Signaleren en observeren
Als er sprake is van mishandeling dan is het essentieel dat je dit kan signaleren. (signalen oppikken)
Doe je ogen eens dicht.
Wat hoor, proef, voel, ruik en zie je?
Merk je iets bijzonders op? Dan ben je aan het signaleren.
5.1 Waarnemen, signaleren en interpreteren
Waarnemen: is het opnemen van prikkels die op je af komen. Dit doe je altijd.
- Dingen die je ziet, hoort, ruikt, voelt en proeft.
Signaleren: het opnemen van bijzonderheden in gedrag.
Interpreteren: aan verzamelde informatie een betekenis geven.
Opdracht Riemer:
Zenuwachtig, ongemakkelijk = interpretatie
Rechte rug, handbewegingen = observatie
Observeren: gaat over gedrag wat je wilt onderzoeken. Je hebt een doel.
Blijf hierbij objectief. Je mag niet te veel interpreteren.
i.p.v. hij wordt boos schrijf je: hij stopt met praten en slaat met de deur.
Iemand anders moet het ook kunnen snappen
i.p.v. hij doet gek schrijf je hij maakt vaak zinnen niet af en praat binnensmonds.
Je werkt volgens een stappenplan.
Je gebruikt een methode.
, Stappenplan
- Reden van observatie
- Observatiedoel
- Observatievraag
- Deelvragen
- Observatiemethode
- Plan van aanpak
- Evaluatiepunten
Reden van observatie Jasmijn gedraagt zich anders dan voorheen, ze is stiller en heeft
minder contact met andere kinderen
Observatiedoel Observeren of er mogelijke redenen zijn voor Jasmijns veranderde
gedrag.
Observatievraag Wat is de reden van Jasmijns veranderde gedrag?
Deelvragen 1. Hoe is het contact tussen jasmijn en de andere kinderen
2. Hoe verloopt het contact tussen jasmijn en de leiding
3. Welke initiatieven onderneemt jasmijn in het contact
4. Zijn er bijzondere gedragingen bij jasmijn
Observatiemethode Vrije observatie
Plan van aanpak Plaats: BSO
Situaties: buiten spelen, tijdens het eten in groep, bij binnenkomst.
Data en tijdstip”:
Evaluatiepunten Is er ander gedrag?
Zo ja, zijn er bijzondere gedragingen?
Zijn er aanwijzingen die duiden op een reden voor het andere
gedrag?
5.3 Observatietechnieken
Participerend observeren noem je ook wel intern observeren.
Intern observeren: je bent dan actief bezig in de groep terwijl je ook aan het observeren bent. Dit
vergt veel van jou als begeleider want je voert je dagelijkse werkzaamheden uit en je bent aan het
observeren.
Valkuil: je kunt makkelijk invloed uitoefenen op situaties.
Extern observeren wordt ook wel niet-participerend observeren genoemd.
Extern observeren: je bent wel aanwezig in de groep maar je neemt niet deel aan de activiteiten.