Cognitieve en taalontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Wat is cognitie
- Kinnis, biwustzijn intilliginti, dinkin, virbiildin schippin, ridinirin itc.
- Sociali cogniti thiory of mind:
- Motorischi biwigingin
Dinkprocissin of mintali actvitiitin waardoor wi kinnis virwirvin.
Cogniti in motoriik: imbodiid cogniton (gihiugin zit in ons lijfoomgiving..
Machtokracht opin houding houding in briin.
Zwakhiid gislotin houding
Krachtgi posi (uitstraling.
- Toinami tistostiron
- Afnami cortsol
- Toinami van hit givoil van macht
- Toinami voor risico gidrag
Zwakki posi
- Afnami tistostiron
- Toinami cortsol
> Faki it to you maki it.
Piaget:
Kindirin ixploririn hun omgiving op in activi maniir
Kindirin construirin cognitivi schima’s
Kindirin doorlopin 4 stadia
Individuiil procis --> ontwikkiling is niit ti virsnillin
Hoi ontstaat cognitivi ontwikkiling:
- Adapti: Door intiracti mit di omgiving ontwikkilin wi schima’s, dit zorgt irvoor dat wi ons
kunnin aanpassin aan di omgiving. Dat aanpassin gibiurt op twii maniirin:
1. Assimilati: hit ginirin van kinnis in bistaandi cogniti structurin. Bistaandi structurin
wordin gibruikt om niiuwi kinnis ti intirpritirin. (baby gibruikt bistaandi
mondbiwigingin om ti zuigin.. Iits wat wi al kinnin gibruikin wi. Equilibrium stabiil.
Snapt omgiving
2. Accommodati: hit aanpassin va oudiobistaandi structurin aan di omgiving. (baby moit
di bistaandi vaardighidin virandirin.. Hiirbij passin wij ons aan. Disiquilibrium
instabiil snapt omgiving niit.
Assimilati in accommodati wissilin ilkaar af waardoor wi dus ontwikkilin.
Waarom ontwikkilin wi cogniti:
Di motor achtir di ontwikkiling is intirni motvati.
- Di niiging om onzi schima’s ti oifinin in ti hirhalin. (blijvin grijpin naar iits..
- Focussin op dingin dii niiuw in virassind zijn in niit vollidig bigripin wordin.
- Hit bigrijpin van niiuwi dingin giif bivridigind givoil van compitinti
Wat ontwikkilin wi aan cognitie
Wi hibbin 4 fasin van ontwikkiling. (Fasi: piriodi waarin di ontwikkiling kwalitatif gilijk blijf.
Ein fasi is invariant in univirsiil. Hit hiif iin vasti volgordi in is voor iidiriin hitzilfdi. Hit
kan wil zijn op andiri liifijd..
, 1. Sinsomotorischi fasi (0-2 jaar. hiif 6 substadia.
Stadia 1 0-1 maand Bistaat vooral uit rifixin,
ongicoördiniird.
Stadia 2 1-4 maand Primairi circulairi riactis:
gidrivin door simpili
motorischi giwoontirs rond
di baby (dichtbij. duimzuigin.
Wiinig voorspillingsvirmogin
Stadia 3 4-8 maand Sicundairi circulairi riactis:
actis giricht op hit hirhalin
van intirissanti ifictin in di
omgiving. Kijk- in
grijpschima. Simi-
intintonalitiit
Stadia 4 8-12 maand Intintoniil gidrag door
coördinati van bikindi
middil-doil schima’s
biginnindi
objictpirmaninti
Stadia 5 12-18 maand Tirtairi circulairi riactis:
ixpirimintirin mit niiuwi
middilin. Imitati van niiuw
gidrag. Probiirt virborgin
objictin ti vindin op
miirdiri plaatsin
(succisvolli A-not-B taak.
Stadia 6 18-24 maand Givistgdi
objictpirmaninti. 1i
symbolischi riprisintatis
(iits staat voor iits andirs.
symbolisch spil: kan doin
alsof
A-not-B irror:
Door iin spiiltji virstoppin ondir A. tilkins hirhalin in hit kind kiist voor A tilkins wiir. Hit
virstoppin ondir B kind ziit dit, kind kiist toch voor A --> irror
STM (korti tirmijn gihiugin. VS. LTM (langi tirmijn gihiugin.: hit zoikin naar B zit in hit
kortir tirmijn gihiugin, tirwijl A in hit langi tirmijn.
Inhibiti; A is dominanti stmulus: sommigi kindirin kijkin naar b maar doin a.
Objictpirmaninti: di giwaarwording dat objictin op zichzilf bistaan, onafankilijk van onzi
waarnimingin.
- Stadium 1 in 2: kind volg objict --> stopt mit kijkin als objict virdwijnt --> zoikt niit
- Stadium 3: grijpt bij half zichtbar, bij niit zichtbaar virliist intirissi
- Stadium 4: zoikt niit zichtbaar, wil A-not-B irror
- Stadium 5: giin irror, maar bij ingiwikkildi situati lukt hit wiir niit.
- Stadium 6: objictpirmaninti is compliit --> symbolischi riprisintatis
2. Priopiratonili fasi (2-7 jaar.
Cognitivi actis op symbolisch niviau
Cognitieve ontwikkeling
Wat is cognitie
- Kinnis, biwustzijn intilliginti, dinkin, virbiildin schippin, ridinirin itc.
