Probleem 4 Scattergories
Categoriseren
Dit is het groeperen van items of evenementen uit de wereld op een manier waarbij wij het
idee hebben dat die items of evenementen binnen de groep op een of andere manier aan
elkaar gerelateerd zijn.
Concept: een mentale representatie van een categorie
Categorie: de groepering zelf
Er zijn drie verschillende soorten categorieën:
- Artifact categories zijn categorieën die bedacht zijn door de mens vanuit handigheid.
- Natural categories zijn categorieën die in de natuur voorkomen.
- Ad hoc categories zijn categorie met een basis van onderliggende relaties.
Voordelen van categoriseren
1. Organiseren van items verminderd de complexiteit van de omgeving.
2. Het is een manier om de wereld om ons heen te identificeren.
3. Het voorkomt dat we continu aan het leren zijn, omdat kennis uit een categorie ons
iets kan vertellen over de gerelateerd objecten. Dit is een gevolg van de eerste twee
voordelen.
4. De acties die we uitvoeren zijn gebaseerd op categorisering. Je moet onderscheid
kunnen maken tussen dingen om de gepaste reactie te geven.
5. We kunnen de categorieën ook weer ordenen om relaties tussen ze te vinden en
begrijpen.
6. Voorspellingen kunnen maken over wat er komen gaat of dingen invullen.
Netwerk modellen
Semantisch netwerk
Dit netwerk verschilt met het neurale netwerk,
omdat het geen biologische basis heeft en hier
wel specifieke punten zijn voor bepaalde
woorden en er geen specifieke neuronen voor
dat soort dingen bestaan. Een overeenkomst is
wel het mechanisme wat ze gebruiken waarbij
één ‘node’ (neuron/punt met bepaalde kennis)
andere gerelateerde ‘nodes’ activeert. Hierin is
ook semantic priming terug te zien: de activatie
van een concept zorgt ervoor dat een
gerelateerd concept sneller of makkelijker
geïdentificeerd wordt. Het semantische netwerk is gebaseerd op het spreading activation
model van Loftus en Collin: nodes zijn met elkaar verbonden door verschillende relaties.
- Zoals al duidelijk dit netwerk legt de nadruk op de relaties tussen ‘nodes’ en niet op hoe
kennis gegroepeerd wordt.
, Veronderstellingen
o Een gepresenteerd concept activeert de juiste node die andere gerelateerde nodes
ook activeert.
o Sterkte van activatie neemt af door tijd, afstand en meerdere concepten tegelijk.
o De hoeveel activatie van een concept hoopt zich op bij de node en als de threshold
overschreden is wordt hij daadwerkelijk actief.
o Semantic verification
Category vertification task = een taak om te laten zien hoe we bij onze categorieën in het
semantisch netwerk komen door aan te geven of een bewering over een categorie met een
lid waar is.
Feature verification task = een taak om te laten zien hoe kenmerken van een categorie
opgeslagen en teruggehaald worden door aan te geven of een statement over een item en
eigenschap goed of fout is.
Hiërarchische organisatie – Collins en Quin
Rosch heeft drie levels bedacht binnen de hiërarchie voor het categoriseren van items.
Volgens onderzoek kan men het snelste items identificeren op een basic-level. Vanuit die
categorie wordt er gedacht aan de superordinate en de subordinate. Het enige verschil
hierin zit er voor experts. Experts kunnen binnen hun vakgebied net zo snel een item
benoemen op subordinate level als op basic-level.
Het hebben van een prototype (een ‘gemiddeld’ item representatief voor de categorie) is
ook handig voor het identificeren van een categorie. Dit is wel alleen mogelijk op de levels
waar de groepsleden enigszins op elkaar lijken, want anders lijkt het prototype op niks. Dus
het kan alleen op het basic-level of het subordinate level.
1. Superordinate category: het hoogste en grootste level.
a. De moeilijkheid van dit level is dat de groepsleden weinig overeenkomsten
hebben.
2. Basic-level category: het middelste level van de hiërarchie.
a. Dit is het belangrijkste level, omdat de groepsleden veel overeenkomsten
hebben en weinig overeenkomsten met naaste categorieën wat ze makkelijk
te onderscheiden maakt.
3. Subordinate category: de onderste laag van de hiërarchie.
a. Het probleem op dit level is dat ze veel kenmerken delen met andere
categorieën op hetzelfde level.
Typicality and family resemblance
Een goed groepslid deelt veel kenmerken met de andere groepsleden en weinig met de
groepsleden uit andere categorieën typicality.
Family resemblance = hoe vaak een eigenschap van een groepslid gedeeld wordt met de
andere groepsleden. Denk hierbij aan letterlijk een familie. Een familielid heeft allemaal
verschillende kenmerken van andere familieleden en hoe meer dit er zijn hoe beter.
In hoeverre een groepslid representatief is voor de categorie is op twee manieren te meten.
