Samenvatting
OWE 3
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
,Inhoudsopgave
GVO cyclus & Inhoud WG..........................................................................................................................................2
Prevente...............................................................................................................................................................2
GVO-cyclus............................................................................................................................................................2
Epidemiologie, incidente, prevalente en mortaliteit..........................................................................................4
Stages of change...................................................................................................................................................4
Psychotsche stoornissen......................................................................................................................................5
Demente...............................................................................................................................................................8
Palliatef en terminale zorg...................................................................................................................................8
Communicateve vaardigheden..............................................................................................................................10
Motvatonal interviening...................................................................................................................................10
Psychiatrie...........................................................................................................................................................11
Agressie...............................................................................................................................................................13
Demente.............................................................................................................................................................13
Slecht nieuns gesprek.........................................................................................................................................14
Verpleegtechnische vaardigheden..........................................................................................................................16
Voeding...............................................................................................................................................................16
Neusmaagsonde..............................................................................................................................................18
Wondverzorging..................................................................................................................................................19
Rode nond......................................................................................................................................................20
Gele nonden...................................................................................................................................................21
Znarte nonden...............................................................................................................................................21
Znachtelen van lichaamsdelen.......................................................................................................................22
Decubitus.........................................................................................................................................................22
Compressief znachtelen.................................................................................................................................24
Mondverzorging..................................................................................................................................................24
Anatomie en fysiologie............................................................................................................................................26
Spijsverteringskanaal..........................................................................................................................................26
Diabetes en farmacologie...................................................................................................................................28
Obesitas en Metabool Syndroom.......................................................................................................................31
Bloed en stolling..................................................................................................................................................33
Nieren en urinenegen........................................................................................................................................37
Zenunstelsel; regulate en integrate.................................................................................................................40
Ouder norden.....................................................................................................................................................43
Palliateve zorg en pijn........................................................................................................................................45
Pagina 1 van 48
,GVO cyclus & Inhoud WG
32 vragen
Preventie
Soorten prevente naar fase gezondheidsprobleem
- Primaire preventee Heef betrekking op het bevorderen van gezondheid en gezond gedrag,
gezondheid van de mens. Voorbeeld: BOB, gezond znanger, postbus 51 spotjes.
- Secundaire preventee Opsporen en vroegtjdig behandelen van ziekten en aandoeningen en het
zoeken naar ziekte en aandoeningen in een begin stadium. Voorbeeld: Screening, vroegtjdig opsporen
van demente, bevolkingsonderzoek.
- Tertaire preventee ‘Voorkomen van erger’. Voorbeeld: Zelfmanagement, coping, therapietroun,
voorkomen van decubitus, etc.
Soorten prevente naar doelgroep
Primaire prevente Secundaire prevente Tertaire prevente
Universele Selecteve Zorg gerelateerde
Algemene, gehele bevolking of Hoog risicogroep Patiënten hebben een diagnose.
een deel ervan. Geïndiceerde
Geen diagnose, maar nel
(beperkte) symptomen.
De stadia
Prevente en public health
- Gezondheidsbescherminge Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), en controle
znemnater.
- Gezondheidsbevorderinge Gericht op leefstjl en gezondheidsgedrag van mensen. Omgeving en
partcipate van belang.
- Ziektepreventee Ziektepreventeprogramma’s, patiëntenvoorlichtng en zelfmanagement.
Prevente mogelijkheden
- Voorlichtnge Voorlichtng is geen kennisoverdracht.
- Voorzieningen
- Regelgeving
- Screening
GVO-cyclus
De GVO-cyclus (gezondheidsvoorlichtng- en opvoeding).
1. Defniiëring gezondheidsprobleem
2. Analyse gezondheidsprobleem Gezondheidskundige analyse
3. Analyse gedragsdeterminanten
4. Intervente
Pagina 2 van 48
, 5. Evaluate
Gezondheidskundige analyse
1. Beschrijving van het probleeme
- Wat is het gezondheidsprobleem?
o Gezondheidsprobleem nordt objectef beschreven: MBG.
o Het gezondheidsprobleem nordt subjectef beschreven: op nelke manier ervaren mensen of
patiënten het gezondheidsprobleem (knaliteit van leven).
o Beschrijving van gezondheidsindicatoren: Incidente, prevalente, morbiditeit en mortaliteit.
2. Relate tussen het gezondheidsprobleem en (gezondheids)gedrage
Hier nordt beschreven nelke gezondheidsgedragingen van invloed zijn op het ontstaan, in stand
houden of op verergering van het gezondheidsprobleem (leefstjlfactoren).
