Internationale betrekkingen en veiligheid
Hoorcollege 1
Internationale betrekkingen: academische studie van ‘international relations’ IR:
· Studie van relaties en interacties tussen staten
· De wereld bestaat uit verschillende politieke gemeenschappen (primair staten)
· De staat heeft een grote invloed op de manier waarop mensen denken en leven
· Het is praktisch onmogelijk om het systeem van staten te ontlopen
à IR gaat over thema’s zoals oorlog, globalisering, economische afhankelijkheid van staten,
mensenrechten, internationale veiligheid (criminaliteit bindt zich niet aan grenzen
Casussen
à Noord Korea (relatie met NK, Trump heeft veel invloed hierop)
à Europese Vrede en Internationale organisaties
à NAVO
à Vluchtelingenvraagstukken, Israël-Palestina, conflict met Iran, etc.
Soevereine staat
à Territorium met grenzen
à Permanente bevolking
à Onafhankelijke macht aan het hoofd
à Bijna 200 staten in de wereld
à De soevereine staat is het beginpunt van eigenlijke elke IR theorie
Het woord “soevereiniteit”
à Gaat over zelfbeschikkingsrecht: jij bepaalt wat er met jou gebeurt. Dit wordt beperkt door de
macht van de staat.
à Voeren van hoogste gezag: de staat heeft de hoogste macht.
à Geen verantwoordelijkheid afleggen (een Soevereine staat hoeft geen verantwoording af te leggen
aan andere staten)
à Piraterij versus Genocide: een staat die zich tegen een bevolkingsgroep keert (uit wil roeien).
Het Security Dilemma
à Er is geen internationale autoriteit in de wereld: staten zijn aan elkaar gelijk.
à Staten hebben geen directe controle over elkaar.
à Er is een onzekerheid over de motieven van staten bij andere staten.
à In reactie op onzekerheid bewapenen staten zich.
Bewapening kan leiden tot spanning, wat weer kan leiden tot spanning, wat weer kan leiden tot
onveiligheid.
Rol van de staat
à Verzorgen van:
· Veiligheid
· Vrijheid
, · Orde
· Gerechtigheid/rechtspraak
· Welvaart
à Veel staten trachten dit te doen, sommigen doen dit niet/nauwelijks
Weak states & Strong states
à Staat als een overheid versus staat als land
· Intern is de overheid soeverein
· Internationaal is de staat een bevolkt gebied met een overheid en samenleving
o De staat als een formele/juridische eenheid
o Erkenning en onafhankelijkheid (Palestina, Quebec, Schotland, etc.)
o Status quo over het algemeen beschermd door staten (verzet tegen
afsplitsing)
· De staat als een substantieel politieke, economische en nationale eenheid (emperical
statehood, weak power): NL
· Een staat kan ook een militaire grootmacht zijn (strong power): Noord-Korea
(kernwapens maken het sterk, echter is er wel een intern conflict) en de US.
à Een laag ‘emperical statehood’ betekent dat staten zwakke instituties hebben, economisch vaak
onderontwikkeld zijn en er weinig nationale eenheid is, dit zijn ‘quasi states’ of ‘weak states’. De
allerzwakste staten worden ook wel ‘failed states’ genoemd.
Strong power Weak power
Strong state VS, China, Frankrijk Nederland, Singapore
Weak/quasi state Pakistan, Noord-Korea Somalië, Libië
Fragile state index (2016)
Kenmerken van failed states
à Verlies controle over geweldmonopolie
à Afname autoriteit over collectieve beslissingen
à Geen-weinig publieke diensten: beslissingen van de overheid over bijvoorbeeld veiligheid hebben
geen zin meer. Want er wordt toch niet geluisterd: de staat heeft geen macht.
à Onvolwaardig lid internationale gemeenschap: buurstaten herkennen de niet-soevereine staat.