Categoriseren
Dit is het groeperen van items of evenementen uit de wereld op een manier waarbij wij het
idee hebben dat die items of evenementen binnen de groep op een of andere manier aan
elkaar gerelateerd zijn.
Concept: een mentale representatie van een categorie
Categorie: de groepering zelf
Er zijn drie verschillende soorten categorieën:
- Artifact categories zijn categorieën die bedacht zijn door de mens vanuit handigheid.
- Natural categories zijn categorieën die in de natuur voorkomen.
- Ad hoc categories zijn categorie met een basis van onderliggende relaties.
Voordelen van categoriseren
1. Organiseren van items verminderd de complexiteit van de omgeving.
2. Het is een manier om de wereld om ons heen te identificeren.
3. Het voorkomt dat we continu aan het leren zijn, omdat kennis uit een categorie ons
iets kan vertellen over de gerelateerd objecten. Dit is een gevolg van de eerste twee
voordelen.
4. De acties die we uitvoeren zijn gebaseerd op categorisering. Je moet onderscheid
kunnen maken tussen dingen om de gepaste reactie te geven.
5. We kunnen de categorieën ook weer ordenen om relaties tussen ze te vinden en
begrijpen.
6. Voorspellingen kunnen maken over wat er komen gaat of dingen invullen.
Netwerk modellen
Semantisch netwerk
Dit netwerk verschilt met het neurale netwerk,
omdat het geen biologische basis heeft en hier
wel specifieke punten zijn voor bepaalde
woorden en er geen specifieke neuronen voor
dat soort dingen bestaan. Een overeenkomst is
wel het mechanisme wat ze gebruiken waarbij
één ‘node’ (neuron/punt met bepaalde kennis)
andere gerelateerde ‘nodes’ activeert. Hierin is
ook semantic priming terug te zien: de activatie
van een concept zorgt ervoor dat een
gerelateerd concept sneller of makkelijker
geïdentificeerd wordt. Het semantische netwerk is gebaseerd op het spreading activation
model van Loftus en Collin: nodes zijn met elkaar verbonden door verschillende relaties.
- Zoals al duidelijk dit netwerk legt de nadruk op de relaties tussen ‘nodes’ en niet op hoe
kennis gegroepeerd wordt.
, Veronderstellingen
o Een gepresenteerd concept activeert de juiste node die andere gerelateerde nodes
ook activeert.
o Sterkte van activatie neemt af door tijd, afstand en meerdere concepten tegelijk.
o De hoeveel activatie van een concept hoopt zich op bij de node en als de threshold
overschreden is wordt hij daadwerkelijk actief.
o Semantic verification
Category vertification task = een taak om te laten zien hoe we bij onze categorieën in het
semantisch netwerk komen door aan te geven of een bewering over een categorie met een
lid waar is.
Feature verification task = een taak om te laten zien hoe kenmerken van een categorie
opgeslagen en teruggehaald worden door aan te geven of een statement over een item en
eigenschap goed of fout is.
Hiërarchische organisatie – Collins en Quin
Rosch heeft drie levels bedacht binnen de hiërarchie voor het categoriseren van items.
Volgens onderzoek kan men het snelste items identificeren op een basic-level. Vanuit die
categorie wordt er gedacht aan de superordinate en de subordinate. Het enige verschil
hierin zit er voor experts. Experts kunnen binnen hun vakgebied net zo snel een item
benoemen op subordinate level als op basic-level.
Het hebben van een prototype (een ‘gemiddeld’ item representatief voor de categorie) is
ook handig voor het identificeren van een categorie. Dit is wel alleen mogelijk op de levels
waar de groepsleden enigszins op elkaar lijken, want anders lijkt het prototype op niks. Dus
het kan alleen op het basic-level of het subordinate level.
1. Superordinate category: het hoogste en grootste level.
a. De moeilijkheid van dit level is dat de groepsleden weinig overeenkomsten
hebben.
2. Basic-level category: het middelste level van de hiërarchie.
a. Dit is het belangrijkste level, omdat de groepsleden veel overeenkomsten
hebben en weinig overeenkomsten met naaste categorieën wat ze makkelijk
te onderscheiden maakt.
3. Subordinate category: de onderste laag van de hiërarchie.
a. Het probleem op dit level is dat ze veel kenmerken delen met andere
categorieën op hetzelfde level.
Typicality and family resemblance
Een goed groepslid deelt veel kenmerken met de andere groepsleden en weinig met de
groepsleden uit andere categorieën typicality.
Family resemblance = hoe vaak een eigenschap van een groepslid gedeeld wordt met de
andere groepsleden. Denk hierbij aan letterlijk een familie. Een familielid heeft allemaal
verschillende kenmerken van andere familieleden en hoe meer dit er zijn hoe beter.
In hoeverre een groepslid representatief is voor de categorie is op twee manieren te meten.
