Plaque, tst, ging, car 1
Preventie: het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren
(=handelen voordat het probleem ontstaat) en ageren wanneer eerst signalen zich
ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is
Primaire preventie: voorkomen dat iets ontstaat (voorlichting/ instructie)
Secundaire preventie: voorkomen dat iets verergert of verder gaat (verwijderen
tandsteen)
Tertiaire preventie: voorkomen dat iets opnieuw ontstaat of terugkomt (behandelen
gaatjes/ cariës)
Traditionele aandachtspunten in de tandheelkunde:
1. Cariës
2. Parodontale problemen
3. Gebitsslijtage
4. Tandeloosheid
Plaque gerelateerde mondaandoeningen: cariës, gingivitis en parodontitis
Zuurproductie demineralisatie cariës
Toxinen/ enzymen gingivitis
Baseproductie mineralisatie tandsteen
Tandplaque: bacteriële afzetting op gebitselementen of andere vaste structuren in de
mondholte
(Het geen door spoelen verwijderd wordt noemt men dèbris/ materia alba)
Samenstelling plaque:
70% uit bacteriën
Tussenstof in de vorm van:
- Bacteriële producten
- Speekseleiwitten
- Uit voeding opgeloste stoffen (o.a. suikers)
- Resten van epitheelscellen/ granulocyten
Vrijwel iedereen heeft plaque
Op molaren wordt meer plaque geconstateerd dan op frontelementen
Plaque komt meer linguaal voor dan vestibulair
Meer plaque op de ondermolaren dan op de bovenmolaren
Links in de mond ongeveer evenveel plaque als rechts
Conclusie: de plaats waar de meeste plaque wordt aangetroffen is linguaal van de
ondermolaren
Preventie: het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren
(=handelen voordat het probleem ontstaat) en ageren wanneer eerst signalen zich
ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is
Primaire preventie: voorkomen dat iets ontstaat (voorlichting/ instructie)
Secundaire preventie: voorkomen dat iets verergert of verder gaat (verwijderen
tandsteen)
Tertiaire preventie: voorkomen dat iets opnieuw ontstaat of terugkomt (behandelen
gaatjes/ cariës)
Traditionele aandachtspunten in de tandheelkunde:
1. Cariës
2. Parodontale problemen
3. Gebitsslijtage
4. Tandeloosheid
Plaque gerelateerde mondaandoeningen: cariës, gingivitis en parodontitis
Zuurproductie demineralisatie cariës
Toxinen/ enzymen gingivitis
Baseproductie mineralisatie tandsteen
Tandplaque: bacteriële afzetting op gebitselementen of andere vaste structuren in de
mondholte
(Het geen door spoelen verwijderd wordt noemt men dèbris/ materia alba)
Samenstelling plaque:
70% uit bacteriën
Tussenstof in de vorm van:
- Bacteriële producten
- Speekseleiwitten
- Uit voeding opgeloste stoffen (o.a. suikers)
- Resten van epitheelscellen/ granulocyten
Vrijwel iedereen heeft plaque
Op molaren wordt meer plaque geconstateerd dan op frontelementen
Plaque komt meer linguaal voor dan vestibulair
Meer plaque op de ondermolaren dan op de bovenmolaren
Links in de mond ongeveer evenveel plaque als rechts
Conclusie: de plaats waar de meeste plaque wordt aangetroffen is linguaal van de
ondermolaren