Benegen
Roken
Alcohol
Voeding
Veilig vrijen
Omgaan met stress
3. Omgevingsanalyse
De omgevingsanalyse nordt beschreven volgens het Model van Lalonde.
1. Endogene factoren / intern milieu
Genetische of erfelijkee factoren: hiermee nordt bedoeld de afnijkingen in de genen of aanleg voor
een bepaalde ziekte (bijv. schizofrenie, allergie, astma, reuma kunnen erfelijk zijn.
Persoonskeenmerkeen: zoals geslacht, etniciteit, maar ook coping, neerstand en herstelvermogen.
Verworven eigenschappen, leefijd of bijv. gedrag: hypertensie, disfunctoneren immuunsysteem
door bijv. allergieiën of infecte ziekten. Veroudering: de functes van organen en orgaanstelsels
neemt af.
2. Leefstjl / gedrag
BRAVVO
3. Extern milieu fysiek en maatschappelijke omgeving
Fysiekee omgeving: Fysische, chemische en biotsche factoren (bijv. afvalstofen, verontreinigd
znemnater)
Maatschappelijkee omgeving: Arbeid, school en gezin, sociaal economische status (SES), sociale
omgeving (-rol en –steun), etnische achtergrond.
4. Medische zorg en prevente
Curateve en preventeve gezondheidsvoorzieningen
4. Conclusie
- Conclusie belangrijkheid van het probleem.
- Conclusie in nelke mate gedrag het gezondheidsprobleem veroorzaakt.
Pagina 3 van 48
, 3. Analyse gedragsdeterminanten
Voor de analyse van de gedragsdeterminanten nordt er gebruik gemaakt van de ASE.
ASE
- Attitudee Staat voor ideeiën en opvatngen die mensen hebben over een bepaald gedrag, hun
overnegingen en beleving van de voor- en nadelen van dat gedrag. Kennis speelt een rol bij attudes,
maar is geen gedragsdeterminant. Attudes hebben een afecteve kleuring.
- Sociale invloede De mate naarin een persoon al dan niet instemt met de opvatngen van de mensen =
referenteopvatngen. Sociale steun en sociale druk spelen hierbij een rol.
- Eigen efectviteite De vernachtngen die een persoon heef over de haalbaarheid van het gedrag
door: eerdere ervaringen, observate van anderen, overreding door anderen, fysiologische
beperkingen.
Conclusie gedragsanalyse
- Conclusie op nelke manieren nordt de intente van de patiënt beïnvloed.
- Conclusie op nelke gedragsdeterminant(en) de voorlichtng nordt gericht.
- Conclusie nat voor een soort voorlichtng ingezet gaat norden;
Intentonele voorlichtnge Doel is het veranderen van ongunstg gedrag dat de gezondheid schaadt in
een leefstjl die de gezondheid ondersteund.
Faciliterende voorlichtnge Doel is kennisoverdracht of kennisvermeerdering bij de leden van de
doelgroep.
4 Intervente
- Bestaande intervente
- Gezondheidsvoorlichtng motvatonal interviening.
- Intervente ontnikkeling Interventon mapping.
Fase model van gedragsverandering
1. Aandacht hebben (openstaan)
2. Begripsverbetering (begrijpen)
3. Attudeverandering (nillen)
4. Hanteren van sociale invloed (kunnen omgaan)
5. Toename eigen efectviteit (kunnen uitvoeren)
6. Gedragsverandering (doen)
7. Gedragsbehoud (blijven doen)
Epidemiologie, incidentie, prevalentie en mortaliteit
- Epidemiologiee De epidemiologie is de netenschappelijke studie van het vóórkomen en de
verspreiding van ziekten binnen en tussen populates. Vaak nordt epidemiologie gezien als de
methodeleer van onderzoek naar gezondheid en ziekte in menselijke populates.
- Incidentee Het aantal nieune gevallen van een bepaalde ziekte.
- Prevalentee Het percentage van de bevolking op een bepaald moment met een bepaalde aandoening,
ziekte, etc.
- Mortaliteite De sterfe in een bepaalde periode, aangegeven in relate tot het totaal aantal individuen
in de populate naarover het gaat.
Om te bepalen of iemand in staat is om gedragsverandering uit te voeren, nordt er gekeken in nelke fase de
cliiënt zit van het Stages of change model. Tevens kan je hierop je soort voorlichtng aanpassen.
Stages of change
1. Precontemplatee De patiënt is zich niet benust van gezondheidsprobleem of onderschat het
gezondheidsprobleem. Geen gedragsverandering overnegen.
