Juridisch samenvatting c 2.0
Huurder, verhuurder & recht in de praktijk
Hoofdstuk 1: huurovereenkomst
Het huurrecht biedt de huurder van een woonruimte (zwakkere partij),
huur- en prijsbescherming.
De huurder heeft bescherming met betrekking tot opzegging. De huurder
is namelijk beschermd tegen opzegging van de verhuurder maar ook
tegen huurprijs.
Het bestaan van een huurovereenkomst betekent dat er rechten en
plichten zijn voor huurder en verhuurder, deze vliegen voort uit de wet en
Art. jurisprudentie.
7:201 In dit artikel staat de definitie van huur.
BW ‘Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich
verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte
daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een
tegenprestatie.’
Als er een zaak of een gedeelte wordt verstrekt door een (rechts)persoon
aan een andere (rechts)persoon en er is een voldoende vastomlijnde
tegenprestatie in ruil voor gebruik van de zaak, is er sprake van een
huurovereenkomst.
De tegenprestatie hoeft niet per se in geld worden geleverd. Dit kan ook in
natura of door het verrichten van werkzaamheden.
Sommige verhuurders willen wettelijke huurbeschermings- en
huurbepalingen ontwijken, dit doen zij door de huurovereenkomst een
andere naam te geven. Zo kunnen ze het gehuurde makkelijk terug in
beslag nemen en zijn de beëindigingsprocessen makkelijker.
Als partijen het niet eens worden of het een huurovereenkomst is of niet,
bepaalt de rechter. Hij kijkt of de inhoud voldoet aan de omschrijving van
het hiervoor genoemde artikel.
Art. Er zijn ook andere vormen van ingebruikneming waarbij geen sprake is
7:201 lid
Art.
3 BW
van huur. Zoals in dit artikel aangegeven. Hierin staat dat een
7:311 pachtovereenkomst niet als huur wordt aangemerkt. Wat pacht wel is
BW
Art. staat in dit artikel.
7a:1777 Hetzelfde geldt voor bruikleen, dit is geen huur.
BW
Een roerende zaak kan ook een huurobject zijn.
Art. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan.
7:217 Dit geldt ook voor het tot stand komen van een huurovereenkomst.
BW Een huurovereenkomst is een vormvrije overeenkomst. Dit kan dus
mondeling en schriftelijk zijn aangegaan.
Een huurovereenkomst kan voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd zijn
aangegaan.
Voor een zelfstandige woning kan een tijdelijke huurovereenkomst tot
maximaal 2 jaar zijn aangegaan en bij een onzelfstandige woning is dat
maximaal 5 jaar.
, Art. 3:40 Als er ten nadele van de bepalingen met betrekking op woonruimte wordt
lid 2 BW afgeweken, kan de huurder de afspraak op grond van dit artikel
vernietigen.
Regelend recht: huurder en verhuurder kunnen afspraken maken die
hiervan afwijken.
Semidwingend recht: huurder en verhuurder mogen met elkaar, van
deze bepalingen afwijkende afspraken maken, zolang deze afspraken niet
ten nadele van de huurder zijn.
Dwingend recht: huurder en verhuurder mogen niet van deze bepalingen
afwijken bij het maken van afspraken.
Art. In boek 7 BW zijn bepalingen opgenomen die op de huur van alle
7:201- huurobjecten van toepassing zijn.
Art.
7:231 Deze artikelen gaan over de huur van een woonruimte.
7:232-
7:282 BW
Art. Dit artikel hebben betrekking op huurobjecten die als 230a-bedrijfsruimte
7:230a worden aangemerkt.
BW
Bij een gemengde overeenkomst zijn verschillende wettelijke regels van
toepassing.
Hoofdstuk 2: verplichtingen van de verhuurder
Ter beschikking stellen van de zaak
Art. Op basis van dit artikel is de verhuurder verplicht huurgenot te
7:203 verschaffen aan de huurder, door de zaak ter beschikking te stellen.
BW
Art. 6:83
BW Wanneer de verhuurder de zaak niet tijdig ter beschikking stelt, is dit
Art. 6:74 artikel van toepassing. Op basis hiervan treedt de verhuurder in verzuim.
BW De verhuurder is dan wegens toerekenbare tekortkoming schadeplichtig.
Gebrek en huurgenot
De verhuurder is verplicht om vanaf het moment dat de zaak aan de
huurder ter beschikking wordt gesteld, ervoor te zorgen dat de huurder
Art. niet gestoord wordt in het huisgenot.
7:201- Hierbij is belangrijk afdeling 2, titel 4 van boek 7 BW.
7:211BW Dit kan de huurder doen wanneer hij met gebreken te maken heeft:
- De huurder kan het verhelpen van gebreken vorderen (7:206 BW)
- De huurder kan de huurprijs verminderen (7:207)
- De huurder kan schadevergoeding vorderen (7:208)
- De huurder kan de huurovereenkomst ontbinden (7:210)
Art. Gebrek: alle genotsbeperkende omstandigheden die niet aan de huurder
7:204 lid zijn toe te rekenen.
2 BW
Als er sprake is van huurgenotvermindering door een gebrek, dan heeft de
huurder rechten jegens de verhuurder. Niet iedere huurgenotvermindering
is een gebrek in de zin van art. 7:204 lid 2 BW. Uitzonderingen:
Huurder, verhuurder & recht in de praktijk
Hoofdstuk 1: huurovereenkomst
Het huurrecht biedt de huurder van een woonruimte (zwakkere partij),
huur- en prijsbescherming.