Statensysteem vroeger en nu
Oorspronkelijk statensysteem Huidige statensysteem
Kleine groep insiders, allemaal sterke staten Bijna alle staten zijn insiders, en worden
formeel/juridisch als staat erkend
Heel veel outsiders: koloniën De ongelijkheid tussen staten is groot: strong
states, weak/failed/quasi states
,Rol van Theorie
à geven van inzicht
à Simplificatie van de werkelijkheid
à Werking als lens
Levels of analysis
· Individual
o Culture/society
§ Government
· Nation-state
o International system
Internationale spelers
§ Natiestaten
§ Intergouvernementele en supranationale organisaties
§ Multinationals
§ Non-state actors: Rode Kruis, Artsen zonder grenzen. Nemen taken over van staten
omdat de staat ze zelf niet kan volbrengen.
Drie centrale theorieën
à Realisme
à Liberalisme
à Constructivisme
Macht
à Mogelijkheid om een ander te beïnvloeden
à Macht is relatief (land A is machtiger dan land B, maar niet dan land C)
à Alle internationale relaties zijn geworteld in macht
à Soorten macht
· Hard power: Carrots and Sticks
· Soft power: Agenda Setting
Realisme
à Macht staat centraal
à Samenwerking tussen staten moeizaam en nooit langdurig
à Realisme gaat over zelfbehoud: het doel is om de staat te behouden, of zelfs te vergroten. Macht is
het middel. Geweld en wapens is vaak van invloed. Security Dilemma is heel erg geïntegreerd bij het
Realisme.
State of Nature van Hobbes (Leviathan): anarchie
“In the state of nature life is nasty, brutish and short”. Hobbes gaat er van uit dat mensen ongekend
wreed zijn als er geen beperkingen opgelegd worden. In een burgeroorlog zie je state of nature, wat
er gebeurt als er geen grotere/hogere macht is. Om uit de state of nature te komen, moet er een
centrale macht komen die zorgt dat we ons niet gedragen als wolven. Hobbes zag de Leviathan als
redmiddel voor de burgeroorlog.
, Soorten Realisme
à Klassiek realisme (Hobbes, Machiavelli)
· Normatief: wat maakt een goed staatsman?
· Macht vraagt verantwoordelijkheid
à Strategisch Realisme
· Wetenschappelijk, niet normatief: wat is er nodig om het beleid te laten slagen?
· Nadruk op rationaliteit, actoren moeten gewogen afwegingen maken
à Neorealisme (Waltz)
· Neorealisme grotendeels wetenschappelijk maar ook normatief in concepten: het is
het waard om voor een staat te vechten, staten zijn gelijk en soeverein
· Staten dienen hun ‘national interest’: volgen belang is automatisch aan, staat als
robot/machine
· Geen aandacht voor anarchie & menselijke natuur
· Enige relevante verschil tussen staten is het verschil in capaciteiten
· Verandering het resultaat van ‘the rise and fall’ van macht – verschuiving in ‘power
balance’
à Stability theory
· Dreiging van oorlog maar ook mogelijkheid tot stabiliteit
o Bipolair system (Koude Oorlog) twee grootmachten die beiden heel groot zijn.
niemand durft aan te vallen want als een van de twee het doet, is iedereen
verloren.
o Multipolair system (voor en na Koude Oorlog)
· Defensive realism: Hegemony (autoriteit)
o Kan een staat ooit genoeg macht hebben?
o Staat wil immer meer macht maar werelddominantie is onmogelijk
o Alle staten willen regionale controle uit zelfbehoud
Beperking Realisme
à Teveel nadruk op macht?
à Wat is het eigenbelang van een staat eigenlijk?
· Interventies voor het brengen van democratie?
à Past het realisme nog wel in een wereld van globalisering?
Geschiedenis conflict Noord Korea
à Koreaanse oorlog 1950
· Eerste open conflict 1950
· Sovjet Unie & Noord-Korea
· Verenigde Staten & Zuid Korea
· Noord- en Zuid Korea zijn nog altijd gescheiden en zelfs in oorlog
Waarom wil een land als Noord-Korea nucleaire wapens?