Pagina 4 van 48
OWE 3
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
,Inhoudsopgave
GVO cyclus & Inhoud WG..........................................................................................................................................2
Prevente...............................................................................................................................................................2
GVO-cyclus............................................................................................................................................................2
Epidemiologie, incidente, prevalente en mortaliteit..........................................................................................4
Stages of change...................................................................................................................................................4
Psychotsche stoornissen......................................................................................................................................5
Demente...............................................................................................................................................................8
Palliatef en terminale zorg...................................................................................................................................8
Communicateve vaardigheden..............................................................................................................................10
Motvatonal interviening...................................................................................................................................10
Psychiatrie...........................................................................................................................................................11
Agressie...............................................................................................................................................................13
Demente.............................................................................................................................................................13
Slecht nieuns gesprek.........................................................................................................................................14
Verpleegtechnische vaardigheden..........................................................................................................................16
Voeding...............................................................................................................................................................16
Neusmaagsonde..............................................................................................................................................18
Wondverzorging..................................................................................................................................................19
Rode nond......................................................................................................................................................20
Gele nonden...................................................................................................................................................21
Znarte nonden...............................................................................................................................................21
Znachtelen van lichaamsdelen.......................................................................................................................22
Decubitus.........................................................................................................................................................22
Compressief znachtelen.................................................................................................................................24
Mondverzorging..................................................................................................................................................24
Anatomie en fysiologie............................................................................................................................................26
Spijsverteringskanaal..........................................................................................................................................26
Diabetes en farmacologie...................................................................................................................................28
Obesitas en Metabool Syndroom.......................................................................................................................31
Bloed en stolling..................................................................................................................................................33
Nieren en urinenegen........................................................................................................................................37
Zenunstelsel; regulate en integrate.................................................................................................................40
Ouder norden.....................................................................................................................................................43
Palliateve zorg en pijn........................................................................................................................................45
Pagina 1 van 48
,GVO cyclus & Inhoud WG
32 vragen
Preventie
Soorten prevente naar fase gezondheidsprobleem
- Primaire preventee Heef betrekking op het bevorderen van gezondheid en gezond gedrag,
gezondheid van de mens. Voorbeeld: BOB, gezond znanger, postbus 51 spotjes.
- Secundaire preventee Opsporen en vroegtjdig behandelen van ziekten en aandoeningen en het
zoeken naar ziekte en aandoeningen in een begin stadium. Voorbeeld: Screening, vroegtjdig opsporen
van demente, bevolkingsonderzoek.
- Tertaire preventee ‘Voorkomen van erger’. Voorbeeld: Zelfmanagement, coping, therapietroun,
voorkomen van decubitus, etc.
Soorten prevente naar doelgroep
Primaire prevente Secundaire prevente Tertaire prevente
Universele Selecteve Zorg gerelateerde
Algemene, gehele bevolking of Hoog risicogroep Patiënten hebben een diagnose.
een deel ervan. Geïndiceerde
Geen diagnose, maar nel
(beperkte) symptomen.
De stadia
Prevente en public health
- Gezondheidsbescherminge Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), en controle
znemnater.
- Gezondheidsbevorderinge Gericht op leefstjl en gezondheidsgedrag van mensen. Omgeving en
partcipate van belang.
- Ziektepreventee Ziektepreventeprogramma’s, patiëntenvoorlichtng en zelfmanagement.
Prevente mogelijkheden
- Voorlichtnge Voorlichtng is geen kennisoverdracht.
- Voorzieningen
- Regelgeving
- Screening
GVO-cyclus
De GVO-cyclus (gezondheidsvoorlichtng- en opvoeding).
1. Defniiëring gezondheidsprobleem
2. Analyse gezondheidsprobleem Gezondheidskundige analyse
3. Analyse gedragsdeterminanten
4. Intervente
Pagina 2 van 48
, 5. Evaluate
Gezondheidskundige analyse
1. Beschrijving van het probleeme
- Wat is het gezondheidsprobleem?
o Gezondheidsprobleem nordt objectef beschreven: MBG.
o Het gezondheidsprobleem nordt subjectef beschreven: op nelke manier ervaren mensen of
patiënten het gezondheidsprobleem (knaliteit van leven).
o Beschrijving van gezondheidsindicatoren: Incidente, prevalente, morbiditeit en mortaliteit.
2. Relate tussen het gezondheidsprobleem en (gezondheids)gedrage
Hier nordt beschreven nelke gezondheidsgedragingen van invloed zijn op het ontstaan, in stand
houden of op verergering van het gezondheidsprobleem (leefstjlfactoren).
