Opdrachten arbeidsrecht
Opdrachten week 1
Opdracht 1 (thuis maken)
Een student van de Academie Human Research Management en Bedrijfskunde gaat op basis van een
stage-overeenkomst voor de duur van 6 maanden stagelopen op een HRM-afdeling. Uit de
overeenkomst blijkt dat de stagiaire alle kansen zal krijgen om op de HRM-afdeling kennis te maken
met alle op de afdeling voorkomende werkzaamheden. De gelegenheid zal worden geboden om
sollicitatie- en re-integratiegesprekken te voeren of daar in ieder geval bij aanwezig te zijn. Tevens
zullen er werkzaamheden met betrekking tot het beheer van de personeelsdossiers worden verricht.
Ook zal een inkijkje worden gegeven hoe het bedrijf omgaat met ontslagdossier bijvoorbeeld in
verband met disfunctioneren. Dit alles met als doel om een uitstekend HRM-medewerker te worden.
Er wordt tevens een stagevergoeding van € 300,- per maand afgesproken.
Na afloop van de stage meldt de stagiaire zich bij het juridisch advieskantoor waar jij werkt. De
stagiaire voelt zich misbruikt door het stagebedrijf. Van de in de stageovereenkomst gemaakte
afspraken is niets terecht gekomen. Tijdens de gehele stageperiode heeft de stagiaire de rol op zich
genomen van telefonist/receptionist. Dit als gevolg van de ziekmelding van de werknemer die de
functie normaliter bekleedt.
De stagiaire vraagt zich af of dit juridisch zomaar kan nu zij feitelijk als een goedkope arbeidskracht
heeft gefungeerd.
Op welke wijze kun je, met gebruikmaking van de verplichte jurisprudentie van deze week, bepleiten
dat er sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst?
- Arrest Stichting Thuiszorg R’dam/PGGM: bij ongelijke handelingspositie is het feitelijke belangrijker.
In dit geval is er een ongelijke handelingspositie, namelijk stagiaire tegenover stagebedrijf. Het
feitelijke is dus belangrijker. Feitelijk was het arbeid, want de stagiaire verrichte de taak van
telefonist/receptionist. Ook kreeg de stagiaire loon, namelijk 300 euro per maand. Er was ook sprake
van een gezagvoerder, namelijk het stagebedrijf. Er wordt voldaan aan de voorwaarden, dus is er
sprake van een arbeidsovereenkomst.
- Er is persoonlijk arbeid stagiair verricht het zelf’
Productieve arbeid ontbreekt het doel is leren
- Er is loon, namelijk 300 euro
- Er is gezag, namelijk werkgever, stagebedrijf
- Er is zekere tijd, namelijk 6 maanden
- Volgens 7:6 10 BW geen arbeidsovereenkomst
- Bedoeling van partijen:
- stageovereenkomst
- Feitelijke uitvoering
- wél productieve arbeid, namelijk telefonist/receptionist
- Onderlinge samenhang: de bedoeling en feitelijke uitvoering komen niet overeen. O.g.v. art. 7:610
BW is er sprake van een arbeidsovereenkomst, want productieve arbeid.
Door de jurisprudentie dus sprake van arbeid.
, - Maatschappelijke positie: werknemer kun je het niet verwijten, ongelijke handelingspositie.
Werkgever moet o.g.v. zijn maatschappelijke positie beter weten, dus hem kan het wel verweten
worden.
Opdracht 2 (thuis maken)
De eigenaar van een lunch- en koffiecafé heeft 3 werknemers in dienst die fulltime in de bediening
werken. Al gauw blijkt dat er op topdagen een personeelstekort ontstaat. De 3 werknemers kunnen
het werk niet aan en de klanten moeten te lang wachten. De eigenaar heeft 2 oproepkrachten,
Susan en Emma gevonden.
Zij zijn bereid om bij drukte of ziekte en vakantie van vaste medewerkers in te vallen. Als zij gebeld
worden moeten ze op grond van de gemaakte afspraken komen. Bij het aantal te werken uren is
niets ingevuld in het contract.
Verder wordt er in het contract bepaald dat alleen de gewerkte uren uitbetaald worden. Vooral
Emma wordt vaak opgeroepen. Zij blijkt talent te hebben. Susan is niet meer gebeld nadat ze een
paar dagen heeft gewerkt.