Hoorcollege 1
Internationale betrekkingen: academische studie van ‘international relations’ IR:
· Studie van relaties en interacties tussen staten
· De wereld bestaat uit verschillende politieke gemeenschappen (primair staten)
· De staat heeft een grote invloed op de manier waarop mensen denken en leven
· Het is praktisch onmogelijk om het systeem van staten te ontlopen
à IR gaat over thema’s zoals oorlog, globalisering, economische afhankelijkheid van staten,
mensenrechten, internationale veiligheid (criminaliteit bindt zich niet aan grenzen
Casussen
à Noord Korea (relatie met NK, Trump heeft veel invloed hierop)
à Europese Vrede en Internationale organisaties
à NAVO
à Vluchtelingenvraagstukken, Israël-Palestina, conflict met Iran, etc.
Soevereine staat
à Territorium met grenzen
à Permanente bevolking
à Onafhankelijke macht aan het hoofd
à Bijna 200 staten in de wereld
à De soevereine staat is het beginpunt van eigenlijke elke IR theorie
Het woord “soevereiniteit”
à Gaat over zelfbeschikkingsrecht: jij bepaalt wat er met jou gebeurt. Dit wordt beperkt door de
macht van de staat.
à Voeren van hoogste gezag: de staat heeft de hoogste macht.
à Geen verantwoordelijkheid afleggen (een Soevereine staat hoeft geen verantwoording af te leggen
aan andere staten)
à Piraterij versus Genocide: een staat die zich tegen een bevolkingsgroep keert (uit wil roeien).
Het Security Dilemma
à Er is geen internationale autoriteit in de wereld: staten zijn aan elkaar gelijk.
à Staten hebben geen directe controle over elkaar.
à Er is een onzekerheid over de motieven van staten bij andere staten.
à In reactie op onzekerheid bewapenen staten zich.
Bewapening kan leiden tot spanning, wat weer kan leiden tot spanning, wat weer kan leiden tot
onveiligheid.
Rol van de staat
à Verzorgen van:
· Veiligheid
· Vrijheid
, · Orde
· Gerechtigheid/rechtspraak
· Welvaart
à Veel staten trachten dit te doen, sommigen doen dit niet/nauwelijks
Weak states & Strong states
à Staat als een overheid versus staat als land
· Intern is de overheid soeverein
· Internationaal is de staat een bevolkt gebied met een overheid en samenleving
o De staat als een formele/juridische eenheid
o Erkenning en onafhankelijkheid (Palestina, Quebec, Schotland, etc.)
o Status quo over het algemeen beschermd door staten (verzet tegen
afsplitsing)
· De staat als een substantieel politieke, economische en nationale eenheid (emperical
statehood, weak power): NL
· Een staat kan ook een militaire grootmacht zijn (strong power): Noord-Korea
(kernwapens maken het sterk, echter is er wel een intern conflict) en de US.
à Een laag ‘emperical statehood’ betekent dat staten zwakke instituties hebben, economisch vaak
onderontwikkeld zijn en er weinig nationale eenheid is, dit zijn ‘quasi states’ of ‘weak states’. De
allerzwakste staten worden ook wel ‘failed states’ genoemd.
Strong power Weak power
Strong state VS, China, Frankrijk Nederland, Singapore
Weak/quasi state Pakistan, Noord-Korea Somalië, Libië
Fragile state index (2016)
Kenmerken van failed states
à Verlies controle over geweldmonopolie
à Afname autoriteit over collectieve beslissingen
à Geen-weinig publieke diensten: beslissingen van de overheid over bijvoorbeeld veiligheid hebben
geen zin meer. Want er wordt toch niet geluisterd: de staat heeft geen macht.
à Onvolwaardig lid internationale gemeenschap: buurstaten herkennen de niet-soevereine staat.
