BUSINESS ENGLISH
SAMENVATTING
,Inhoudsopgave
Unit 5: Job satisfaction ........................................................................................................................... 2
5.1 Vocabulary ..................................................................................................................................... 2
5.2 Grammar: the passive ................................................................................................................... 3
Unit 8: Team building ............................................................................................................................. 6
8.1 Vocabulary ..................................................................................................................................... 6
8.2 Grammar: modal perfect ............................................................................................................... 7
1
, Unit 5: b satisfaction
5.1 Vocabulary
Woord Betekenis
Bonus Een extra uitkering die je bovenop je vaste
salaris krijgt.
Bigger salary Een hoger salaris (je gaat meer verdienen).
Commission Een beloning die iemand krijgt om iets te doen
voor een ander. Dit is vaak een vast percentage.
Praise De waardering die je krijgt.
Important job title Een belangrijke functietitel (bijv. manager).
More responsibility Meer verantwoordelijkheid binnen het bedrijf.
Threat of redundancy Dreiging van ontslag. Is het bijv. gemakkelijk om
jou te vervangen?
Hard-working boss Een hardwerkende baas.
Supportive colleagues Collega’s die je ondersteunen en helpen.
Perks Extra’s die werknemers krijgen als toevoeging
op hun salaris. Bijv. een auto van de zaak of een
eigen parkeerplaats.
Working for a successful company Een bedrijf waar de zaken goed gaan.
Better working environment Een betere werkomgeving.
Promotion opportunities De mogelijkheid om een promotie te krijgen
naar hogere functies.
More time off Meer vrije tijd.
More flexible working Niet alleen de hele week op kantoor werken
maar soms ook bijvoorbeeld thuis of ergens
anders.
Appraisal interview Een beoordelingsgesprek
Entitlement Iets waar je recht op hebt of recht dat je hebt
om iets te mogen doen.
Incentive Iets dat wordt gebruikt om mensen aan te
moedigen iets te doen, vooral om ze harder te
laten werken, meer te produceren of meer geld
uit te geven.
Paternity leave Vaderschapsverlof
Peer Gelijke. Je leeftijdsgenoten zijn de mensen die
dezelfde leeftijd hebben als jij, of die hetzelfde
type baan, sociale klasse, enz. Hebben.
Retain employees Vasthouden/behouden van werknemers.
Opdracht: Look at the sentences below. Underline the words or phrases which can be replaced with
an item from the box without a change in meaning. De antwoorden zijn al gegeven. De betekenis van
de woorden vind je onderstaand. Deze opdracht is in college 2 behandeld.
Assessments – Breakdown – Empowerment – Fringe benefits – Red tape – Remuneration – Severance payment
– Take industrial action
1: If employees become too discontent, they may go on strike. (Take industrial action).
2: Most people like to have control over their work and therefore put autonomy near the top of their
list of motivating factors. (Empowerment).
2
SAMENVATTING
,Inhoudsopgave
Unit 5: Job satisfaction ........................................................................................................................... 2
5.1 Vocabulary ..................................................................................................................................... 2
5.2 Grammar: the passive ................................................................................................................... 3
Unit 8: Team building ............................................................................................................................. 6
8.1 Vocabulary ..................................................................................................................................... 6
8.2 Grammar: modal perfect ............................................................................................................... 7
1
, Unit 5: b satisfaction
5.1 Vocabulary
Woord Betekenis
Bonus Een extra uitkering die je bovenop je vaste
salaris krijgt.
Bigger salary Een hoger salaris (je gaat meer verdienen).
Commission Een beloning die iemand krijgt om iets te doen
voor een ander. Dit is vaak een vast percentage.
Praise De waardering die je krijgt.
Important job title Een belangrijke functietitel (bijv. manager).
More responsibility Meer verantwoordelijkheid binnen het bedrijf.
Threat of redundancy Dreiging van ontslag. Is het bijv. gemakkelijk om
jou te vervangen?
Hard-working boss Een hardwerkende baas.
Supportive colleagues Collega’s die je ondersteunen en helpen.
Perks Extra’s die werknemers krijgen als toevoeging
op hun salaris. Bijv. een auto van de zaak of een
eigen parkeerplaats.
Working for a successful company Een bedrijf waar de zaken goed gaan.
Better working environment Een betere werkomgeving.
Promotion opportunities De mogelijkheid om een promotie te krijgen
naar hogere functies.
More time off Meer vrije tijd.
More flexible working Niet alleen de hele week op kantoor werken
maar soms ook bijvoorbeeld thuis of ergens
anders.
Appraisal interview Een beoordelingsgesprek
Entitlement Iets waar je recht op hebt of recht dat je hebt
om iets te mogen doen.
Incentive Iets dat wordt gebruikt om mensen aan te
moedigen iets te doen, vooral om ze harder te
laten werken, meer te produceren of meer geld
uit te geven.
Paternity leave Vaderschapsverlof
Peer Gelijke. Je leeftijdsgenoten zijn de mensen die
dezelfde leeftijd hebben als jij, of die hetzelfde
type baan, sociale klasse, enz. Hebben.
Retain employees Vasthouden/behouden van werknemers.
Opdracht: Look at the sentences below. Underline the words or phrases which can be replaced with
an item from the box without a change in meaning. De antwoorden zijn al gegeven. De betekenis van
de woorden vind je onderstaand. Deze opdracht is in college 2 behandeld.
Assessments – Breakdown – Empowerment – Fringe benefits – Red tape – Remuneration – Severance payment
– Take industrial action
1: If employees become too discontent, they may go on strike. (Take industrial action).
2: Most people like to have control over their work and therefore put autonomy near the top of their
list of motivating factors. (Empowerment).
2
