HARTREVALIDATIE
INLEIDING
De hartrevalidatie moet leiden tot een reductie van het risicogedrag en risicofactoren van de hartpatiënt -
cardiovasculair risicomanagement of secundaire preventie
Verschillende fasen van het zorgtraject
1. Preoperatieve fase - 4 weken preoperatief bij voorkeur beginnen bij openhartoperatie en een hoog
risico lopen op het ontwikkelen van postoperatieve pulmonale complicaties.
2. Fase 1 of klinische fase (opname in het ziekenhuis) - Direct na de acute cardiologische gebeurtenis
(acuut coronair syndroom, hartfalen, acute opname in ziekenhuis). Relatieve rust geïndiceerd.
3. Fase 2 of revalidatiefase - begint na ontslag uit ziekenhuis. Informeren en adviseren, opstellen en
begeleiden van beweegprogramma.
4. Fase 3 of postrevalidatiefase - Valt buiten de institutionele gezondheidszorg. Behoud van in fase 2
ingezette actieve leefstijl.
De diagnosegroepen die op basis van coronairlijden worden verwezen voor hartrevalidatie zijn:
- patiënten met een acuut coronair syndroom (ACS), waaronder een acuut myocard infarct (AMI) en
instabiele angina pectoris (IAP)
- patiënten met angina pectoris (AP)
- patiënten die een (acute of electieve) percutane coronaire interventie (PCI) hebben ondergaan
- patiënten die een coronary artery bypass grafting (CABG) of een klepoperatie hebben ondergaan
Relatieve indicatie voor hartrevalidatie - patiënten met hartfalen, patiënten met een aangeboren
hartafwijking, patiënten die een harttransplantatie hebben ondergaan, patiënten die een implantabele
cardioverter defribrillator (ICD) of pacemaker hebben gekregen, patiënten met (behandelde)
ritmestoornissen, patiËnten met atypische thoracale pijnklachten (hartangst), patiënten die een reanimatie
hebben doorgemaakt en patiënten met overige cardiothoracale chrirugische ingrepen.
CORONAIRLIJDEN
De fysiotherapeut is in bezit van aantekening Hartrevalidatie en is geschoold en getraind in Basic Life Support
en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillator (AED). Tijdens het beweegprogramma is een arts
direct oproepbaar.
Cardiovasculaire risicofactoren - Beïnvloedbare factoren
- Roken - DM type 2
- Ongezond voedingspatroon - Overmatig alcoholgebruik
- (Systolische) hypertensie - Lichamelijke inactiviteit
- BMI > 30 kg/m3 of middelomtrek > 102 - Gebrek aan sociale steun
cm bij mannen en >88 cm bij vrouwen - Psychische factoren zoals stress,
- Gestoord lipidenspectrum depressie en angst
(hypercholesterolemie en hyperlipidemie)
Cardiovasculaire risicofactoren - niet-beïnvloedbare factoren
- Genetische predispositie
- Mannelijk geslacht
- Leeftijd
Prognostische factoren
- mate/ernst van de hartziekte
, - resterende linkerventrikelfunctie
- comorbiditeit (artrose, COPD, perifeer vaatlijden, obesitas, kanker, DM, CVA, psychische factoren
- Gebrek aan sociale steun
Preoperatieve fase - coronairlijden
- Screening op het ontwikkelen van een PPC
(Postoperatieve Pulmonale Complicatie)
- Behandeling
- Inspiratory muscle training (IMT) met
- Weerstand - 30% van Pimax, wekelijks
opgebouwd met 5% bij een borgscore
(1-10) <5
- Frequentie - 7 dagen per week
- Duur - 20 minuten per sessie,
minimaal 2 weken, indien mogelijk 4
weken preoperatief
- Ademhalingsoefeningen
- Airway clearance technieken
→ Gewenste resultaat - toename van Pimax (en
inspiratoire volhoudtijd), geen pulmonale problemen
Klinische fase (fase I) - coronairlijden
- Relatieve rust na acuut cardiaal incident of na verblijf intensive care unit na openhartoperatie
- Pulmonale fysiotherapie - aanleren technieken die gericht zijn op het verbeteren van de ventilatie en
het mobiliseren en ophoesten van sputum
- Patiënt medisch stabiel → mobilisatiefase op verpleegafdeling. → Dynamische mobilisatieoefeningen
van grote spiergroepen die worden uitgebreid tot lopen en traplopen
- Rekening houden met overbelasting bij inspanning - verschijnselen
- Angina pectoris
- Pompfunctiestoornissen
- Kortademigheid die niet in verhouding staat tot de geleverde inspanning
- Abnormale vermoeidheid die niet in verhouding staat tot de geleverde inspanning
- Toename perifeer/centraal oedeem
- Ritmestoornissen
- Snelle hartfrequentie die niet evenredig is met de geleverde inspanning
- Onregelmatige hartfrequentie, verandering van bekende aritmieën
- Abnormale stijging of daling van de bloeddruk
- Flauwvallen
- Duizeligheid
- Vegetatieve reacties (bijvoorbeeld overmatige transpiratie, bleekheid)
- Informeren - aard van hartziekte en/of operatie, vervolg van het revalidatietraject, adequate manier
omgaan met (hart)klachten en de hartziekte, herkennen van overbelastingsverschijnselen en opbouw
van belasting bij activiteiten thuis.
- Eindcriteria fysiotherapie - gewenst ADL-niveau functioneren (lopen, traplopen en zelfverzorging,
matige inspanning), kennis van hartziekte, omgaan met klachten en ADL-activiteiten
opbouwen/uitbreiden.
