Reflectie organisatorisch
competent:
Op maandag 17 mei heb ik nog een keer een dagdeel zelfstandig lesgegeven. Deze keer deed ik dat in
groep 4b. Dit deed ik voor de claim ‘Organisatorisch competent’. Dit dagdeel had ik heel erg goed
voorbereid. Voorafgaand aan de les had ik een duidelijke lesvoorbereiding gemaakt met daarin ook
de materialen die ik nodig zou hebben tijdens de les. Deze wilde ik aan het begin van de dag gaan
klaarzetten. Zo zou ik gedurende dag niet steeds materialen hoeven te pakken. Dat scheelt nadenken
tijdens de lessen en geeft je meer tijd om de leerlingen te begeleiden.
Dit had ik ook gedaan. Mijn dag had ik heel goed voorbereid en ik begon op school meteen met het
klaarzetten van mijn materialen. Hierbij ging ik mijn lijstje af en zo kon ik de spullen stuk voor stuk
klaarzetten. Daarbij dacht ik ook na over een handige plek. De knutselspullen legde ik op het
aanrecht neer. Deze zou ik pas in de middag nodig hebben. De werkbladen legde ik op het bureau
zodat ik die binnen handbereik had. De methodelessen zette ik vast klaar op het bord en de
dagplanning maakte ik ook in gereedheid. Zo had ik de rust om de dag te gaan draaien zonder dat ik
nog aan allerlei zaken zou moeten denken gedurende de lessen.
De competenties die ik hiervoor in kan zetten, is dat ik mijn lesvoorbereidingen heel overzichtelijk
kan weergeven. Zo kan ik precies zien welke materialen ik bij welk stukje van de les nodig heb.
Daarnaast kan ik ervoor zorgen dat mijn materialen overzichtelijk klaarliggen. Dat vind ik zelf heel
prettig omdat ik dan alles kan pakken op het moment dat ik het nodig heb en dan ligt er niets in de
weg. Als laatste kan ik de competentie inzetten dat ik de planning van de dag goed naar de leerlingen
kan communiceren. Dat vind ik heel belangrijk omdat de leerlingen dan weten waar ze aan toe zijn.
Dat geeft rust en geeft je ook de mogelijkheid om een verandering in de dag te bespreken. Ook kun
je op deze manier de planning samen vormgeven en dan maak je de leerlingen mede eigenaar van de
klas.
Ik geloof erin dat een goede organisatie je leerresultaten ten goede komt. Je hebt zo meer
denkruimte over in je hoofd om te besteden aan de leerlingen. Zo ben je meer ontvankelijk voor
signalen vanuit de leerlingen merk ik zelf. Hier kan ik beter op inspelen als ik mijn organisatie goed
heb staan. Zo heb ik meer oog voor de leerlingen en kan ik beter tegemoetkomen aan de verschillen
tussen de leerlingen. Dat vind ik belangrijk.
Daarin zie ik mijzelf echt als goedgeorganiseerde leerkracht die de klas goed in handen heeft. Zo kun
je rust creëren en geef je de leerlingen een fijne en veilige leeromgeving. Als jij als leerkracht een
goed klassenmanagement hebt, ben jij in staat om goede differentiatie te organiseren. Daarnaast kun
je extra momenten inplannen van extra instructie of verlengde instructie of kun je zelfs leesgroepjes
organiseren. Op die manier kom je zo optimaal mogelijk tegemoet aan de niveauverschillen tussen
de leerlingen.
Ik doe dit omdat ik een goede leerkracht wil zijn die de leerlingen echt ziet en op een goede manier
op ze in kan spelen. Ik wil de leerlingen het liefst zo goed mogelijk begeleiden en ik heb gemerkt dat
een goede organisatie mij hierbij echt helpt. Ik ben dan rustig en heb de rust om goed na te denken
over de te geven lessen. Maar daarnaast straal ik die rust dan ook uit naar de leerlingen die dit dan
overnemen. Dat is voor mij het allerbelangrijkste. Dan loopt mijn dag ook echt goed omdat ik niet
heel erg veel extra na hoef te denken waardoor leerlingen moeten wachten. Dat komt de werksfeer
echt ten goede, heb ik gemerkt. Het is stil of rustig in de klas en de leerlingen kunnen veel beter
werken. Daarom wil ik graag die goedgeorganiseerde leerkracht zijn.