- Sociali cogniti thiory of mind:
- Motorischi biwigingin
Dinkprocissin of mintali actvitiitin waardoor wi kinnis virwirvin.
Cogniti in motoriik: imbodiid cogniton (gihiugin zit in ons lijfoomgiving..
Machtokracht opin houding houding in briin.
Zwakhiid gislotin houding
Krachtgi posi (uitstraling.
- Toinami tistostiron
- Afnami cortsol
- Toinami van hit givoil van macht
- Toinami voor risico gidrag
Zwakki posi
- Afnami tistostiron
- Toinami cortsol
> Faki it to you maki it.
Piaget:
Kindirin ixploririn hun omgiving op in activi maniir
Kindirin construirin cognitivi schima’s
Kindirin doorlopin 4 stadia
Individuiil procis --> ontwikkiling is niit ti virsnillin
Hoi ontstaat cognitivi ontwikkiling:
- Adapti: Door intiracti mit di omgiving ontwikkilin wi schima’s, dit zorgt irvoor dat wi ons
kunnin aanpassin aan di omgiving. Dat aanpassin gibiurt op twii maniirin:
1. Assimilati: hit ginirin van kinnis in bistaandi cogniti structurin. Bistaandi structurin
wordin gibruikt om niiuwi kinnis ti intirpritirin. (baby gibruikt bistaandi
mondbiwigingin om ti zuigin.. Iits wat wi al kinnin gibruikin wi. Equilibrium stabiil.
Snapt omgiving
2. Accommodati: hit aanpassin va oudiobistaandi structurin aan di omgiving. (baby moit
di bistaandi vaardighidin virandirin.. Hiirbij passin wij ons aan. Disiquilibrium
instabiil snapt omgiving niit.
Assimilati in accommodati wissilin ilkaar af waardoor wi dus ontwikkilin.
Waarom ontwikkilin wi cogniti:
Di motor achtir di ontwikkiling is intirni motvati.
- Di niiging om onzi schima’s ti oifinin in ti hirhalin. (blijvin grijpin naar iits..
- Focussin op dingin dii niiuw in virassind zijn in niit vollidig bigripin wordin.
- Hit bigrijpin van niiuwi dingin giif bivridigind givoil van compitinti
Wat ontwikkilin wi aan cognitie
Wi hibbin 4 fasin van ontwikkiling. (Fasi: piriodi waarin di ontwikkiling kwalitatif gilijk blijf.
Ein fasi is invariant in univirsiil. Hit hiif iin vasti volgordi in is voor iidiriin hitzilfdi. Hit
kan wil zijn op andiri liifijd..
, 1. Sinsomotorischi fasi (0-2 jaar. hiif 6 substadia.
Stadia 1 0-1 maand Bistaat vooral uit rifixin,
ongicoördiniird.
Stadia 2 1-4 maand Primairi circulairi riactis:
gidrivin door simpili
motorischi giwoontirs rond
di baby (dichtbij. duimzuigin.
Wiinig voorspillingsvirmogin
Stadia 3 4-8 maand Sicundairi circulairi riactis:
actis giricht op hit hirhalin
van intirissanti ifictin in di
omgiving. Kijk- in
grijpschima. Simi-
intintonalitiit
Stadia 4 8-12 maand Intintoniil gidrag door
coördinati van bikindi
middil-doil schima’s
biginnindi
objictpirmaninti
Stadia 5 12-18 maand Tirtairi circulairi riactis:
ixpirimintirin mit niiuwi
middilin. Imitati van niiuw
gidrag. Probiirt virborgin
objictin ti vindin op
miirdiri plaatsin
(succisvolli A-not-B taak.
Stadia 6 18-24 maand Givistgdi
objictpirmaninti. 1i
symbolischi riprisintatis
(iits staat voor iits andirs.
symbolisch spil: kan doin
alsof
A-not-B irror:
Door iin spiiltji virstoppin ondir A. tilkins hirhalin in hit kind kiist voor A tilkins wiir. Hit
virstoppin ondir B kind ziit dit, kind kiist toch voor A --> irror
STM (korti tirmijn gihiugin. VS. LTM (langi tirmijn gihiugin.: hit zoikin naar B zit in hit
kortir tirmijn gihiugin, tirwijl A in hit langi tirmijn.
Inhibiti; A is dominanti stmulus: sommigi kindirin kijkin naar b maar doin a.
Objictpirmaninti: di giwaarwording dat objictin op zichzilf bistaan, onafankilijk van onzi
waarnimingin.
- Stadium 1 in 2: kind volg objict --> stopt mit kijkin als objict virdwijnt --> zoikt niit
- Stadium 3: grijpt bij half zichtbar, bij niit zichtbaar virliist intirissi
- Stadium 4: zoikt niit zichtbaar, wil A-not-B irror
- Stadium 5: giin irror, maar bij ingiwikkildi situati lukt hit wiir niit.
- Stadium 6: objictpirmaninti is compliit --> symbolischi riprisintatis
2. Priopiratonili fasi (2-7 jaar.
Cognitivi actis op symbolisch niviau
