SAMENVATTING BLOK 4 LEVENSCYCLUS
TAAK 7
AAN DE HAND VAN VOORBEELDEN HET PROCESS VAN SIGNAALTRANSDUCTIE UITLEGGEN
Planten nemen hun omgeving waar via receptoren die zorgen voor een respons
Signaal transductie: het doorgeven van signalen binnen de cel.
Etiolation: morphologische aanpassingen om in het donker te groeien
De-etiolation: de verandering waar een plant door gaat als het in aanmerking komt met zonlicht
Fotoreceptor: een electromagnetische receptor die radiatie waarneemt wat wij kennen als zichtbaar licht.
Chemoreceptor: een sensorische receptor die reageert op chemische stimuli zoals een oplossing
Het binden van een specifiek signaal molecuul op
een receptor in het plasma membraan triggerd de
eerste stap in de signaal transductie cascade ( = de
ketting van moleculaire interacties die leiden tot
een particular response in de cel).
Reception: signalen
worden voor het eerst
gedetecteerd door
receptoren. Voor de-
etiolation komt de
receptor phytochrome
hier bij kijken. Het
hormoon word aan de
receptor gebonden
Transduction: sommige
receptoren pakken al
hele zwakke signalen op.
Voor deze zwakke
signalen worden second
messengers gebruikt om
het signaal te versterken
en het van de receptor
naar andere proteines
wat voor de respons zorgen.
Response: in de meeste gevallen is de respons een vermeerdering in activiteit van bepaalde enzymen. Er zijn
2 manieren waarop een signaling pathway een enymatische stap kan enhancen. Transcroptional regulation:
vermeerderd of verminderd de synthese van mRNA codering van een specifiek enzym. Post-translational
modifcation: activeerd al bestaande enzymen.
,OP BASIS VAN DE WERKING VAN DE 5 BELANGERIJKSTE PLANTENREGULATOREN DE ONTWIKKELING
VAN EEN PLANT EN DE RESULTATEN VAN EEN EXPERIMENT UITLEGGEN
De 5 belangrijkste plantregulatoren zijn:
Auxine
Cytokine
Ethyleen
Abscinezuur
Gibberilinezuur
Auxine(IAA):
Word geproduceerd in de plantentoppen (apicale meristemmen)
Is betrokken bij:
-stengel verlenging
-wortel ontwikkeling bij stekken
-apicale dominantie
-positieve gravitopie
-vrucht ontwikkeling
Toepassingen van auxine zijn onderandere:
- Stimuleren van parthenocarpie: zaadzetting zonder bevruchting, NAA en IBA behandelingen in
tomaten, okra en aubergine
- Als herbicine: synthetische vormen worden gebruikt als herbiciden. 2, 4 – D bestrijd breedbladig
onkruid in akkers met monocotyl gewas.
- Voorkomen van vroegtijdige fruitval: auzines zoals 2, 4D, IAA en IBA worden ook nog wel toegpast om
vroegtijdige fruitval te voorkomen in appels, peren en sinaasappels.
Cytokine:
Word geproduceerd in: wortels, embryos en vruchten
Is betrokken bij:
-celdeling
-uitstel van afsterven
-inhibitie van apicale dominantie
-bloem ontwikkeling
-kieming
-embryo ontwikkeling
, Ethyleen:
Word geproduceerd in: stengelknoppen (nodes), rijpend fruit en stervend weefsel.
Is betrokken bij:
- bladval
- vruchtrijping
- bloei
- stress response
Abscisinezuur (ABA)
Word geproduceerd in cellen met plastiden
Is betrokken bij:
- kiemrust
- reacties op waterstress
Gibberelline:
Word geproduceerd in: jonge bladeren, top meristeem (=groeipunt) en embryos
1. Nadat een zaadje in aanmerking
komt met water, laat de embryo
gibberelline (GA) los, wat een
signaaltje stuurt naar de aleurone.
Het dunne buitenste laagje van het
endosperm.
2. De aleurone reageert op het GA
door te synthetiseren en scheid
verterende enzymen uit die de
nutriënten in het endosperm
hydrolyseren. Een voorbeeld is A-
amylase, wat zetmeel in suiker
hydrolyseert.
3. Suikers en andere nutriënten
geabsorbeerd uit het endosperm
door de scutellum (cotyldon) worden
geconsumeerd tijdens het groeien
van de embryo in een zaadje.
TAAK 7
AAN DE HAND VAN VOORBEELDEN HET PROCESS VAN SIGNAALTRANSDUCTIE UITLEGGEN
Planten nemen hun omgeving waar via receptoren die zorgen voor een respons
Signaal transductie: het doorgeven van signalen binnen de cel.
Etiolation: morphologische aanpassingen om in het donker te groeien
De-etiolation: de verandering waar een plant door gaat als het in aanmerking komt met zonlicht
Fotoreceptor: een electromagnetische receptor die radiatie waarneemt wat wij kennen als zichtbaar licht.
Chemoreceptor: een sensorische receptor die reageert op chemische stimuli zoals een oplossing
Het binden van een specifiek signaal molecuul op
een receptor in het plasma membraan triggerd de
eerste stap in de signaal transductie cascade ( = de
ketting van moleculaire interacties die leiden tot
een particular response in de cel).
Reception: signalen
worden voor het eerst
gedetecteerd door
receptoren. Voor de-
etiolation komt de
receptor phytochrome
hier bij kijken. Het
hormoon word aan de
receptor gebonden
Transduction: sommige
receptoren pakken al
hele zwakke signalen op.
Voor deze zwakke
signalen worden second
messengers gebruikt om
het signaal te versterken
en het van de receptor
naar andere proteines
wat voor de respons zorgen.
Response: in de meeste gevallen is de respons een vermeerdering in activiteit van bepaalde enzymen. Er zijn
2 manieren waarop een signaling pathway een enymatische stap kan enhancen. Transcroptional regulation:
vermeerderd of verminderd de synthese van mRNA codering van een specifiek enzym. Post-translational
modifcation: activeerd al bestaande enzymen.
,OP BASIS VAN DE WERKING VAN DE 5 BELANGERIJKSTE PLANTENREGULATOREN DE ONTWIKKELING
VAN EEN PLANT EN DE RESULTATEN VAN EEN EXPERIMENT UITLEGGEN
De 5 belangrijkste plantregulatoren zijn:
Auxine
Cytokine
Ethyleen
Abscinezuur
Gibberilinezuur
Auxine(IAA):
Word geproduceerd in de plantentoppen (apicale meristemmen)
Is betrokken bij:
-stengel verlenging
-wortel ontwikkeling bij stekken
-apicale dominantie
-positieve gravitopie
-vrucht ontwikkeling
Toepassingen van auxine zijn onderandere:
- Stimuleren van parthenocarpie: zaadzetting zonder bevruchting, NAA en IBA behandelingen in
tomaten, okra en aubergine
- Als herbicine: synthetische vormen worden gebruikt als herbiciden. 2, 4 – D bestrijd breedbladig
onkruid in akkers met monocotyl gewas.
- Voorkomen van vroegtijdige fruitval: auzines zoals 2, 4D, IAA en IBA worden ook nog wel toegpast om
vroegtijdige fruitval te voorkomen in appels, peren en sinaasappels.
Cytokine:
Word geproduceerd in: wortels, embryos en vruchten
Is betrokken bij:
-celdeling
-uitstel van afsterven
-inhibitie van apicale dominantie
-bloem ontwikkeling
-kieming
-embryo ontwikkeling
, Ethyleen:
Word geproduceerd in: stengelknoppen (nodes), rijpend fruit en stervend weefsel.
Is betrokken bij:
- bladval
- vruchtrijping
- bloei
- stress response
Abscisinezuur (ABA)
Word geproduceerd in cellen met plastiden
Is betrokken bij:
- kiemrust
- reacties op waterstress
Gibberelline:
Word geproduceerd in: jonge bladeren, top meristeem (=groeipunt) en embryos
1. Nadat een zaadje in aanmerking
komt met water, laat de embryo
gibberelline (GA) los, wat een
signaaltje stuurt naar de aleurone.
Het dunne buitenste laagje van het
endosperm.
2. De aleurone reageert op het GA
door te synthetiseren en scheid
verterende enzymen uit die de
nutriënten in het endosperm
hydrolyseren. Een voorbeeld is A-
amylase, wat zetmeel in suiker
hydrolyseert.
3. Suikers en andere nutriënten
geabsorbeerd uit het endosperm
door de scutellum (cotyldon) worden
geconsumeerd tijdens het groeien
van de embryo in een zaadje.