Samenvatting Personen en Familierecht - jaar 2 hbo rechten

Persoon en familierecht – stof tentamen
Woensdag 1 juni 17.30-21.00 uur
Hogeschool Leiden

Personen- en familierecht – College 1

Literatuur:
 Paragraaf 1.1 en 1.2 van T.J. Mellema-Kranenburg
 Brochure over bloed- en aanverwantschap
 Besluit geslachtsnaamwijziging

Leerdoelen:
 Regelgeving met betrekking tot het verkrijgen en/of wijzigen van een (geslacht)naam
toepassen.
 De graden van bloed- of aanverwantschap tussen bepaalde personen berekenen.
 Het belang van het bepalen van de woonplaats van een persoon benoemen en
uitleggen aan een cliënt.
 Benoemen wat op welke wijze wordt vastgelegd in de registers van de burgerlijke
stand.

Personenrecht = natuurlijke personen, o.a. titel 1 t/m 3 in boek 1.
Familierecht = band tussen natuurlijke personen.

Bloedverwantschap = bestaat tussen personen waarvan de één van de ander afstamt (zoals moeder en
dochter), maar ook tussen de personen die een voorouder delen (broer en zus).
Bloedverwantschap ontstaat door:
- Geboorte;
- Afstamming van dezelfde voorvader;
- Erkenning;
- Gerechtelijke vaststelling vaderschap;
- Adoptie.

Graden van bloedverwantschap:
Eerste graad = ouders en kinderen (adoptie).
Tweede graad = grootouders, kleinkinderen, broers en zussen.
Derde graad = overgrootouders, achterkleinkinderen, neven en nichten, ooms en tantes.
Vierde graad = betovergrootouders, achterneven en achternichten, neven en nichten (kinderen
broers of zussen van de ouders), oudooms en oudtantes.

Aanverwantschap = ontstaat door een huwelijk of een geregistreerd partnerschap: de ouders van je
partner worden aanverwanten.

Het recht op naam – Titel 2 boek 1 BW
Voornaam = art 1:4 BW.
Geslachtsnaam = achternaam, art. 1:5 BW.

Woonplaats – Titel 3 boek 1 BW
Woonplaats = art. 1:10 BW
BPR Basisregistratie Personen = kan iedereen inloggen en zelf zijn huidige en oude adresgegevens
terugvinden, ook van de ouders.

, Personen- en familierecht – College 2

Literatuur:
 Paragraaf 1.3 van T.J. Mellema-Kranenburg

Leerdoelen:
 De vereisten voor de totstandkoming van een huwelijk benoemen.
 Beschrijven op welke wijze en op verzoek van wie een huwelijk kan worden
voltrokken, gestuit of nietig verklaard.
 De juridische gevolgen van een huwelijk, een geregistreerd partnerschap en van
ongehuwd samenwonen uitleggen (overeenkomsten en verschillen).

Huwelijk =
- Inwendige huwelijksvereisten art. 1:30 BW t/m art. 1:42 BW.
- Uitwendige huwelijksvereisten: art. 1:44 BW t/m 1:80 BW.

Stuiting van het huwelijk = art. 1:50 BW, het in recht verzetten tegen een aanstaand huwelijk.
Dit is NIET het nietig verklaren van een huwelijk. Gedurende de stuiting mag het huwelijk
niet worden voltrokken. Bevoegd tot stuiting:
- Bloedverwanten in rechte lijn, broers, zussen, voogden en curatoren van een der
aanstaande echtgenoten zie art 1:51 lid 1.
- Het OM is verplicht tot stuiting als ze op de hoogte zijn van een van de
huwelijksbeletselen. Zie art. 1:53 BW.

Nietig verklaren van een huwelijk = een reeds voltrokken huwelijk met terugwerkende kracht
wordt geacht nooit te hebben bestaan. Zie art 1:69 BW.

Geregistreerd partnerschap = art. 1:80a BW. Schakelbepalingen met het huwelijk.
Verschil met het huwelijk;
- Ontbinding zonder tussenkomst van een rechter is mogelijk.
- Scheiding van tafel en bed is niet mogelijk bij een geregistreerd partnerschap.
- Het geregistreerd partnerschap komt to stand zonder de formele verklaring uit 1:69
BW (het ja-woord).