De huurder heeft bescherming met betrekking tot opzegging. De huurder
is namelijk beschermd tegen opzegging van de verhuurder maar ook
tegen huurprijs.
Het bestaan van een huurovereenkomst betekent dat er rechten en
plichten zijn voor huurder en verhuurder, deze vliegen voort uit de wet en
Art. jurisprudentie.
7:201 In dit artikel staat de definitie van huur.
BW ‘Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich
verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte
daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een
tegenprestatie.’
Als er een zaak of een gedeelte wordt verstrekt door een (rechts)persoon
aan een andere (rechts)persoon en er is een voldoende vastomlijnde
tegenprestatie in ruil voor gebruik van de zaak, is er sprake van een
huurovereenkomst.
De tegenprestatie hoeft niet per se in geld worden geleverd. Dit kan ook in
natura of door het verrichten van werkzaamheden.
Sommige verhuurders willen wettelijke huurbeschermings- en
huurbepalingen ontwijken, dit doen zij door de huurovereenkomst een
andere naam te geven. Zo kunnen ze het gehuurde makkelijk terug in
beslag nemen en zijn de beëindigingsprocessen makkelijker.
Als partijen het niet eens worden of het een huurovereenkomst is of niet,
bepaalt de rechter. Hij kijkt of de inhoud voldoet aan de omschrijving van
het hiervoor genoemde artikel.
Art. Er zijn ook andere vormen van ingebruikneming waarbij geen sprake is
7:201 lid
Art.
3 BW
van huur. Zoals in dit artikel aangegeven. Hierin staat dat een
7:311 pachtovereenkomst niet als huur wordt aangemerkt. Wat pacht wel is
BW
Art. staat in dit artikel.
7a:1777 Hetzelfde geldt voor bruikleen, dit is geen huur.
BW
Een roerende zaak kan ook een huurobject zijn.
Art. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan.
7:217 Dit geldt ook voor het tot stand komen van een huurovereenkomst.
BW Een huurovereenkomst is een vormvrije overeenkomst. Dit kan dus
mondeling en schriftelijk zijn aangegaan.
Een huurovereenkomst kan voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd zijn
aangegaan.
Voor een zelfstandige woning kan een tijdelijke huurovereenkomst tot
maximaal 2 jaar zijn aangegaan en bij een onzelfstandige woning is dat
maximaal 5 jaar.
, Art. 3:40 Als er ten nadele van de bepalingen met betrekking op woonruimte wordt
lid 2 BW afgeweken, kan de huurder de afspraak op grond van dit artikel
vernietigen.
Regelend recht: huurder en verhuurder kunnen afspraken maken die
hiervan afwijken.
Semidwingend recht: huurder en verhuurder mogen met elkaar, van
deze bepalingen afwijkende afspraken maken, zolang deze afspraken niet
ten nadele van de huurder zijn.
Dwingend recht: huurder en verhuurder mogen niet van deze bepalingen
afwijken bij het maken van afspraken.
Art. In boek 7 BW zijn bepalingen opgenomen die op de huur van alle
7:201- huurobjecten van toepassing zijn.
Art.
7:231 Deze artikelen gaan over de huur van een woonruimte.
7:232-
7:282 BW
Art. Dit artikel hebben betrekking op huurobjecten die als 230a-bedrijfsruimte
7:230a worden aangemerkt.
BW
Bij een gemengde overeenkomst zijn verschillende wettelijke regels van
toepassing.
Hoofdstuk 2: verplichtingen van de verhuurder
Ter beschikking stellen van de zaak
Art. Op basis van dit artikel is de verhuurder verplicht huurgenot te
7:203 verschaffen aan de huurder, door de zaak ter beschikking te stellen.
BW
Art. 6:83
BW Wanneer de verhuurder de zaak niet tijdig ter beschikking stelt, is dit
Art. 6:74 artikel van toepassing. Op basis hiervan treedt de verhuurder in verzuim.
BW De verhuurder is dan wegens toerekenbare tekortkoming schadeplichtig.
Gebrek en huurgenot
De verhuurder is verplicht om vanaf het moment dat de zaak aan de
huurder ter beschikking wordt gesteld, ervoor te zorgen dat de huurder
Art. niet gestoord wordt in het huisgenot.
7:201- Hierbij is belangrijk afdeling 2, titel 4 van boek 7 BW.
7:211BW Dit kan de huurder doen wanneer hij met gebreken te maken heeft:
- De huurder kan het verhelpen van gebreken vorderen (7:206 BW)
- De huurder kan de huurprijs verminderen (7:207)
- De huurder kan schadevergoeding vorderen (7:208)
- De huurder kan de huurovereenkomst ontbinden (7:210)
Art. Gebrek: alle genotsbeperkende omstandigheden die niet aan de huurder
7:204 lid zijn toe te rekenen.
2 BW
Als er sprake is van huurgenotvermindering door een gebrek, dan heeft de
huurder rechten jegens de verhuurder. Niet iedere huurgenotvermindering
is een gebrek in de zin van art. 7:204 lid 2 BW. Uitzonderingen:
