,Inhoudsopgave
Week 1: Maximale leencapaciteit ........................................................................................................................... 3
Week 2: Inkomstenbelasting algemeen .................................................................................................................. 9
Week 3: Inkomstenbelasting ................................................................................................................................. 13
Week 4: Rente ....................................................................................................................................................... 16
Week 5: Leenvormen (aflossingsvormen) van een (hypothecaire) geldlening ...................................................... 21
Week 6: De uitkering van een traditionele levenhypotheek, een spaarhypotheek en een bankspaarhypotheek . 27
2
, Week 1: Maximale leencapaciteit
Maximale leencapaciteit berekenen aan de hand van 2 documenten die hiervan de regels
bevatten:
• Tijdelijke regeling hypothecair krediet (Trhk).
• Gedragscode Hypothecaire Financiering (GHF – normen van het CHF).
CHF = het Contactorgaan Hypothecair Financiers. Dit Contactorgaan heeft samen met
de Nederlandse Vereniging van Banken de GHF opgesteld. Hierin zijn afspraken
vastgelegd over hypotheekoffertes, voorwaarden en berekeningen.
Maximale leencapaciteit is afhankelijk van:
- De hoogte van het inkomen – loan-to-income (LTI)
- Waarde van het onderpand – loan-to-value (LTV)
De bank wil 100% van de waarde financieren, dus niet kosten koper (6-7%).
6 stappen LTI-berekening:
1. Berekenen toetsinkomen
2. Bepalen van toetsrente
3. Bepalen van financieringslastpercentage
4. Bepalen van jaarlijkse financieringslast in geld
5. Bepalen van maandelijkse financieringslast in geld
6. Toepassing van annuïteitentabel levert het maximaal te lenen bedrag
Stap 1: Berekenen toetsinkomen
Toetsinkomen = het inkomen waarvan een aanbieder van hypothecair krediet uitgaat bij het
bepalen van het maximale hypothecair krediet.
Het toetsinkomen bestaat uit:
- Huidige vaste en bestendige (als het regelmatig voorkomt) inkomen
- Zijn die er niet dan kan rekening gehouden worden met het gemiddelde inkomen van
de laatste 3 jaren.
Het toetsinkomen kan daarnaast bestaan uit:
- Toekomstige beschikbare inkomsten uit vrij beschikbaar vermogen van de
consument, indien die inkomsten redelijkerwijs te verwachten zijn (Sparen en
beleggen 3% van vermogen of 75% van huurinkomst – uit een ander dan het te
financieren pand)
- Een te verwachten structurele inkomensstijging binnen een redelijke termijn
Toetsinkomen – inkomsten uit werk
• Vaste baan
- Alle vaste salarisbestanddelen (hieronder valt ook vakantiegeld).
- Niet vaste maar wel bestendige salarisbestanddelen (provisie, overwerk). De
gemiddelde provisie-inkomsten/overwerk van de laatste 3 jaren tellen mee.
- Onkostenvergoeding zijn geen inkomsten uit werk!
• Tijdelijke baan;
Bij tijdelijke contracten kan het inkomen alleen meetellen voor zo ver de werkgever
een intentieverklaring af geeft.
In een intentieverklaring geeft de werkgever aan dat bij gelijkblijvend functioneren
3