Handschrift samenvatting: 'Pak je pen' - Hoofdstuk 1 t/m 11

Bladligging

Antwoord: De plaatsing op de tafel en de stand van het blad.

Afkorting: CANS

Antwoord: Complaints of Arm, Neck and Shoulder.

Distaal

Antwoord: Het verst afgelegen van het midden van het lichaam (tegenovergestelde van proximaal).

Proximaal

Antwoord: Het dichts bij het midden van het lichaam (het tegenovergestelde van distaal).

Grote progressie

Antwoord: Het opschuiven over de regel met de onderarm vanuit de elleboog.

Adaptatie

Antwoord: Afstemming van de stand van de hand als voorbereiding op het beetpakken en hanteren van materiaal.

Arcade

Antwoord: Schrijfpatroon: een boog (denk aan 'l' Arc de Triomphe) geschreven met de klok mee.

Arceren

Antwoord: Het aanbrengen van evenwijdige lijntjes.

Dominantie

Antwoord: Overheersing: links of rechtshandig.

Drie-zone niveau

Antwoord: Het niveau waarop een kind kan denken (na het éénzone niveau van de kapitalen).

Afbreekplaats

Antwoord: Plaats waar een letter het beste kan worden afgebroken om de hand opnieuw te kunnen plaatsen: meestal aan het eind van een letter.

Hoe wordt een beginletter ook wel genoemd?

Antwoord: Initiaal of hoofdletter.

Binnenwit

Antwoord: Wit binnen het afgesloten rompdeel van de letter.

Bocht

Antwoord: Een gebogen lijn/hoek die klein en scherp is (minder dan 90 graden).

Ander woord voor bovenkast?

Antwoord: Grote letter, majuskel of kapitaal.

Afbreken

Antwoord: Vervolgen van een woord op de volgende regel door het plaatsen van en afbreekstreepje.

Criteriummanipulatie

Antwoord: Manier om bewust lettercriteria toe te passen.

Gelijkmatige plaatsing

Antwoord: Plaatsing van letter- of arceerstreken op gelijkmatige afstanden met goede spatiëring.

Grondlijnafstand

Antwoord: De afstand tussen de grondlijnen, interlinie.

Hellingshoek

Antwoord: Hoek van de neerhaal en van de verticale aslijn van ellipsvormige letterdelen ten opzichte van de grondlijn.

Automatiseringserosie

Antwoord: Letterverval dat ontstaat doordat de leerling alleen nog maar de inhoud van een woord omzet in een traject dat in nauwkeurigheid afneemt.

Ballistisch bewegen

Antwoord: Onbeheerste beweging (de bochten, die rempunten zijn --> de penpunt beweegt zich onregelmatig).

Bandschrift

Antwoord: Schrift met dikke en dunne letterdelen dat ontstaan is door het gebruik van een brede punt.

Bladspiegel

Antwoord: Indeling van de pagina.

Hoe wordt een bladspiegel ook wel genoemd?

Antwoord: Lay-out.

Ambidexter

Antwoord: Beiden handen laten (nagenoeg) dezelfde kwaliteit zien.

Antiballistisch bewegen

Antwoord: Gelijkmatig uitgevoerde beweging.

Associatie

Antwoord: Verbinding (bij associatief bewegen doen lichaamsdelen mee zonder dat je daar iets aan kunt doen).

Cognitie

Antwoord: Vermogen om kennis op te nemen en te gebruiken.

Dissociatie

Antwoord: Zonder verband. Dissociatief bewegen wil zeggen: vrij bewegen zonder dat dit meebewegingen oproept.

Activerend Directe Instructiemodel

Antwoord: Instructiemodel waarbij actieve betrokkenheid, bewust leren, feedback en relatie centraal staan.

Analoog bord.

Antwoord: Krijt of whiteboard.

Allograaf

Antwoord: Een lettersoort binnen een schriftsysteem.

Boekschrift

Antwoord: De letter is opgebouwd uit losse streken.

Drie-zone niveau

Antwoord: Het niveau, waarop een kind kan denken na het éénzone niveau van de kapitalen.

Kalligrafiepennen uit kosteloos materiaal

Antwoord: Kosteloos materiaal dat zich leent voor kalligrafie (wasknijpers, lollystokjes enzovoort).

Koordschrift

Antwoord: Bij deze letters is de schrijflijn overal even dik, meestal met een breder rond pennetje/stift geschreven.

Lijndikte

Antwoord: De breedte van de lijn (heeft directe invloed op de lettervormgeving).

Redisschrift

Antwoord: Bij deze letters is de schrijflijn overal even dik, meestal met een breder rond pennetje of stift geschreven.

Bladspiegel

Antwoord: Indeling van de pagina, ook wel lay-out genoemd.

Centreren

Antwoord: Het plaatsen van het midden van regels op een centrale verticale aslijn.

Contrast

Antwoord: Tegenstelling --> zwart/wit contrast maar ook bijvoorbeeld het lijncontrast.

Corps

Antwoord: De totale letterhoogte van drukletters.

Waarmee kan je 'corps' vergelijken?

Antwoord: Vergelijk 'corps' met het begrip romphoogte bij schrijfletters.