Zo worden cliënten burgers
H1 Basisprincipes SRH
SRH: Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen, leefkwaliteit
verbeteren van mensen met psychiatrische/sociale kwetsbaarheid,
gericht op individu en omgeving. Herstel, oppakken gewone leven.
Persoonlijk herstel: verwerking, omgaan met kwetsbaarheid, opnieuw
oriënteren op heden en toekomst
Sociaal herstel: participatie
SRH ontstaan uit: rehabilitatiebenaderingen uit US/UK, in NL gebracht
door Detlef Petry
Rehistorisering: bron van psychiatrische aandoening achterhalen
Triade: samenwerking tussen cliënt, familie en hulpverlening
Psychosociale rehabilitatie: gericht op verbetering leefkwaliteit bij
beperking, tot maatschappelijke en persoonlijke tevredenheid
SRH is integraal door zijn 3 gebieden:
realiseren wensen/doelen met betrekking tot leefkwaliteit
zelfredzaamheid
participatie
Hart SRH: werkrelatie en afstemmen op behoefte met als doel:
effectieve ondersteuning
3 bewegingen binnen SRH:
herstelbeweging
presentiebenadering
krachtgericht werken
Doelgroep SRH: langdurige beperkingen, onvervulde levenswensen
Persoonlijke domeinen leefkwaliteit: zorgen voor zelf en anderen,
welzijn, gezondheid, veiligheid, relaties
Levensdomeinen leefkwaliteit: plekken voor wonen, werken, leren en
vrije tijd
,Mentalisme: neiging alle gedrag te verklaren door mentale aandoening
(victim blaming). Leidt tot stigmatisering, rouw wordt vergeten
No pain no gain: herstel is pijnlijk
Aspecten herstel:
speelt zich in innerlijk van persoon af
niet lineair
acceptatie wat niet meer is/kan zijn centraal
acceptatie is actief (doen)
proces van leren/volwassen worden
anderen kunnen leraar/partner zijn
uniek
Primaire stigmatisering: door samenleving, anders zijn
Secondaire/professionele stigmatisering: hulpverlening, nadruk op wat
niet kan
Tertiaire/zelfstigmatisering: overname stigma
Herstelprocessen: ontmaskering, ware gezicht, oude identiteit loslaten,
nare ervaringen facen: wat was het doel?
Horizontale relatie: evenwaardig
Gouden regel: behandeling zoals je zelf behandeld wil worden
Platina regel: behandeling zoals zij behandeld willen worden
Symptomatisch herstel: genezing
Sociaal herstel: functioneren
2 principes Strauss:
beloop aandoening beïnvloed door individu en omgeving
beloop aandoening beïnvloed door ontwikkelingen individu
5 pijlers herstelproces:
motivatie: drijvende krachten
identiteit: levensverhaal
kennis en vaardigheden
status en betekenisgeving (participatie)
, sociale en materiële steun
Fasen herstelproces:
overweldigd → stabilisatie
worstelen → heroriëntatie
leven met en leven voorbij → re-integratie
Bruggenhoofd: eerst 1 domein stabiliseren, dan verder
Criteria herstelondersteunende hulpverlening:
is present
gebruikt referentiekader
ondersteunt/sluit aan bij verhaal cliënt
herkent/stimuleert krachten
benut ervaringsdeskundigheid cliënt
benut ondersteuning van anderen
gericht op lijden verlichten, eigen regie vergroten
Persoonlijk steunsysteem: mensen en materiële hulpbronnen
Maatschappelijk steunsysteem: hulpbronnen in de omgeving
Mensvisie (grondhouding) presentie:
ieder mens heeft recht op een normaal leven
daarin bijgestaan worden
is waardevol
is in staat tot goede keuzes
Kenmerken presentietheorie:
gaat over betrekkingen (relatie)
gericht op cliënt en zijn leefwereld
latende manier van werken
naar de ander toe bewegen
Persoonlijke ontmoeting: mens achter cliënt ontmoet mens achter
hulpverlener
5 dimensies aansluiten:
zoeken alternatieve levensstijl
bewustwording voortzetten vernedering door hulpverleners
behoud van eer is belangrijk
H1 Basisprincipes SRH
SRH: Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen, leefkwaliteit
verbeteren van mensen met psychiatrische/sociale kwetsbaarheid,
gericht op individu en omgeving. Herstel, oppakken gewone leven.
