Organisa(ekunde
Les 1:
Organisa(e= Een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken
Organisa(ekunde= Bestudeert organisa6es, het gedrag dat zij vertonen en zoekt naar
antwoorden op de vraag hoe presenta6es van organisa6es beïnvloed kunnen worden.
Belangrijke begrippen:
- Rechtspersoonlijkheid
- Juridische dienstverlening
- 7S-model
- INK-model
Bedrijf of onderneming?
Openbaar ministerie à Bedrijf à Geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid
Air France KLM à Organisa6e à N.V.
Ajax à Organisa6e à N.V.
De Brauw Blackstone Westbroek à Organisa6e à N.V.
Advocatenkantoor Brieq à Organisa6e à B.V.
Juridisch Locket à Bedrijf à S6ch6ng
7S-Model
Blauwe rondjes zijn makkelijker te veranderen, dan de grijze rondjes. Oranje is hetgeen waar
het bedrijf om draait en wat het doel ervan is. (S’s niet uit hoofd leren)
- Gedeelde waarden/ cultuur = Waarom gaan
mensen naar dit bedrijf?
- Structuur = Hoe wordt het ingedeeld met oog
op efficiën6e?
- Strategie = Wat is het doel en hoe wordt het
gewaarborgd?
- Staff = Waarom werken mensen hier graag?
- Style = S6jl van leidinggeven, heb je zelf veel
keus of een bovenstaande leidinggevende die
alles bepaald?
- Skills/ kernvaardigheden= Wat zijn de
vaardigheden van bv het persoon etc?
- Systeem = Met wat voor programma’s
werken ze en wat voor invloed hee] dit op
de werkzaamheden?
, INK-Model
Organisa6e:
- Leiderschap = wie hebben het voor het zeggen?
- Strategie en beleid = Wat os de missie van de organisa6e, wat zijn haar doelen en
hoe denkt de organisa6e die te gaan bereiken?
- Management van medewerkers = Het volledig benu_en van het poten6eel aan
kennis en kunde van medewerkers.
- Management van middelen = De wijze waarop er met de midden wordt omgegaan.
- Management van processen = De manier waarop geprobeerd wordt zowel de interne
als externe processen con6nu te verbeteren.
Resultaat:
- Klanten en partners = Wie is de klant?
- Medewerkers = In hoeverre zijn de medewerkers van de organisa6e tevreden?
- Maatschappij = Wat doet de organisa6e terug voor de maatschappij en hoe wordt
dat ervaren door de maatschappij?
- Bestuur en financiers = Hoe wordt de organisa6e gefinancierd?
- Verbeteren en vernieuwen = Hoe wordt verbetersugges6es teruggekoppeld van
resultaat naar organisa6e kant?
Les 1:
Organisa(e= Een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken
Organisa(ekunde= Bestudeert organisa6es, het gedrag dat zij vertonen en zoekt naar
antwoorden op de vraag hoe presenta6es van organisa6es beïnvloed kunnen worden.
Belangrijke begrippen:
- Rechtspersoonlijkheid
- Juridische dienstverlening
- 7S-model
- INK-model
Bedrijf of onderneming?
Openbaar ministerie à Bedrijf à Geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid
Air France KLM à Organisa6e à N.V.
Ajax à Organisa6e à N.V.
De Brauw Blackstone Westbroek à Organisa6e à N.V.
Advocatenkantoor Brieq à Organisa6e à B.V.
Juridisch Locket à Bedrijf à S6ch6ng
7S-Model
Blauwe rondjes zijn makkelijker te veranderen, dan de grijze rondjes. Oranje is hetgeen waar
het bedrijf om draait en wat het doel ervan is. (S’s niet uit hoofd leren)
- Gedeelde waarden/ cultuur = Waarom gaan
mensen naar dit bedrijf?
- Structuur = Hoe wordt het ingedeeld met oog
op efficiën6e?
- Strategie = Wat is het doel en hoe wordt het
gewaarborgd?
- Staff = Waarom werken mensen hier graag?
- Style = S6jl van leidinggeven, heb je zelf veel
keus of een bovenstaande leidinggevende die
alles bepaald?
- Skills/ kernvaardigheden= Wat zijn de
vaardigheden van bv het persoon etc?
- Systeem = Met wat voor programma’s
werken ze en wat voor invloed hee] dit op
de werkzaamheden?
, INK-Model
Organisa6e:
- Leiderschap = wie hebben het voor het zeggen?
- Strategie en beleid = Wat os de missie van de organisa6e, wat zijn haar doelen en
hoe denkt de organisa6e die te gaan bereiken?
- Management van medewerkers = Het volledig benu_en van het poten6eel aan
kennis en kunde van medewerkers.
- Management van middelen = De wijze waarop er met de midden wordt omgegaan.
- Management van processen = De manier waarop geprobeerd wordt zowel de interne
als externe processen con6nu te verbeteren.
Resultaat:
- Klanten en partners = Wie is de klant?
- Medewerkers = In hoeverre zijn de medewerkers van de organisa6e tevreden?
- Maatschappij = Wat doet de organisa6e terug voor de maatschappij en hoe wordt
dat ervaren door de maatschappij?
- Bestuur en financiers = Hoe wordt de organisa6e gefinancierd?
- Verbeteren en vernieuwen = Hoe wordt verbetersugges6es teruggekoppeld van
resultaat naar organisa6e kant?