Revalidatiefase (fase II) - coronairlijden
- Screeningsvragen voor indicatiestelling hartrevalidatie
INLEIDING
De hartrevalidatie moet leiden tot een reductie van het risicogedrag en risicofactoren van de hartpatiënt -
cardiovasculair risicomanagement of secundaire preventie
Verschillende fasen van het zorgtraject
1. Preoperatieve fase - 4 weken preoperatief bij voorkeur beginnen bij openhartoperatie en een hoog
risico lopen op het ontwikkelen van postoperatieve pulmonale complicaties.
2. Fase 1 of klinische fase (opname in het ziekenhuis) - Direct na de acute cardiologische gebeurtenis
(acuut coronair syndroom, hartfalen, acute opname in ziekenhuis). Relatieve rust geïndiceerd.
3. Fase 2 of revalidatiefase - begint na ontslag uit ziekenhuis. Informeren en adviseren, opstellen en
begeleiden van beweegprogramma.
4. Fase 3 of postrevalidatiefase - Valt buiten de institutionele gezondheidszorg. Behoud van in fase 2
ingezette actieve leefstijl.
De diagnosegroepen die op basis van coronairlijden worden verwezen voor hartrevalidatie zijn:
- patiënten met een acuut coronair syndroom (ACS), waaronder een acuut myocard infarct (AMI) en
instabiele angina pectoris (IAP)
- patiënten met angina pectoris (AP)
- patiënten die een (acute of electieve) percutane coronaire interventie (PCI) hebben ondergaan
- patiënten die een coronary artery bypass grafting (CABG) of een klepoperatie hebben ondergaan
Relatieve indicatie voor hartrevalidatie - patiënten met hartfalen, patiënten met een aangeboren
hartafwijking, patiënten die een harttransplantatie hebben ondergaan, patiënten die een implantabele
cardioverter defribrillator (ICD) of pacemaker hebben gekregen, patiënten met (behandelde)
ritmestoornissen, patiËnten met atypische thoracale pijnklachten (hartangst), patiënten die een reanimatie
hebben doorgemaakt en patiënten met overige cardiothoracale chrirugische ingrepen.
CORONAIRLIJDEN
De fysiotherapeut is in bezit van aantekening Hartrevalidatie en is geschoold en getraind in Basic Life Support
en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillator (AED). Tijdens het beweegprogramma is een arts
direct oproepbaar.
Cardiovasculaire risicofactoren - Beïnvloedbare factoren
- Roken - DM type 2
- Ongezond voedingspatroon - Overmatig alcoholgebruik
- (Systolische) hypertensie - Lichamelijke inactiviteit
- BMI > 30 kg/m3 of middelomtrek > 102 - Gebrek aan sociale steun
cm bij mannen en >88 cm bij vrouwen - Psychische factoren zoals stress,
- Gestoord lipidenspectrum depressie en angst
(hypercholesterolemie en hyperlipidemie)
Cardiovasculaire risicofactoren - niet-beïnvloedbare factoren
- Genetische predispositie
- Mannelijk geslacht
- Leeftijd
Prognostische factoren
- mate/ernst van de hartziekte
, - resterende linkerventrikelfunctie
- comorbiditeit (artrose, COPD, perifeer vaatlijden, obesitas, kanker, DM, CVA, psychische factoren
- Gebrek aan sociale steun
Preoperatieve fase - coronairlijden
- Screening op het ontwikkelen van een PPC
(Postoperatieve Pulmonale Complicatie)
- Behandeling
- Inspiratory muscle training (IMT) met
- Weerstand - 30% van Pimax, wekelijks
opgebouwd met 5% bij een borgscore
(1-10) <5
- Frequentie - 7 dagen per week
- Duur - 20 minuten per sessie,
minimaal 2 weken, indien mogelijk 4
weken preoperatief
- Ademhalingsoefeningen
- Airway clearance technieken
→ Gewenste resultaat - toename van Pimax (en
inspiratoire volhoudtijd), geen pulmonale problemen
Klinische fase (fase I) - coronairlijden
- Relatieve rust na acuut cardiaal incident of na verblijf intensive care unit na openhartoperatie
- Pulmonale fysiotherapie - aanleren technieken die gericht zijn op het verbeteren van de ventilatie en
het mobiliseren en ophoesten van sputum
- Patiënt medisch stabiel → mobilisatiefase op verpleegafdeling. → Dynamische mobilisatieoefeningen
van grote spiergroepen die worden uitgebreid tot lopen en traplopen
- Rekening houden met overbelasting bij inspanning - verschijnselen
- Angina pectoris
- Pompfunctiestoornissen
- Kortademigheid die niet in verhouding staat tot de geleverde inspanning
- Abnormale vermoeidheid die niet in verhouding staat tot de geleverde inspanning
- Toename perifeer/centraal oedeem
- Ritmestoornissen
- Snelle hartfrequentie die niet evenredig is met de geleverde inspanning
- Onregelmatige hartfrequentie, verandering van bekende aritmieën
- Abnormale stijging of daling van de bloeddruk
- Flauwvallen
- Duizeligheid
- Vegetatieve reacties (bijvoorbeeld overmatige transpiratie, bleekheid)
- Informeren - aard van hartziekte en/of operatie, vervolg van het revalidatietraject, adequate manier
omgaan met (hart)klachten en de hartziekte, herkennen van overbelastingsverschijnselen en opbouw
van belasting bij activiteiten thuis.
- Eindcriteria fysiotherapie - gewenst ADL-niveau functioneren (lopen, traplopen en zelfverzorging,
matige inspanning), kennis van hartziekte, omgaan met klachten en ADL-activiteiten
opbouwen/uitbreiden.
Revalidatiefase (fase II) - coronairlijden
- Screeningsvragen voor indicatiestelling hartrevalidatie