Benegen
Roken
Alcohol
Voeding
Veilig vrijen
Omgaan met stress
3. Omgevingsanalyse
De omgevingsanalyse nordt beschreven volgens het Model van Lalonde.
1. Endogene factoren / intern milieu
Genetische of erfelijkee factoren: hiermee nordt bedoeld de afnijkingen in de genen of aanleg voor
een bepaalde ziekte (bijv. schizofrenie, allergie, astma, reuma kunnen erfelijk zijn.
Persoonskeenmerkeen: zoals geslacht, etniciteit, maar ook coping, neerstand en herstelvermogen.
Verworven eigenschappen, leefijd of bijv. gedrag: hypertensie, disfunctoneren immuunsysteem
door bijv. allergieiën of infecte ziekten. Veroudering: de functes van organen en orgaanstelsels
neemt af.
2. Leefstjl / gedrag
BRAVVO
3. Extern milieu fysiek en maatschappelijke omgeving
Fysiekee omgeving: Fysische, chemische en biotsche factoren (bijv. afvalstofen, verontreinigd
znemnater)
Maatschappelijkee omgeving: Arbeid, school en gezin, sociaal economische status (SES), sociale
omgeving (-rol en –steun), etnische achtergrond.
4. Medische zorg en prevente
Curateve en preventeve gezondheidsvoorzieningen
4. Conclusie
- Conclusie belangrijkheid van het probleem.
- Conclusie in nelke mate gedrag het gezondheidsprobleem veroorzaakt.
Pagina 3 van 48
, 3. Analyse gedragsdeterminanten
Voor de analyse van de gedragsdeterminanten nordt er gebruik gemaakt van de ASE.
ASE
- Attitudee Staat voor ideeiën en opvatngen die mensen hebben over een bepaald gedrag, hun
overnegingen en beleving van de voor- en nadelen van dat gedrag. Kennis speelt een rol bij attudes,
maar is geen gedragsdeterminant. Attudes hebben een afecteve kleuring.
- Sociale invloede De mate naarin een persoon al dan niet instemt met de opvatngen van de mensen =
referenteopvatngen. Sociale steun en sociale druk spelen hierbij een rol.
- Eigen efectviteite De vernachtngen die een persoon heef over de haalbaarheid van het gedrag
door: eerdere ervaringen, observate van anderen, overreding door anderen, fysiologische
beperkingen.
Conclusie gedragsanalyse
- Conclusie op nelke manieren nordt de intente van de patiënt beïnvloed.
- Conclusie op nelke gedragsdeterminant(en) de voorlichtng nordt gericht.
- Conclusie nat voor een soort voorlichtng ingezet gaat norden;
Intentonele voorlichtnge Doel is het veranderen van ongunstg gedrag dat de gezondheid schaadt in
een leefstjl die de gezondheid ondersteund.
Faciliterende voorlichtnge Doel is kennisoverdracht of kennisvermeerdering bij de leden van de
doelgroep.
4 Intervente
- Bestaande intervente
- Gezondheidsvoorlichtng motvatonal interviening.
- Intervente ontnikkeling Interventon mapping.
Fase model van gedragsverandering
1. Aandacht hebben (openstaan)
2. Begripsverbetering (begrijpen)
3. Attudeverandering (nillen)
4. Hanteren van sociale invloed (kunnen omgaan)
5. Toename eigen efectviteit (kunnen uitvoeren)
6. Gedragsverandering (doen)
7. Gedragsbehoud (blijven doen)
Epidemiologie, incidentie, prevalentie en mortaliteit
- Epidemiologiee De epidemiologie is de netenschappelijke studie van het vóórkomen en de
verspreiding van ziekten binnen en tussen populates. Vaak nordt epidemiologie gezien als de
methodeleer van onderzoek naar gezondheid en ziekte in menselijke populates.
- Incidentee Het aantal nieune gevallen van een bepaalde ziekte.
- Prevalentee Het percentage van de bevolking op een bepaald moment met een bepaalde aandoening,
ziekte, etc.
- Mortaliteite De sterfe in een bepaalde periode, aangegeven in relate tot het totaal aantal individuen
in de populate naarover het gaat.
Om te bepalen of iemand in staat is om gedragsverandering uit te voeren, nordt er gekeken in nelke fase de
cliiënt zit van het Stages of change model. Tevens kan je hierop je soort voorlichtng aanpassen.
Stages of change
1. Precontemplatee De patiënt is zich niet benust van gezondheidsprobleem of onderschat het
gezondheidsprobleem. Geen gedragsverandering overnegen.
Pagina 4 van 48