Statensysteem vroeger en nu
Oorspronkelijk statensysteem Huidige statensysteem
Kleine groep insiders, allemaal sterke staten Bijna alle staten zijn insiders, en worden
formeel/juridisch als staat erkend
Heel veel outsiders: koloniën De ongelijkheid tussen staten is groot: strong
states, weak/failed/quasi states
,Rol van Theorie
à geven van inzicht
à Simplificatie van de werkelijkheid
à Werking als lens
Levels of analysis
· Individual
o Culture/society
§ Government
· Nation-state
o International system
Internationale spelers
§ Natiestaten
§ Intergouvernementele en supranationale organisaties
§ Multinationals
§ Non-state actors: Rode Kruis, Artsen zonder grenzen. Nemen taken over van staten
omdat de staat ze zelf niet kan volbrengen.
Drie centrale theorieën
à Realisme
à Liberalisme
à Constructivisme
Macht
à Mogelijkheid om een ander te beïnvloeden
à Macht is relatief (land A is machtiger dan land B, maar niet dan land C)
à Alle internationale relaties zijn geworteld in macht
à Soorten macht
· Hard power: Carrots and Sticks
· Soft power: Agenda Setting
Realisme
à Macht staat centraal
à Samenwerking tussen staten moeizaam en nooit langdurig
à Realisme gaat over zelfbehoud: het doel is om de staat te behouden, of zelfs te vergroten. Macht is
het middel. Geweld en wapens is vaak van invloed. Security Dilemma is heel erg geïntegreerd bij het
Realisme.
State of Nature van Hobbes (Leviathan): anarchie
“In the state of nature life is nasty, brutish and short”. Hobbes gaat er van uit dat mensen ongekend
wreed zijn als er geen beperkingen opgelegd worden. In een burgeroorlog zie je state of nature, wat
er gebeurt als er geen grotere/hogere macht is. Om uit de state of nature te komen, moet er een
centrale macht komen die zorgt dat we ons niet gedragen als wolven. Hobbes zag de Leviathan als
redmiddel voor de burgeroorlog.
, Soorten Realisme
à Klassiek realisme (Hobbes, Machiavelli)
· Normatief: wat maakt een goed staatsman?
· Macht vraagt verantwoordelijkheid
à Strategisch Realisme
· Wetenschappelijk, niet normatief: wat is er nodig om het beleid te laten slagen?
· Nadruk op rationaliteit, actoren moeten gewogen afwegingen maken
à Neorealisme (Waltz)
· Neorealisme grotendeels wetenschappelijk maar ook normatief in concepten: het is
het waard om voor een staat te vechten, staten zijn gelijk en soeverein
· Staten dienen hun ‘national interest’: volgen belang is automatisch aan, staat als
robot/machine
· Geen aandacht voor anarchie & menselijke natuur
· Enige relevante verschil tussen staten is het verschil in capaciteiten
· Verandering het resultaat van ‘the rise and fall’ van macht – verschuiving in ‘power
balance’
à Stability theory
· Dreiging van oorlog maar ook mogelijkheid tot stabiliteit
o Bipolair system (Koude Oorlog) twee grootmachten die beiden heel groot zijn.
niemand durft aan te vallen want als een van de twee het doet, is iedereen
verloren.
o Multipolair system (voor en na Koude Oorlog)
· Defensive realism: Hegemony (autoriteit)
o Kan een staat ooit genoeg macht hebben?
o Staat wil immer meer macht maar werelddominantie is onmogelijk
o Alle staten willen regionale controle uit zelfbehoud
Beperking Realisme
à Teveel nadruk op macht?
à Wat is het eigenbelang van een staat eigenlijk?
· Interventies voor het brengen van democratie?
à Past het realisme nog wel in een wereld van globalisering?
Geschiedenis conflict Noord Korea
à Koreaanse oorlog 1950
· Eerste open conflict 1950
· Sovjet Unie & Noord-Korea
· Verenigde Staten & Zuid Korea
· Noord- en Zuid Korea zijn nog altijd gescheiden en zelfs in oorlog
Waarom wil een land als Noord-Korea nucleaire wapens?