In de praktijk werkt Emma wekelijks tenminste 16 uur en soms maakt zij nog wel meer uren. Emma
werkt al vier maanden op bovengenoemde wijze als de eigenaar van het restaurant aangeeft dat hij
vanaf volgende week het aantal te werken uren weer terug wil draaien naar nul. Pas als er weer werk
voorhanden is zal Emma worden gebeld. Emma is daar niet blij mee en vraagt zich af of haar
werkgever dit zomaar kan doen.
Kan Emma iets ondernemen tegen de handelswijze van haar werkgever? Motiveer je antwoord aan
de hand van de wet.
- Ja. O.g.v. art. 7:610 BW een oproepovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Art. 610b: je moet
naar het gemiddelde van de afgelopen 3 maanden kijken en er wordt vermoed dat die omvang je
maandsalaris is.
- Ze heeft er minimaal 3 maanden gewerkt namelijk 4 maanden
- Gemiddelde afgelopen 3 maanden 16 uur per week
- Emma kan dus voor 16 uur per week loon vorderen
Opdracht 3 (thuis maken)
Een jong ICT-bedrijf heeft de opdracht gekregen om bij een grote bouwonderneming nieuwe
programmatuur te ontwikkelen en te implementeren. Om dit project uit te kunnen voeren is een
talentvolle ICT-er aangenomen. In de arbeidsovereenkomst van deze ICT-er staat dat hij wordt
aangenomen om voor de duur van de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe programmatuur
maar dat de arbeidsovereenkomst uiterlijk 1 januari 2019 zal aflopen. De ICT-er is op 1 maart 2018 in
dienst getreden.
a. Is de gemaakte afspraak over de duur van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig? Motiveer je
antwoord.
o Ja, want het is voor bepaalde tijd, het einde is rechtsgeldig als het objectief bepaalbaar is en dit
is zo, namelijk uiterlijk 1 januari OF als de ontwikkeling eerder klaar is.
Stel dat de implementatie voltooid is op 1 november 2018. De werkgever stuurt vervolgens de ICT-er
naar een ander project dat pas eind 2019 klaar zal zijn. Op 30 november 2018 laat de werkgever
weten dat de arbeidsovereenkomst eindigt op 1 januari 2019.
b. Met welk argument zou de ICT-er de beëindiging van de arbeidsovereenkomst kunnen
aanvechten. Motiveer je antwoord.
Opdrachten week 1
Opdracht 1 (thuis maken)
Een student van de Academie Human Research Management en Bedrijfskunde gaat op basis van een
stage-overeenkomst voor de duur van 6 maanden stagelopen op een HRM-afdeling. Uit de
overeenkomst blijkt dat de stagiaire alle kansen zal krijgen om op de HRM-afdeling kennis te maken
met alle op de afdeling voorkomende werkzaamheden. De gelegenheid zal worden geboden om
sollicitatie- en re-integratiegesprekken te voeren of daar in ieder geval bij aanwezig te zijn. Tevens
zullen er werkzaamheden met betrekking tot het beheer van de personeelsdossiers worden verricht.
Ook zal een inkijkje worden gegeven hoe het bedrijf omgaat met ontslagdossier bijvoorbeeld in
verband met disfunctioneren. Dit alles met als doel om een uitstekend HRM-medewerker te worden.
Er wordt tevens een stagevergoeding van € 300,- per maand afgesproken.
Na afloop van de stage meldt de stagiaire zich bij het juridisch advieskantoor waar jij werkt. De
stagiaire voelt zich misbruikt door het stagebedrijf. Van de in de stageovereenkomst gemaakte
afspraken is niets terecht gekomen. Tijdens de gehele stageperiode heeft de stagiaire de rol op zich
genomen van telefonist/receptionist. Dit als gevolg van de ziekmelding van de werknemer die de
functie normaliter bekleedt.
De stagiaire vraagt zich af of dit juridisch zomaar kan nu zij feitelijk als een goedkope arbeidskracht
heeft gefungeerd.
Op welke wijze kun je, met gebruikmaking van de verplichte jurisprudentie van deze week, bepleiten
dat er sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst?
- Arrest Stichting Thuiszorg R’dam/PGGM: bij ongelijke handelingspositie is het feitelijke belangrijker.
In dit geval is er een ongelijke handelingspositie, namelijk stagiaire tegenover stagebedrijf. Het
feitelijke is dus belangrijker. Feitelijk was het arbeid, want de stagiaire verrichte de taak van
telefonist/receptionist. Ook kreeg de stagiaire loon, namelijk 300 euro per maand. Er was ook sprake
van een gezagvoerder, namelijk het stagebedrijf. Er wordt voldaan aan de voorwaarden, dus is er
sprake van een arbeidsovereenkomst.
