Hoorcollege Structuur TOBU
Organisatiestructuur?
de manier waarop taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in een organisatie zijn
verdeeld en de onderlinge relaties zijn afgestemd.
Werk verdelen en weer op elkaar afstemmen…
Waarom werk verdelen?
- kostenmotief : doelmatigheid : verhouding kosten-baten → je moet niet te
hogen kosten hebben want dan verdien je niks.
- bestuursmotief ( visie op werk en mensen)
- sociaal motief ( aantrekkelijkheid werk en benutten menselijke kwaliteiten
om organisatiedoelen te behalen HRM) → dat je bijv, werk doet dat je leuk
vind en voor een organisatie is het belangrijk dat ze de mensen inzetten
waar ze zich fijn bij voelen. benutten van de menselijke kwaliteiten
- Maatschappelijk motief ( veiligheid, MVO) → bijv. veel denken aan het
milieu etc. DTO = duurzaam toeristisch ondernemen.
discussies die hierbij ontstaan:
- welke mensen gaan samenwerken in afdelingen/teams? → je moet goede
teams samenstellen zodat het werk goed verloopt.
- Wie beslist en wie is verantwoordelijk? →
- Waarom weinig staf toevoegen? →´ondersteunende diensten´ die leveren
een bijdrage aan de onderneming. Staf drukt natuurlijk ook op de
begroting, dus hoeveel heb je nodig?
- Hoe plat maak je een organisatie en wie is dan de baas? → kenmerkt zich
met weinig management. Nederland staat best sterk met platte
organisaties omdat wij best goed mensen verantwoordelijkheden kunnen
geven.
Functionalisatie → wie werken er samen?
interne differentiatie (functionele indeling, F-indeling) : samenhang aanbrengen op basis
van gelijksoortigheid van het werk ( dus personeel verdelen in afdelingen )
- voordeel = Efficiëntie → Vaardig en routinematig bezig zijn →
Automatisering goed mogelijk.
- Nadelen = Coördinatieproblemen ( hier iets daar iets ) → Veel herhaling in
werk
Interne specialisatie : Samenhang aanbrengen op basis van product, markt of regio
( persoon doorloopt alle werkzaamheden tot het eindresultaat)
- Voordeel = Betere coördinatie → korte communicatielijnen → interessanter
werk
- Nadelen = Minder efficiënt gebruik middelen ( er onstaan een beetje
Organisatiestructuur?
de manier waarop taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in een organisatie zijn
verdeeld en de onderlinge relaties zijn afgestemd.
Werk verdelen en weer op elkaar afstemmen…
Waarom werk verdelen?
- kostenmotief : doelmatigheid : verhouding kosten-baten → je moet niet te
hogen kosten hebben want dan verdien je niks.
- bestuursmotief ( visie op werk en mensen)
- sociaal motief ( aantrekkelijkheid werk en benutten menselijke kwaliteiten
om organisatiedoelen te behalen HRM) → dat je bijv, werk doet dat je leuk
vind en voor een organisatie is het belangrijk dat ze de mensen inzetten
waar ze zich fijn bij voelen. benutten van de menselijke kwaliteiten
- Maatschappelijk motief ( veiligheid, MVO) → bijv. veel denken aan het
milieu etc. DTO = duurzaam toeristisch ondernemen.
discussies die hierbij ontstaan:
- welke mensen gaan samenwerken in afdelingen/teams? → je moet goede
teams samenstellen zodat het werk goed verloopt.
- Wie beslist en wie is verantwoordelijk? →
- Waarom weinig staf toevoegen? →´ondersteunende diensten´ die leveren
een bijdrage aan de onderneming. Staf drukt natuurlijk ook op de
begroting, dus hoeveel heb je nodig?
- Hoe plat maak je een organisatie en wie is dan de baas? → kenmerkt zich
met weinig management. Nederland staat best sterk met platte
organisaties omdat wij best goed mensen verantwoordelijkheden kunnen
geven.
Functionalisatie → wie werken er samen?
interne differentiatie (functionele indeling, F-indeling) : samenhang aanbrengen op basis
van gelijksoortigheid van het werk ( dus personeel verdelen in afdelingen )
- voordeel = Efficiëntie → Vaardig en routinematig bezig zijn →
Automatisering goed mogelijk.
- Nadelen = Coördinatieproblemen ( hier iets daar iets ) → Veel herhaling in
werk
Interne specialisatie : Samenhang aanbrengen op basis van product, markt of regio
( persoon doorloopt alle werkzaamheden tot het eindresultaat)
- Voordeel = Betere coördinatie → korte communicatielijnen → interessanter
werk
- Nadelen = Minder efficiënt gebruik middelen ( er onstaan een beetje