competent:
Op maandag 17 mei heb ik nog een keer een dagdeel zelfstandig lesgegeven. Deze keer deed ik dat in
groep 4b. Dit deed ik voor de claim ‘Organisatorisch competent’. Dit dagdeel had ik heel erg goed
voorbereid. Voorafgaand aan de les had ik een duidelijke lesvoorbereiding gemaakt met daarin ook
de materialen die ik nodig zou hebben tijdens de les. Deze wilde ik aan het begin van de dag gaan
klaarzetten. Zo zou ik gedurende dag niet steeds materialen hoeven te pakken. Dat scheelt nadenken
tijdens de lessen en geeft je meer tijd om de leerlingen te begeleiden.
Dit had ik ook gedaan. Mijn dag had ik heel goed voorbereid en ik begon op school meteen met het
klaarzetten van mijn materialen. Hierbij ging ik mijn lijstje af en zo kon ik de spullen stuk voor stuk
klaarzetten. Daarbij dacht ik ook na over een handige plek. De knutselspullen legde ik op het
aanrecht neer. Deze zou ik pas in de middag nodig hebben. De werkbladen legde ik op het bureau
zodat ik die binnen handbereik had. De methodelessen zette ik vast klaar op het bord en de
dagplanning maakte ik ook in gereedheid. Zo had ik de rust om de dag te gaan draaien zonder dat ik
nog aan allerlei zaken zou moeten denken gedurende de lessen.
De competenties die ik hiervoor in kan zetten, is dat ik mijn lesvoorbereidingen heel overzichtelijk
kan weergeven. Zo kan ik precies zien welke materialen ik bij welk stukje van de les nodig heb.
Daarnaast kan ik ervoor zorgen dat mijn materialen overzichtelijk klaarliggen. Dat vind ik zelf heel
prettig omdat ik dan alles kan pakken op het moment dat ik het nodig heb en dan ligt er niets in de
weg. Als laatste kan ik de competentie inzetten dat ik de planning van de dag goed naar de leerlingen
kan communiceren. Dat vind ik heel belangrijk omdat de leerlingen dan weten waar ze aan toe zijn.
Dat geeft rust en geeft je ook de mogelijkheid om een verandering in de dag te bespreken. Ook kun
je op deze manier de planning samen vormgeven en dan maak je de leerlingen mede eigenaar van de
klas.
Ik geloof erin dat een goede organisatie je leerresultaten ten goede komt. Je hebt zo meer
denkruimte over in je hoofd om te besteden aan de leerlingen. Zo ben je meer ontvankelijk voor
signalen vanuit de leerlingen merk ik zelf. Hier kan ik beter op inspelen als ik mijn organisatie goed
heb staan. Zo heb ik meer oog voor de leerlingen en kan ik beter tegemoetkomen aan de verschillen
tussen de leerlingen. Dat vind ik belangrijk.
Daarin zie ik mijzelf echt als goedgeorganiseerde leerkracht die de klas goed in handen heeft. Zo kun
je rust creëren en geef je de leerlingen een fijne en veilige leeromgeving. Als jij als leerkracht een
goed klassenmanagement hebt, ben jij in staat om goede differentiatie te organiseren. Daarnaast kun
je extra momenten inplannen van extra instructie of verlengde instructie of kun je zelfs leesgroepjes
organiseren. Op die manier kom je zo optimaal mogelijk tegemoet aan de niveauverschillen tussen
de leerlingen.
Ik doe dit omdat ik een goede leerkracht wil zijn die de leerlingen echt ziet en op een goede manier
op ze in kan spelen. Ik wil de leerlingen het liefst zo goed mogelijk begeleiden en ik heb gemerkt dat
een goede organisatie mij hierbij echt helpt. Ik ben dan rustig en heb de rust om goed na te denken
over de te geven lessen. Maar daarnaast straal ik die rust dan ook uit naar de leerlingen die dit dan
overnemen. Dat is voor mij het allerbelangrijkste. Dan loopt mijn dag ook echt goed omdat ik niet
heel erg veel extra na hoef te denken waardoor leerlingen moeten wachten. Dat komt de werksfeer
echt ten goede, heb ik gemerkt. Het is stil of rustig in de klas en de leerlingen kunnen veel beter
werken. Daarom wil ik graag die goedgeorganiseerde leerkracht zijn.