- Er is persoonlijk arbeid stagiair verricht het zelf’
Productieve arbeid ontbreekt het doel is leren
- Er is loon, namelijk 300 euro
- Er is gezag, namelijk werkgever, stagebedrijf
- Er is zekere tijd, namelijk 6 maanden
- Volgens 7:6 10 BW geen arbeidsovereenkomst
- Bedoeling van partijen:
- stageovereenkomst
- Feitelijke uitvoering
- wél productieve arbeid, namelijk telefonist/receptionist
- Onderlinge samenhang: de bedoeling en feitelijke uitvoering komen niet overeen. O.g.v. art. 7:610
BW is er sprake van een arbeidsovereenkomst, want productieve arbeid.
Door de jurisprudentie dus sprake van arbeid.
, - Maatschappelijke positie: werknemer kun je het niet verwijten, ongelijke handelingspositie.
Werkgever moet o.g.v. zijn maatschappelijke positie beter weten, dus hem kan het wel verweten
worden.
Opdracht 2 (thuis maken)
De eigenaar van een lunch- en koffiecafé heeft 3 werknemers in dienst die fulltime in de bediening
werken. Al gauw blijkt dat er op topdagen een personeelstekort ontstaat. De 3 werknemers kunnen
het werk niet aan en de klanten moeten te lang wachten. De eigenaar heeft 2 oproepkrachten,
Susan en Emma gevonden.
Zij zijn bereid om bij drukte of ziekte en vakantie van vaste medewerkers in te vallen. Als zij gebeld
worden moeten ze op grond van de gemaakte afspraken komen. Bij het aantal te werken uren is
niets ingevuld in het contract.
Verder wordt er in het contract bepaald dat alleen de gewerkte uren uitbetaald worden. Vooral
Emma wordt vaak opgeroepen. Zij blijkt talent te hebben. Susan is niet meer gebeld nadat ze een
paar dagen heeft gewerkt.
In de praktijk werkt Emma wekelijks tenminste 16 uur en soms maakt zij nog wel meer uren. Emma
werkt al vier maanden op bovengenoemde wijze als de eigenaar van het restaurant aangeeft dat hij
vanaf volgende week het aantal te werken uren weer terug wil draaien naar nul. Pas als er weer werk
voorhanden is zal Emma worden gebeld. Emma is daar niet blij mee en vraagt zich af of haar
werkgever dit zomaar kan doen.
Kan Emma iets ondernemen tegen de handelswijze van haar werkgever? Motiveer je antwoord aan
de hand van de wet.
- Ja. O.g.v. art. 7:610 BW een oproepovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Art. 610b: je moet
naar het gemiddelde van de afgelopen 3 maanden kijken en er wordt vermoed dat die omvang je
maandsalaris is.
- Ze heeft er minimaal 3 maanden gewerkt namelijk 4 maanden
- Gemiddelde afgelopen 3 maanden 16 uur per week
- Emma kan dus voor 16 uur per week loon vorderen
Opdracht 3 (thuis maken)
Een jong ICT-bedrijf heeft de opdracht gekregen om bij een grote bouwonderneming nieuwe
programmatuur te ontwikkelen en te implementeren. Om dit project uit te kunnen voeren is een
talentvolle ICT-er aangenomen. In de arbeidsovereenkomst van deze ICT-er staat dat hij wordt
aangenomen om voor de duur van de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe programmatuur
maar dat de arbeidsovereenkomst uiterlijk 1 januari 2019 zal aflopen. De ICT-er is op 1 maart 2018 in
dienst getreden.
a. Is de gemaakte afspraak over de duur van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig? Motiveer je
antwoord.
o Ja, want het is voor bepaalde tijd, het einde is rechtsgeldig als het objectief bepaalbaar is en dit
is zo, namelijk uiterlijk 1 januari OF als de ontwikkeling eerder klaar is.
Stel dat de implementatie voltooid is op 1 november 2018. De werkgever stuurt vervolgens de ICT-er
naar een ander project dat pas eind 2019 klaar zal zijn. Op 30 november 2018 laat de werkgever
weten dat de arbeidsovereenkomst eindigt op 1 januari 2019.
b. Met welk argument zou de ICT-er de beëindiging van de arbeidsovereenkomst kunnen
aanvechten. Motiveer je antwoord.
