PLEITNOTA
Rechtbank Den Haag
Kamer voor andere zaken dan kantonzaken
Rolnummer 579322
Zitting d.d. 6 mei 2024
Inzake:
Yuna Jansen
Wonende te Molenweg 49, Rotterdam
Advocaat: meester R. Cooper
Tegen:
Naamloze vennootschap Hippische Verzekeringen
Gevestigd en kantoorhoudend te Veulenstraat 25, Den Haag
Gedaagde in conventie
Advocaat: meester M. Klopstra
, Geachte mevrouw de voorzitter, leden van de rechtbank,
1. Inleiding
1.1 De zaak die vandaag onder uw aandacht wordt gebracht betreft het geschil tussen Yuna
Jansen, mijn cliënte, en naamloze vennootschap Hippische Verzekeringen. De vraag die centraal staat
is wie er aansprakelijk moet worden gesteld voor de geleden schade van mijn cliënte.
2. Feiten
2.1 Ik wil graag starten met een kort overzicht van de relevante feiten. Mijn cliënte zorgde een
week voor het paard van haar nicht Naomi. Zij verbleef hiervoor van 16 tot en met 23 juni 2023 op de
boerderij van Naomi. Op zondag 18 juni maakte mijn cliënte een rit op het paard richting de
Berkenweg, de snelste route naar het dichtbijgelegen bos. Zij is toen de weg op gereden, over de
fietsstrook.
2.2 Tijdens deze rit werd mijn cliënte van achteren ingehaald door een groep wielrenners die
hard voorbij fietsten. Het paard schrok hier zo erg van, dat het als reactie plotseling van de
fietsstrook uitweek. Mijn cliënte heeft geprobeerd het paard op de fietsstrook te houden om een
gevaarlijke situatie te voorkomen. Dit deed zij door eenmalig aan de teugels te trekken. Deze poging
mislukte. Het paard was niet rustig te krijgen en sloeg op hol, waardoor mijn cliënte van het paard is
gevallen. Hierbij heeft ze niet alleen haar pols verbrijzeld, maar ook een zware hersenschudding
opgelopen.
2.3 Mijn cliënte heeft recht heeft op vergoeding van de door haar geleden schade. Ik neem met u
drie vereisten uit artikel 6:179 BW door, die ter discussie staan. Ook bespreek ik hierbij de tenzij-
bepaling. Daarnaast ga ik in op de eigen schuld en de billijkheidscorrectie.
3. Aansprakelijkheid voor de bezitter van een dier
Schade
3.1 Ik begin met de schade. Door de val heeft mijn cliënte ernstige verwondingen opgelopen, die
voor veel schade hebben gezorgd. Er is sprake van zowel letselschade als vermogensschade. Zij heeft
drie maanden niet kunnen werken, wat resulteert in een hoog bedrag aan gederfde inkomsten. Ook
heeft zij hulp nodig gehad bij het huishouden en heeft zij schade aan haar kleding. Voor de opbouw
van de schade verwijs ik naar de dagvaarding.
Rechtbank Den Haag
Kamer voor andere zaken dan kantonzaken
Rolnummer 579322
Zitting d.d. 6 mei 2024
Inzake:
Yuna Jansen
Wonende te Molenweg 49, Rotterdam
Advocaat: meester R. Cooper
Tegen:
Naamloze vennootschap Hippische Verzekeringen
Gevestigd en kantoorhoudend te Veulenstraat 25, Den Haag
Gedaagde in conventie
Advocaat: meester M. Klopstra
, Geachte mevrouw de voorzitter, leden van de rechtbank,
1. Inleiding
1.1 De zaak die vandaag onder uw aandacht wordt gebracht betreft het geschil tussen Yuna
Jansen, mijn cliënte, en naamloze vennootschap Hippische Verzekeringen. De vraag die centraal staat
is wie er aansprakelijk moet worden gesteld voor de geleden schade van mijn cliënte.
2. Feiten
2.1 Ik wil graag starten met een kort overzicht van de relevante feiten. Mijn cliënte zorgde een
week voor het paard van haar nicht Naomi. Zij verbleef hiervoor van 16 tot en met 23 juni 2023 op de
boerderij van Naomi. Op zondag 18 juni maakte mijn cliënte een rit op het paard richting de
Berkenweg, de snelste route naar het dichtbijgelegen bos. Zij is toen de weg op gereden, over de
fietsstrook.
2.2 Tijdens deze rit werd mijn cliënte van achteren ingehaald door een groep wielrenners die
hard voorbij fietsten. Het paard schrok hier zo erg van, dat het als reactie plotseling van de
fietsstrook uitweek. Mijn cliënte heeft geprobeerd het paard op de fietsstrook te houden om een
gevaarlijke situatie te voorkomen. Dit deed zij door eenmalig aan de teugels te trekken. Deze poging
mislukte. Het paard was niet rustig te krijgen en sloeg op hol, waardoor mijn cliënte van het paard is
gevallen. Hierbij heeft ze niet alleen haar pols verbrijzeld, maar ook een zware hersenschudding
opgelopen.
2.3 Mijn cliënte heeft recht heeft op vergoeding van de door haar geleden schade. Ik neem met u
drie vereisten uit artikel 6:179 BW door, die ter discussie staan. Ook bespreek ik hierbij de tenzij-
bepaling. Daarnaast ga ik in op de eigen schuld en de billijkheidscorrectie.
3. Aansprakelijkheid voor de bezitter van een dier
Schade
3.1 Ik begin met de schade. Door de val heeft mijn cliënte ernstige verwondingen opgelopen, die
voor veel schade hebben gezorgd. Er is sprake van zowel letselschade als vermogensschade. Zij heeft
drie maanden niet kunnen werken, wat resulteert in een hoog bedrag aan gederfde inkomsten. Ook
heeft zij hulp nodig gehad bij het huishouden en heeft zij schade aan haar kleding. Voor de opbouw
van de schade verwijs ik naar de dagvaarding.