Persoonlijk herstel: verwerking, omgaan met kwetsbaarheid, opnieuw
oriënteren op heden en toekomst
Sociaal herstel: participatie
SRH ontstaan uit: rehabilitatiebenaderingen uit US/UK, in NL gebracht
door Detlef Petry
Rehistorisering: bron van psychiatrische aandoening achterhalen
Triade: samenwerking tussen cliënt, familie en hulpverlening
Psychosociale rehabilitatie: gericht op verbetering leefkwaliteit bij
beperking, tot maatschappelijke en persoonlijke tevredenheid
SRH is integraal door zijn 3 gebieden:
realiseren wensen/doelen met betrekking tot leefkwaliteit
zelfredzaamheid
participatie
Hart SRH: werkrelatie en afstemmen op behoefte met als doel:
effectieve ondersteuning
3 bewegingen binnen SRH:
herstelbeweging
presentiebenadering
krachtgericht werken
Doelgroep SRH: langdurige beperkingen, onvervulde levenswensen
Persoonlijke domeinen leefkwaliteit: zorgen voor zelf en anderen,
welzijn, gezondheid, veiligheid, relaties
Levensdomeinen leefkwaliteit: plekken voor wonen, werken, leren en
vrije tijd
,Mentalisme: neiging alle gedrag te verklaren door mentale aandoening
(victim blaming). Leidt tot stigmatisering, rouw wordt vergeten
No pain no gain: herstel is pijnlijk
Aspecten herstel:
speelt zich in innerlijk van persoon af
niet lineair
acceptatie wat niet meer is/kan zijn centraal
acceptatie is actief (doen)
proces van leren/volwassen worden
anderen kunnen leraar/partner zijn
uniek
Primaire stigmatisering: door samenleving, anders zijn
Secondaire/professionele stigmatisering: hulpverlening, nadruk op wat
niet kan
Tertiaire/zelfstigmatisering: overname stigma
Herstelprocessen: ontmaskering, ware gezicht, oude identiteit loslaten,
nare ervaringen facen: wat was het doel?
Horizontale relatie: evenwaardig
Gouden regel: behandeling zoals je zelf behandeld wil worden
Platina regel: behandeling zoals zij behandeld willen worden
Symptomatisch herstel: genezing
Sociaal herstel: functioneren
2 principes Strauss:
beloop aandoening beïnvloed door individu en omgeving
beloop aandoening beïnvloed door ontwikkelingen individu
5 pijlers herstelproces:
motivatie: drijvende krachten
identiteit: levensverhaal
kennis en vaardigheden
status en betekenisgeving (participatie)
, sociale en materiële steun
Fasen herstelproces:
overweldigd → stabilisatie
worstelen → heroriëntatie
leven met en leven voorbij → re-integratie
Bruggenhoofd: eerst 1 domein stabiliseren, dan verder
Criteria herstelondersteunende hulpverlening:
is present
gebruikt referentiekader
ondersteunt/sluit aan bij verhaal cliënt
herkent/stimuleert krachten
benut ervaringsdeskundigheid cliënt
benut ondersteuning van anderen
gericht op lijden verlichten, eigen regie vergroten
Persoonlijk steunsysteem: mensen en materiële hulpbronnen
Maatschappelijk steunsysteem: hulpbronnen in de omgeving
Mensvisie (grondhouding) presentie:
ieder mens heeft recht op een normaal leven
daarin bijgestaan worden
is waardevol
is in staat tot goede keuzes
Kenmerken presentietheorie:
gaat over betrekkingen (relatie)
gericht op cliënt en zijn leefwereld
latende manier van werken
naar de ander toe bewegen
Persoonlijke ontmoeting: mens achter cliënt ontmoet mens achter
hulpverlener
5 dimensies aansluiten:
zoeken alternatieve levensstijl
bewustwording voortzetten vernedering door hulpverleners
behoud van eer is belangrijk
