Extra materiaal: Technische automatisering
Decimaal Binair
Tientallig stelstel Tweetalig stelsel
1961 1001101
1 x 1 100
6 x 10 101 1 x 20 = 1
9 x 100 102 0 x 21 = 0
1 x 1000 103 1 x 22 = 4
1 x 23 = 8
0 x 24 = 0
0 x 25 = 0
1 x 26 = 64
Totaal = 77
Let op bij binair tellen is iets x 20 altijd 1
in plaats van 0.
Van binair getal naar gewoon getal:
achter aan begin met vermenigvuldigen
20 en bij elk getal naar links komt er een
macht bij. De optelsom is het decimale
getal.
Van decimaal naar binair:
1. Schrijf de machten van 2 op tot en met de 11 e macht.
2. Kijk vanaf de hoogste macht of die in het decimale getal past. Zo niet dan heb
je en geen 1 en geen 0, dit getal telt dus gewoon niet mee.
3. Wanneer de macht in het getal past haal je dit getal van het oorspronkelijke
getal af doet dit net zo lang tot je op nul uitkomt. (past een macht niet dan
schrijf je op 0 en past een macht wel schrijf je op 1)
Machten Antwoord 1961
1024 Binair getal: 11110101001
20 1 1 937
21 2 0 512
0
22 4 1 425
23 8 256
24 16 0 169
128
25 32 1 41
26 64 0 32
27 128 9
28 256 1 8
1 1
29 512 1
1
210 1024 1 0
211 2048 -
, 2
5.1 Introductie
Straling: Straling is het uitzenden van energie als golven (elektromagnetische
straling) of als deeltjes
Röntgenstraling: is elektromagnetische straling
Kernstraling: straling van radioactieve stoffen.
1. Een belangrijke eigenschap van röntgen en kernstraling is het vermogen om
cellen in het lichaam te beschadigen of te doden. Dat is het gevaar van de
straling. Maar soms zijn de effecten juist gewenst, bijvoorbeeld om de groei
van kankercellen te stoppen.
2. Röntgen en kernstraling worden gebruikt diagnose (vaststelling van een
aandoening, ziekte of klacht)
3. Kernstraling voor therapie (de behandeling van ziekten of de verlichting van
symptomen.)
4. In de Industrie worden deze soorten straling gebruikt voor
materiaalonderzoek, het steriliseren van instrumenten en het conserveren van
voedsel.
Toepassingen van deze straling brengen risico’s met zich mee voor de mensen die
de straling ontvangen. het risico hangt af van de hoeveelheid straling die het
lichaam absorbeert.
Röntgen en kernstraling worden uitgezonden door atomen van een stof.
Atoombouw:
Een atoom bestaat uit een kern en elektronen die rond de kern bewegen
De kern: bestaat uit protonen en neutronen
De massa van proton en neutron zijn vrijwel even groot. De massa van het
elektron is veel kleiner dan die van het proton en neutron
Proton: positieve lading
Elektron: negatieve lading Deze ladingen zijn even groot, waardoor
een atoom elektrisch neutraal is.
Een atoom dat elektronen kwijtraakt verandert in een positief geladen ion.
Een atoom dat elektronen erbij krijgt verandert in een negatief ion
Straling met voldoende energie kan een atoom ioniseren: de straling stoot een
elektron uit het atoom.
Ioniserende straling is straling die voldoende energetisch is om een elektron uit de
buitenste schil van een atoom weg te slaan. Hierdoor krijgt
het atoom in totaal een positieve lading in plaats van een
neutrale lading
- Röntgen en kernstraling hebben voldoende energie
en worden dus ook wel ioniserende straling genoemd.