Samenvatting geschiedenis H6 compleet

Samenvatting geschiedenis 6.2 en 6.3

§6.1 Nieuwe ideeën, nieuwe tijden
 Keerpunt van de verandering
o Hoogtepunt van macht van de koningen: absolutisme
 Staatsvorm waarin de vorst alle macht heeft en het bestuur is
gecentraliseerd
o Voor meer zeggenschap krijgen waren de revoluties nodig
 Snelle en totale veranderingen
o 2010  Arabische Lente, een golf van democratische revoluties in de
Arabische regio
 Letterlijk: regering door het volk

§6.2 Pruiken en problemen in de 18e eeuw
6.2.1 Koningen in de knel
 Lodewijk de 14e had de absolute macht in Frankrijk
o Lodewijk de 15e en de 16e geloofden ook in het Droit divin
 Konden beide geen oplossingen vinden voor de problemen in Frankrijk:
- De staatskas was leeg en de staatsschuld nam toe
(Oorlogen, luxe leven betaald worden, inkomsten belastingen viel tegen)
- Het bestuur en leger functioneerden slecht
(Verkeerde beslissingen, adel geestelijken veel politieke macht, weinig
ambtenaren, het leger raakte verzwakt door weinig investeringen)
- De standenmaatschappij zorgden voor ongelijkheid en onvrede
(Voordelig geestelijken (1e) en Adel (2e), groot deel van bevolking (97%)
behoorden tot boeren en stedelingen (3e) werden achtergesteld)

6.2.2 Ongelijkheid tussen de standen
 Boeren moesten alle belasting betalen  adel en geestelijken werden vrijgesteld
o Tegenvallende opbrengst  kleine pachtboeren grondhuur en grondbelasting
betalen, ontevredenheid steeg

 Steden ook onrustiger  armoede groter, arbeidsomstandigheden waren slecht
o Vooral rijke burgers (bourgeoisie) begonnen zicht uit te spreken tegen deze
ongelijkheid:
 Geen inspraak, 3e stand woedend voor hun kritiek werd door
koning met boetes en opsluiting bestraft
 Ongelijke belastingverdeling, geen inspraak maar betaalden wel
een groot deel van de belastingen, tegenstelling tot 1e en 2e stand
 Ongelijke rechtspraak, burgers en boeren kregen zwaardere
straffen opgelegd voor overtredingen dan edelen en geestelijken
 Geen aandacht voor handel, overheid deed geen moeite om de
handel te bevorderen, grote ergernis kooplieden ook edelen hadden
geen oog voor de wensen van de handelaren

 In loop van 18e eeuw  werd in koffiehuizen, genootschappen en salons door rijke
burgers gepraat over het veranderen van de samenleving
o Denkers en filosofen stonden op en deelden hun ideeën over nieuwe
maatschappij en een nieuw bestuur

, <-standen ongelijk Bourgeoisie ->


§6.3 Licht op de verlichting
6.3.1 Vertrouwen in het gebruik van het verstand
 Wetenschappelijk klimaat gestimuleerd  wetenschappers komen bij elkaar om
kennis en ervaring uit te wisselen, iedereen hoorde de nieuwste technieken en de pas
ontdekte natuurwetten
o 18e eeuw wetenschappers meer onderzoeken, hieraan vooraf:
 Renaissance 16e eeuw  veel kennis op gedaan over de natuur
 Wetenschappelijke revolutie 17e eeuw  nieuwe
ontdekkingsmethoden wetenschappelijke instrumenten
Wetenschappers wisten niet veel van hoe mensen konden samenleven
 Ze durfden vanaf nu te vertrouwen op hun ratio, volgde niet meer blind
uitspraken van de kerk en de koning
 Wetenschappers ontdekten wetten, die konden toegepast worden
o Loop 18e eeuw wetenschappers overtuigd dat zei de samenleving konden
doorgronden en verklaren
 Geleerden gingen ervan uit dat mensen konden leren en groeien
 Wetenschappers zet logica in om de maatschappelijke problemen aan te
pakken
 Deze periode heet de verlichting

6.3.2 Kritiek op de kerk
 1e gebied in de samenleving waar de wetenschappers verandering in wilden brengen
 religie
o Invloed van geestelijken op het dagelijks leven was erg groot, kritiek op kerk
 Alleen mensen in de kerk lezen/schrijven
 Een van de eerste wetenschappers met kritiek op de kerk  Erasmus, 16e eeuw leeft
o Hij stelt: christelijk geloof terug naar oorsprong moet en moet worden ontdaan
(weggaan) van alle rijkdommen
 17e eeuw  wetenschappers ver in zoektocht god en strijd tegen
bijgeloof
o Balthasar Bekker: een wetenschapper die geloofde dat bijgeloof niet klopte en
hij zei dat ook openlijk
 Vanaf die gedachte kleine stap naar leveren van kritiek op alle
onderdelen van het geloof
 Een van de eerste filosofen die de stap zette  Spinoza, woonde in republiek
o Stelde dat god de wereld had geschapen, hij was verantwoordelijk voor het
bestaan van de natuurwetten en de wetenschap
o Door wetenschap beoefenen  mens dichter bij God