnen heel goed passen bij scenario 1, maar dit zegt niets als je niet
weet hoe goed het past bij scenario 2!
• Forensische resultaten vormen pas bewijsmateriaal als de waarschijnlijkheid verschilt onder
de verschillende scenario’s
• De expert beschouwt daarom altijd minstens twee hypothesen
Wie stelt de hypothesen?
• De deskundige bepaalt welke hypothesen hij wil beschouwen; aanvrager/ klant. Keuze op
basis van:
o Vraagstelling in aanvraag en suggesties van betrokkenen (politie, OM, RC, advocaat)
o Eigen inschatting van wat relevant is in de specifieke context van de zaak
▪ Wat wil het OM bewijzen, en de verdediging (soms onbekend)
▪ Relevante hypothesen die niet door OM of verdediging worden aangevoerd
Alternatieve hypothesen
• De hypothesen sluiten elkaar uit
• De hypothesen hoeven niet alle mogelijkheden te dekken (ze hoeven niet “uitputtend” te
zijn). Bijv. contaminatie, marsmannetje, ...
,Hypotheses worden zowel gebruikt door de OvJ als door de verdediging. Beiden proberen aan de
hand van sporenmateriaal hun hypotheses te ondersteunen of falsificeren.
Statistiek helpt te bepalen wat de waarde is van een bewijsstuk voor een hypothese t.o.v. een
tegenhypothese. Het theorema van Bayes helpt hierbij.
Theorema van Bayes
= de omgekeerde voorwaardelijke kans
P Probability, kans dat
| Gegeven dat, onder voorwaarde dat
H Hypothese, belastende
E Evidence, bewijs
̅ Tegenhypothese, ontlastende
𝐻
Theorema van Bayes toepassen op twee hypothesen (OvJ en verdediging).
Ratio van beide kansen = kansverhouding
Uit het Theorema van Bayes kan worden afgeleid:
Onderscheid maken tussen hypothesen
De likelihood ratio is dus de kans dat een spoor wordt waargenomen als Hp waar is gedeeld door de
kans dat een spoor wordt waargenomen als Hd waar is.
De deskundige mag nooit uitspraak doen over de hypothesen! Dit doet de rechter. De deskundige
mag alleen een kansverhouding geven.
De resultaten van het onderzoek zijn iets waarschijnlijker onder hypothese 1 dan onder hypothese
2
Bewijswaarde van een spoor
Forensisch expert
• Heeft niet alle informatie van een zaak
• Beperkt zich tot zijn eigen deskundigheidsgebied
• Geeft de bewijskracht van het materiaal aan
, Rechterlijke macht
• Bepaalt of de verdachte schuldig bevonden wordt of niet
• Neemt de bewijswaarde mee in het vormen van conclusies
Hiërarchie van hypothesen
Bronniveau
• Frequentie van voorkomen veelvoorkomend of speciaal?
Activiteitenniveau (bijv. glas)
• Frequentie van voorkomen
• Transfer/overdacht
• Persistentie (tijd, activiteit, type kleding)
• Relevantie van het spoor
Fallacies
Impliciete aannames mogen niet, maar worden wel vaak gedaan door zowel de aanklager als de
verdediging.
Prosecutor’s fallacy ‘Op grond van deze resultaten is hypothese 1 veel waarschijnlijker dan
hypothese 2’. Er mag niets gezegd worden over de hypothesen gegeven de resultaten, maar er moet
iets gezegd worden over de resultaten gegeven de hypothesen. Het wordt dus omgedraaid.
Defence fallacy In Nederland wonen ongeveer 8 miljoen mannen, er zijn dus ongeveer 8 mannen
met hetzelfde DNA-profiel. Jan is één van deze mannen. De kans dat de bloedvlek van Jan is, is dus
1/8 (12,5%). Hierbij wordt de onbewuste aanname gedaan dat iedereen evenveel kans heeft om de
dader te zijn: elk ander bewijs ontbreekt! (Geen prior odds)
Voorbeeld prior odds
Context (tactisch):
• Is er ander bewijs? Bijv. een
bekentenis?
• Zijn er eerdere pogingen bekend
of een motief?
• Had de verdachte beschikking/
de kans?
• Etc.
Complexe zaak meerdere
bewijsstukken combineren (gehele kans)